Operation Manual

Parameters [51] Galaxy Flex - Installatiehandleiding
72
Sirenetijd [51.01]
Met deze optie kunt u de sirenetijd activeren.
De standaardtijd is 3 minuten en het bereik is 0-30 minuten. Met 00 kunt u de sirenetijd
op oneindig instellen.
U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
De E/E signalering is afhankelijk van de parameter Sirenetijd, zowel in ingeschakelde als
uitgeschakelde toestand.
Sirenevertraging [51.02]
Met deze optie kunt u de sireneactivering uitstellen na een alarm.
De standaardtijd is 0 minuten en het bereik is 0-20 minuten.
Sirenevertraging wordt overschreven door een communicatiefout (een communicatiefout op
de communicatiemodule of een fout bij het activeren van een lijnstoringszone die wordt
gebruikt bij het monitoren van een digicom).
U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
Hersteltijd [51.03]
Met hersteltijd vertraagt u de activering van een volledig inbraakalarm na een ingangsalarm.
Deze parameter heeft twee subopties:
Hersteltijd [51.03.1]
Bereik 0 tot 300 seconden. U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
De hersteltijd wordt gestart:
 Als een zone die niet op de ingangsroute ligt (Laatste-, In/Uitgangs-, Volgzone) wordt
geactiveerd, bijvoorbeeld als een gebruiker afdwaalt van de ingangsroute.
 Er is geen geldige code ingevoerd voor het verstrijken van de ingangstijd.
Het standaardherstel werkt als volgt:
 Bij afwijken van de ingangsroute wordt de signalering van een inbraakalarm vertraagd.
 Als er een geldige code wordt ingevoerd voordat de ingangstijd verloopt:
 Wordt de inbraakmelding niet doorgemeld.
 Is er geen reset van het systeem vereist.
 Als er geen geldige code wordt ingevoerd voordat de ingangstijd verloopt of overschreden:
 Wordt er een inbraakmelding doorgemeld aan het einde van de ingangstijd.
 Start de hersteltijd na het verstrijken van de ingangstijd.