Operation Manual

Opties52
Ketelsturing
Ketelsturing via analoge uitgang (uitsluitend
HCE80/HCC80) op externe regelaar aansluiten
De analoge uitgangsspanning is
afhankelijk van de afsluiterstand.
1
Strip de aansluitingen over 5,5 mm
(zie uitklappagina Fig. 5).
2
Sluit de ketelsturing aan
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)).
Bij de regelaars MCR 200, MCR 40, ZG 252 N,
Panther en Smile is ketelsturing mogelijk.
3
Sluit de ingangen conform de meegeleverde
gebruiksaanwijzing aan op de zoneregelaar
(massa-ingang op klem 6, TW-ingang op klem 5).
Ketelsturing realiseren via draadloze
verbinding (met BDR91)
Afhankelijk van de afsluiterstand wordt
het relais in- en uitgeschakeld.
Ketelsturing realiseren met geïntegreerd relais 42 V AC,
potentiaalvrij contact (uitsluitend HCE80R/HCC80R)
Afhankelijk van de afsluiterstand wordt
het relais in- en uitgeschakeld.
1
Strip de aansluitingen over 5,5 mm
(zie uitklappagina Fig. 5).
2
Sluit de ketelsturing aan
(zie uitklappagina Fig. 4 (9)).
Relaismodule voor aansturing van de
warmtebron toewijzen
Afhankelijk van de warmtevraag van de geïnstalleerde
zones schakelt de relaismodule BDR91 de warmtebron in.
Toewijzing ketelsturing BDR91
1
Houd de knop op de relaismodule
BDR91 gedurende 5 seconden ingedrukt
om de toewijs-modus te activeren.
De rode LED op de relaismodule
knippert 0,5 s aan/0,5 s uit.
2
Druk op de installatieknop
van de zoneregelaar.
Na een geslaagde toewijzing dooft
de rode LED van de relaismodule.
3
Druk opnieuw op de installatieknop
van de zoneregelaar om de
weergavestand te verlaten.
Opties