Operation Manual

Display Geheugen [22, Gebruiker menu 3] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
42
Als u het geheugen opent, wordt de meest recente gebeurtenis als eerste weergegeven.
Gebruik A of B om door de gebeurtenissen te bladeren. Houd een van de toetsen ingedrukt
als u snel door de gegevens wilt bladeren.
Het begin en het einde van het gebeurtenissengeheugen sluiten op elkaar aan. Het bericht
BEGIN of EINDE wordt kort weergegeven wanneer de volgende pagina wordt weergegeven.
De volgende informatie wordt weergegeven in het gebeurtenissengeheugen:
Tijdstip gebeurtenis.
Datum waarop de gebeurtenis plaatsvond.
Gebeurtenis - informatie over het type gebeurtenis dat heeft plaatsgevonden. Bepaalde
gebeurtenissen worden weergegeven met een + (dit geeft aan dat de gebeurtenis is gestart
of geactiveerd) of een (dit geeft aan dat de gebeurtenis is beëindigd of uitgeschakeld).
Gebruiker - wisselende weergave van de naam en het nummer van de gebruiker die
de gebeurtenis heeft gestart. Als de gebeurtenis bijvoorbeeld is gekoppeld aan een
gebruikerscode, een alarmactivering of de sluiting van een laatste zone, wordt er geen
gebruikersinformatie weergegeven.
Druk op # om aanvullende informatie over bepaalde gebeurtenistypen in het geheugen
te bekijken:
Bij gebruikersgebeurtenissen worden het bediendeel, het gebruikerstype en de blokken
die betrekking hebben op de gebeurtenis, weergegeven.
Bij alarmgebeurtenissen wordt de zoneomschrijving weergegeven,
indien geprogrammeerd.
Bij RF-zones met looptest wordt de gemeten signaalsterkte van iedere
RF-component weergegeven.
REM CALL-gebeurtenissen beelden het Remote Station-id af van de Remote Servicing
software dat zorgde voor de verbinding met de centrale.
Opmerkingen:
1. Als twee gelijke gebeurtenissen plaatsvinden binnen één seconde, zal slechts één
gebeurtenis worden opgenomen in het geheugen.
2. Alleen de eerste keer dat een hoge of lage weerstandsmelding voorkomt op één dag
wordt in het geheugen opgeslagen. Volgende activeringen op dezelfde dag worden tot de
eerstvolgende middernacht onderdrukt. Dit is om te voorkomen dat het geheugen wordt
gevuld met mogelijk vele hoge of lage weerstandmeldingen van één defecte zone.
U kunt het gebeurtenissengeheugen afdrukken met de menuoptie Display geheugen.
Druk op
tijdens het weergeven van een gebeurtenis om het afdrukken te starten.
Alle gebeurtenissen, van de weergegeven gebeurtenis tot de meest recente gebeurtenis,
worden afgedrukt. Indien nodig kunt u op esc drukken om het afdrukken te annuleren.
Opmerking: De printer moet met de centrale zijn verbonden via een printerinterfacemodule.
10:24 ZO 01 JAN
B10 L7
B = bediendeel
gebruikerstype (gebruikersniveau)
bediendeeladres
AB
-lijn