Operation Manual

Communicatie [56] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
128
DTMF-kanaaluitgangsblok [56.1.01.1.1.7]
Opmerking: Het kenmerk Uitgangsblokken is alleen beschikbaar als er blokken in het
systeem zijn ingeschakeld (raadpleeg Opties [63]).
Gebruik het kenmerk Blokken om het kanaal aan een blok toe te wijzen. Een kanaal kan aan
meerdere blokken worden toegewezen. Het kanaal wordt alleen getriggered wanneer een
gebeurtenis plaatsvindt op één van de blokken die aan het kanaal zijn toegewezen. Alle
kanalen zijn standaard op alle blokken in het systeem ingesteld.
Wanneer u het kenmerk Uitgangsblokken selecteert, worden de blokken weergegeven
waaraan het kanaal op dat moment is toegewezen.
Druk op de betreffende cijfertoetsen om tussen de statuswaarden van het blok te schakelen
en druk vervolgens ent.
Als het bloknummer wordt weergegeven op de bovenste regel, is het blok toegewezen aan
het kanaal.
Als er een liggend streepje (–) wordt weergegeven, is het blok niet aan het kanaal toegewezen.
Blokstatus
Dit blokkenmerk is een extra functie waarmee u de werking van het kanaal afhankelijk kunt
maken van de status die per systeemblok is ingesteld. Een kanaal waaraan Blok Status is
toegewezen, wordt alleen geactiveerd als is voldaan aan de geprogrammeerde voorwaarden.
Een Inbraak-uitgang kan bijvoorbeeld zo worden geprogrammeerd dat de uitgang alleen
actief wordt als blokken 2 en 4 zijn ingeschakeld en blok 3 is uitgeschakeld.
Druk op
om de blokstatuscondities toe te wijzen bij het selecteren van blokken. Op de onderste
regel wordt een pijl (>) weergegeven met daarnaast de huidige status. Druk op de betreffende
cijfertoetsen om de statuswaarden van de verschillende blokken weer te geven en druk vervolgens
op ent om de programmering te accepteren. De beschikbare blokstatuswaarden zijn:
I = Ingeschakeld - om activering van het kanaal mogelijk te maken, moet het blok
zijn ingeschakeld.
U = Uitgeschakeld - om activering van het kanaal mogelijk te maken, mag het blok niet
zijn ingeschakeld.
= In- of uitgeschakeld - de activering van het kanaal is niet afhankelijk van de blokstatus.
DTMF Klant/Kanaal [56.1.01.1.2]
Als het klantnummer wordt geprogrammeerd met menuoptie Modem/Kiezer klantnummer
[56.1.03], wordt voor alle 16 kanalen automatisch hetzelfde nummer geprogrammeerd.
U kunt desgewenst voor elk kanaal een apart klantnummer programmeren.
Het klantnummer kan maximaal 6 cijfers bevatten, maar bestaat normaal gesproken uit
4 cijfers.
Opmerking: Als het hoofdklantnummer wordt gewijzigd, worden alle reeds voor kanaal
1 tot 16 geprogrammeerde klantnummers overschreven.
Als u Klant/Kanaal selecteert, wordt het eerste kanaal in het systeem afgebeeld. Selecteer
het vereiste kanaal en druk op
ent. Het klantnummer dat momenteel aan het kanaal is
toegewezen, wordt weergegeven. Druk op B om de cijfers een voor een te wissen en
vervolgens een nieuw klantnummer in te voeren.