Operation Manual

Bijlage G: Randapparatuur Galaxy Flex - Installatiehandleiding
224
2. Sluit het ene uiteinde van de verbindingskabel (B) aan op de portal en sluit vervolgens
het andere uiteinde aan op de printplaat (PCB) van de centrale.
Configuratie
Als u de bedrading voor een portal hebt aangebracht, kunt u het systeem opnieuw opstarten
of de installateurmode verlaten. Het systeem zal de nieuwe module automatisch herkennen.
Virtuele RIO’s
Het systeem kent virtuele RIO’s toe zodat het zones voor draadloze detectoren
kan toewijzen. Let op het volgende:
Adressen van virtuele RIO’s zijn niet gerelateerd aan de RF Portal-adressen.
Het adres van de virtuele RIO bestaat uit het eerstvolgende vrije adres in het systeem.
Het systeem wijst bij de configuratie van een RF Portal in eerste instantie adressen
van twee virtuele RIO’s toe.
Het nummer en de adressen van de virtuele RIO kunnen indien nodig handmatig worden
gewijzigd in het menu RF-adres [51.60.1].
U kunt de zones die zijn toegewezen aan draadloze detectoren weergeven met de menuoptie
RF-zones [52.2].
Programmeren
U kunt draadloze zones programmeren met behulp van de menuoptie RF-zones [52.2].
Aangepaste behandeling van het draadloze systeem is mogelijk met behulp van de
menuoptie RF-parameters [51.60].
Gebruik de menuoptie Display Zones [21] om het adres en de signaalsterkte van een
draadloos apparaat weer te geven.
Gebruik de menuoptie Actueel [61.1] voor extra diagnosefuncties.
Conformiteit
Dit product is geschikt voor gebruik in systemen die voldoen aan de richtlijn
EN50131-5-3:2005+A1:2008
Beveiligingsklasse – 2
Milieuklasse – II
Onafhankelijk getest voor EN50131-5-3 doorTelefication bv, Nederland en CNPP, Frankrijk.