Operation Manual

33
Internetverbinding
Mobiele netwerken
Uw mobiele telefoon zal automatisch geconfigureerd worden om de 2G/3G-dienst (indien
beschikbaar) van uw netwerkprovider te gebruiken wanneer u de telefoon voor het eerst
inschakelt. Hiertoe is het noodzakelijk dat de SIM-kaart geplaatst is.
De netwerkverbinding controleren
1. Tik in het startscherm op .
2. Tik op Meer > Mobiele netwerken.
3. Tik op Mobiele providers of Namen toegangspunten om de netwerkverbinding te
controleren.
Uw mobiele telefoon zal automatisch de instellingen voor toegangspunten
lezen van de SIM-kaart (indien aanwezig). Daarom mag u de parameters
voor toegangspunten niet wijzigen. Anders is het mogelijk dat u geen
volledige toegang tot het netwerk hebt.
De datadienst inschakelen
1. Tik in het startscherm op .
2. Tik op Meer > Mobiele netwerken.
3. Selecteer de Gegevensverbinding en vervolgens de gewenste SIM-kaart via het
overeenkomstige aanvinkvakje om de dataverbinding in te schakelen.
Een APN aanmaken
De Access Point Name (APN, toegangspuntnaam) is een noodzakelijke parameter voor de
telefoon om verbinding te maken met een mobiel netwerk of multimediaberichten te
verzenden. Hij wordt meestal automatisch ingesteld nadat u een SIM-kaart in uw telefoon hebt
geplaatst. Wanneer uw telefoon geen verbinding kan maken met een mobiel netwerk met de
automatisch ingestelde APN, dient u contact op te nemen met uw serviceprovider om de
specifieke parameters te verkrijgen en een nieuwe APN aan te maken.
1. Tik in het startscherm op .
2. Tik op Meer > Mobiele netwerken.
3. Tik op Namen toegangspunten.