Operation Manual

Montage en installatie40
Thermische motoren aansluiten
Beschadiging van de zoneregelaar.
Neem bij thermische motoren de technische
gegevens in acht:
In totaal 3 A piekstroom,
250mAcontinustroom per zone.
!
Elke zone kan maximaal 3 thermische motoren aansturen.
Voor zone 1 kunnen 3 thermische motoren rechtstreeks
worden aangesloten, voor zone 2 2 en voor zones 3 tot
en met 5 telkens 1. Met de uitbreidingsmodule is telkens
1 aansluiting beschikbaar voor zones 6 tot en met 8.
Wanneer meer dan 11 thermische motoren op
de zoneregelaar moeten worden aangesloten,
moeten de kabels van de thermische motoren
in een verdeeldoos worden aangesloten.
1
Leg zo nodig kabels aan van de thermische
motoren naar de verdeeldoos.
2
Sluit de kabels van de thermische motoren aan.
3
Breek de kabelopeningen in de behuizing
uitsluitend uit met een zijkniptang.
14
Strip de aansluitingen over 5,5 mm
(zie uitklappagina Fig. 6).
5
Steek de aansluitkabels van de thermische motoren
door de kabelopeningen van de aansluitklemmen.
6
Sluit de klemmen.
7
Steek de aansluitklemmen in de aansluitingen van de
betreffende zones (zie uitklappagina, Fig. 4 (Z1…Z8)).
8
Klem de kabels in de trekontlasting.
9
Borg de kabel met de kabelklem.
Pomp aansluiten
(
230 V AC
)
Zodra een zone actief is, wordt de pomp met
tijdvertraging ingeschakeld. Zodra alle ventielen
zijn gesloten, schakelt de pomp uit.
De LED
(zie uitklappagina Fig. 3 (6))
brandt groen wanneer de pomp loopt.
Het pompcontact is niet potentiaalvrij. De pomp kan
rechtstreeks worden aangesloten, zie het schakelschema.
Beschadiging van de zoneregelaar.
Kortsluiting bij onjuiste installatie.
Sluit alle regelaars aan op dezelfde fase.
!
1
Strip de aansluitingen over 7 mm
(zie uitklappagina Fig. 7).
2
Sluit de pomp aan (zie uitklappagina Fig. 4 (12)).
Montage Demontage
1
2
Bekabeling
vervolg
Regelaar 1
L
N
PE
PE
N
Pomp
Regelaar 2 Regelaar 3
Pompaansluiting
2
Pomp
PE
L
N
PE