Installation Instructions

Montage
7
4. Zoneschema opstellen
In een gebouw kunnen ruimtes (zones) met verschillend
ingestelde ruimtetemperaturen worden geregeld. Afhankelijk
van de ingestelde temperatuur worden de thermische
motoren van de toegewezen zone (ruimte) aangestuurd.
Met een HCE80-NL kunnen maximaal
5 temperatuurzones worden geregeld. Met de
uitbreidingsmodule HCS80 kan dit aantal worden
verhoogd tot 8.
Per zone kunnen maximaal 3 thermische
motoren worden aangesloten.
Temperatuurzones
(maximaal)
Thermische
motoren
(maximaal)
Aantal
zoneregelaars
8 24 1
16 48 2
24 72 3
Tabel 1: Overzicht temperatuurzones/zoneregelaars
4.1. Temperatuurzones vastleggen
Bepaal het aantal temperatuurzones en de ruimtes die
daarbij horen.
Bepaal voor elke zone de betreffende temperatuurvoeler,
b.v. DTS92, HCW82, CMS927 of evotouch en de
bijbehorende thermische motoren .
Markeer de temperatuurvoelers en motoren
voor de betreffende zone (zie uitklappagina Fig. 4,
Z1...Z8).
4.1.1. Voorbeeld van een zone-indeling
Uitleg bij dit voorbeeld:
De woning is verdeeld in 6 temperatuurzones. Voor deze
indeling is uitbreidingsmodule HCS80 nodig.
De zoneregelaar stuurt 8 thermische motoren aan.
Stel dat men meer dan 3 thermische motoren met zone 1
wil verbinden, dan kunnen meerdere zones worden
gecombineerd met 1 temperatuurvoeler voor deze
ruimte. Bij 5 thermische motoren in de woonkamer sluit
men max. 3 stuks aan onder zone 1 en de resterende 2
stuks onder zone 2 van de regelaar. Vervolgens worden
beide zones toegewezen aan dezelfde
temperatuurvoeler, zodat zones 1 en 2 feitelijk één grote
zone worden
5. Montage
WAARSCHUWING
Voorkom interferentie van de
RF communicatie!
Neem de volgende punten
in acht:
Monteer de antenne tenminste 1
meter van draadloze apparatuur
zoals radiografische (RF)
koptelefoons, DECT-telefoons
etc
Zorg voor voldoende afstand tot
metalen voorwerpen.
Kies een andere montagelocatie
wanneer storingen in de
gegevensoverdracht blijven
optreden.
WAARSCHUWING
Beschadiging van de
zoneregelaar!
Kortsluiting door vocht.
Monteer de regelaar op een
tegen vocht en lekkage
beschermde locatie.
De zoneregelaar is bedoeld voor montage nabij de verdeler.
Wanneer daar niet voldoende ruimte is, kies dan de locatie
van de antenne zo, dat de zoneregelaar zonder
signaalstoringen draadloos kan communiceren met de
temperatuurvoelers en beschermd is tegen vocht.
De zoneregelaar kan op 2 manieren worden bevestigd:
wandmontage
montage op een DIN-rail
5.1. Wandmontage
Voor de wandmontage zijn op de zoneregelaar 4
bevestigingsgaten met een diameter van 4,2 mm
aangebracht.
Houd rekening met de montagehoogte van
52 mm van de zoneregelaar! Wanneer de
zoneregelaar verticaal wordt gemonteerd, moet
de transformator aan de bovenzijde zitten, zodat
de warmte optimaal kan worden afgevoerd.
Afmetingen van de zoneregelaar in mm
Teken de bevestigingsgaten af, boor de gaten en steek er
geschikte wandpluggen in.
Schroef de zoneregelaar vast.