Operation Manual

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Parameters [51]
75
3 tot 5 voor de gebruiker.
6 voor de manager.
7 voor de installateur.
U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
Opmerking: Deze optie wordt beïnvloed door Reduceer Niveau [51.55.3].
Op de centrale is alleen een reset op installateurniveau nodig als alarmen worden
doorgemeld via een communicatiemodule en het juiste resettype is ingesteld op 7. Als er
geen doormelding is ingesteld, wordt de reset automatisch verlaagt naar type 6. Deze functie
is alleen actief als DTMF-signalering wordt geselecteerd.
Aantal Resets [51.08]
Met deze optie bepaalt u het aantal keren dat de sirene opnieuw wordt ingeschakeld na
activering van een alarm. De standaardinstelling is 9 (oneindig) en het bereik is 0-9.
Als de optie is ingeschakeld, wordt het systeem aan het eind van de bevestigingstijd
opnieuw ingeschakeld, alleen als alle zones gesloten zijn, overbrugd kunnen worden of
Geforceerd is ingeschakeld bij Alles overbruggen.
De inbraakuitgang blijft actief totdat het systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
Zones die open zijn aan het einde van de sirenetijd moeten overbrugbaar zijn (kenmerk
Overbrugd ingeschakeld). Bij inschakeling worden deze zones overbrugd. Alle zones
worden overbrugd, inclusief het sabotagecircuit. Zie 52 = Programmeer Zones [52] voor
meer informatie over het inschakelen van het zoneoverbruggingskenmerk.
Opmerking: Als een open zone niet overbrugbaar is, wordt het systeem niet opnieuw
ingeschakeld, tenzij parameter 09=Alles overbruggen is ingesteld op 2.
Alles overbruggen [51.09]
Met deze optie bepaalt u of geactiveerde zones kunnen worden overbrugd zoals
hierboven omschreven.
0=Uitgeschakeld
1=Alles overbruggen Overbrugd alle overbrugbare zones die openstaan bij opnieuw
inschakelen. Ook het sabotagecircuit wordt hiermee overbrugd.
2=Geforceerd Net als Alles overbruggen, maar alle zones worden overbrugd,
of deze nu overbrugbaar zijn of niet. Zie 52 = Programmeer Zones
[52] voor meer informatie over het inschakelen van
het zoneoverbruggingskenmerk.
Toets “0” [51.10]
Toets 0 op het bediendeel kan worden toegewezen om te functioneren als puls-aan
zonefunctie. Dit beëindigt de getimede inschakelprocedure. Als deze optie is ingesteld
op 1 (geactiveerd), zal de inschakeling van het systeem beëindigen als u op
0 drukt tijdens
de uitgangstijd. Standaardinstelling is 0 (uitgeschakeld).
Opmerking: Toets 0 kan alleen worden gebruikt op het bediendeel waarop de
inschakelprocedure is gestart.