Operation Manual

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Programmeer Zones [52]
89
Programmeer Zones [52]
Menu Programmeer Zones
52 = Programmeer Zones
1 = Zones – Selecteer een zone en druk op ent
entent
ent
 Selecteer een kenmerk (zie onderstaande tabel)
Als u 1 = Zone Functie kiest, bladert u naar een zonefunctie, u
kunt ook direct een optienummer typen, bijvoorbeeld 19 (voor
Brand)
2 = RF-zones – Selecteer een zone en druk op ent
entent
ent
 Selecteer een kenmerk (zie onderstaande tabel)
Als u 1 = Zone Functie kiest, bladert u naar een zonefunctie, u
kunt ook direct een optienummer typen, bijvoorbeeld 19 (voor Brand)
Met deze optie kunt u een zoneprogramma en zonekenmerken wijzigen. De instelbare opties
worden hieronder weergegeven:
Kenmerken Beschrijving
1 = Zone Functie Zonetype toewijzen
2 = Zone Omschrijving maximaal 16 tekens voor (alfanumerieke) beschrijving
3 = Belfunctie Tijdelijke bel bij opening zone als uitschakelen is geactiveerd
4 = Overbrugbaar Zone kan worden overbrugd=ingeschakeld
5 = Deelbeveiligd Zone inbegrepen in deel inschakeling van systeem= ingeschakeld
6 = Responstijd Reactietijd circuit aanpassen
7 = SIA Melding SIA-gebeurtenis selecteren
8 = Antimask test Selecteert criteria voor controle zoneactiviteit
9 = Weerstand Weerstandsbereik selecteren voor zone
10 = Blok(ken) Zone toewijzen aan één blok in het systeem
11 = RF-opties RF detectoren instellen, inleren en testen
12 = Zoneherstel De herstelgebeurtenis van een zone verzenden naar de meldkamer
13 = Audiokanalen Een zone toewijzen aan een audiokanaal
Tabel 3 Zonekenmerken
Zones selecteren
Wanneer u de optie opgeeft, wordt de eerste zone in het systeem op de bovenste regel
weergegeven met het toegewezen zoneadres, de functie en het blok. De beschrijving wordt
weergegeven op de onderste regel.
Druk op # om te schakelen tussen de omschrijving en de status van de bel en overbrugbare
en deelbeveiligde kenmerken. Als het kenmerk is ingeschakeld, wordt de eerste letter van
het kenmerk weergegeven. Als dit is uitgeschakeld, verschijnt een streepje (–). Als bel,
overbrugbaar en deelbeveiligd zijn ingeschakeld, wordt BOD weergegeven.
Als overbrugbaar is uitgeschakeld, verschijnt B – D op het display.
Gebruik
A of B om door de zones te bladeren of geef het adres van een specifieke zone op.
Druk op ent om een zone in te stellen. Het eerste instelkenmerk 1=Zone Functie wordt
weergegeven.