Operation Manual

Wijzig Codes [42, Gebruiker menu 7] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
56
Opmerkingen:
1. De manager-, installateur- en remote code hebben standaard toegang tot alle
systeemblokken, dit kan niet opnieuw worden geprogrammeerd.
2. Voor de manager-, installateur- en remote code is standaard blokkenkeuze
ingeschakeld. De manager kan de functie blokkenkeuze verwijderen, de installateur en
remote codes beschikken over blokkenkeuze.
3. Gebruikers die toegang hebben tot Wijzig Codes [42], kunnen alleen blokken toewijzen
die zijn toegewezen aan hun gebruikerscode. Een gebruiker die geen toegang heeft tot
blok 4, kan blok 4 niet toewijzen aan een andere gebruikerscode.
Kaartnummer [42.1.Gebruikerscode.6]
Het kaartnummer bevat een van de volgende nummers:
 het serienummer van een toegangsbeheerkaart.
 het tiencijferige nummer dat in de kaart/keyfob/tag is gebrand.
 de via de inleerfunctie van het systeem gedecodeerde code van kaarten/tags voor
gebruik in combinatie met de KeyProx.
De kaart/tag/keyfob wordt in het systeem geïdentificeerd aan de hand van deze nummers
en verwijst naar de gebruiker waaraan het is toegewezen.
Standaard is het kaartnummer leeg.
Voer het gewenste nummer als volgt in:
1. Voer een van de volgende stappen uit:
 Voer het unieke tiencijferige nummer in dat met een laser in de kaart/keyfob/tag
is gebrand.
 Druk tegelijkertijd op A en 1 op de KeyProx en houd de kaart/fob binnen vijf
seconden voor de KeyProx-lezer. Het gedecodeerde nummer in de kaart wordt
ingelezen door het systeem en weergegeven op de KeyProx.
2. Druk op ent om de programmering op te slaan en terug te keren naar het
vorige menuniveau.
Opmerkingen:
1. U kunt een kaartnummer toewijzen aan een gebruikerscode waaraan geen pincode is
toegewezen. Alle overige opties voor deze gebruiker zijn geldig voor de
geprogrammeerde kaart/-tag/-keyfob.
2. Voor toegangsbeheerkaarten waarop geen serienummer is gebrand, kan het
kaartnummer worden afgelezen met de optie Batch toevoegen [42.2.1].
Kaartfunctie [42.1.Gebruikerscode.7]
De kaart/keyfob/tag kan worden toegewezen aan één menuoptie. De gebruiker moet
gemachtigd zijn om de menuoptie die aan de lezer is toegewezen, te openen op basis van
het toegewezen gebruikersniveau of de optie Menu Niveau [68]. De standaardoptie is
NIET GEBRUIKT.