Installation Instructions

Galaxy Flex - Installatiehandleiding Gebeurtenisopname
43
Gebeurtenisopname
Tijdens de inschakelperiode geldt er geen limiet voor het aantal signalen dat door individuele
activeringen kan worden verzonden. Er wordt echter een beperkt aantal gebeurtenissen van één
enkele bron geregistreerd in het geheugen. Dit aantal kunt u instellen in Aantal Alarm [51.48].
Resetten met alarmoorzaakcode
Er moet een alarmoorzaakcode worden ingevoerd om het systeem te resetten als optie 51.72
is ingeschakeld.
Als er meerdere oorzaken voor het alarm zijn en/of meerdere blokken moeten worden
gereset, hoeft u de alarmoorzaakcode slechts eenmaal op te geven. De gebruiker geeft
de meest geschikte code voor de locatie op. De waarden van de oorzaakcode moeten
bepaald worden in combinatie met de meldkamer.
Fouten en sabotage onderdrukken
Wanneer een gebruiker zich aanmeldt, worden op het display niet-gewiste fouten
en sabotage weergegeven. Als de situatie niet kan worden opgelost en hersteld, kan
de gebruiker de conditie onderdrukken.
Als een gebruiker probeert het systeem in te schakelen, worden alle actuele condities
weergegeven. De gebruiker kan door meerdere condities bladeren. Als de gebruiker
gemachtigd is om de conditie te onderdrukken, wordt het volgende bij de conditie
weergegeven:
Als de gebruiker de conditie niet kan onderdrukken, wordt ent=INSCHAKELEN niet
weergegeven.
De gebruiker kan elke gemachtigde conditie onderdrukken door op ent te drukken terwijl
de conditie op het bediendeel wordt weergegeven. Elke conditie wordt apart weergegeven
en onderdrukt.
Door op ent te drukken, wordt de conditie voor slechts één instelperiode onderdrukt.
Door op esc te drukken, keert u terug naar de vorige banner.
Wanneer u het systeem inschakelt met een onderdrukte fout of sabotageconditie, wordt op het
display de onderdrukte functie in plaats van de ingeschakelde modus weergegeven met het
overbrugbericht dat in de menufunctie Overbruggen is beschreven. De conditie Overbruggen
wordt opgeslagen in het geheugen en blijft gedurende slechts één vaste periode bewaard.
Wanneer alle blokken die beïnvloed worden door het onderdrukken worden uitgeschakeld,
wordt de onderdrukstatus gewist. Een overbrugherstel wordt in het geheugen vastgelegd bij
uitschakeling.
ACCU LAAG
ent=INSCHAKELEN