HANDLEIDING Horizon HDSM Digitale satelliet meter versie 2.
INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en veiligheidsvoorschriften 2 Eerste gebruik 3 Laden van de accu 4 Instellingen 5 Dagelijks gebruik 6 Onderhoud 7. Satelliet instellingen 8.
INLEIDING Opmerking: Gefeliciteerd met de aanschaf van de Horizon HDSM digitale satelliet meter. Deze meter is ontworpen en gefabriceerd volgens de hoogste eisen en is hét hulpmiddel om satellietinstallaties af te stellen voor de meeste populaire satellieten. In deze handleiding vindt u alle informatie die u nodig heeft voor een vlekkeloos dagelijks gebruik.
HET LADEN VAN DE ACCU Voordat u de meter kunt gaan gebruiken moet de accu volledig geladen zijn. Dit om er zeker van te zijn dat de meter probleemloos werkt. De laadtijd is circa 6 uur. Wij raden u aan om de meter ’s nachts op te laden, zodat u er overdag probleemloos gebruik van kunt maken. Het laden via het lichtnet De meter is ontworpen om te laden via het lichtnet. De ingebouwde acculader is een universeel type en kan worden gebruikt met een wisselspanning van 100V tot ca. 260V.
HET LADEN VAN DE ACCU Wanneer u gaat laden gebruik óf de netsteker óf de autolader. De laadtijd is circa 6 uur. Dit is lang genoeg voor een perfecte werking van de meter. Toch raden wij aan om de meter ’s nachts te laden, dit zal duiden op een laadtijd van 6 uur en een druppel laadtijd van circa 2 uur. Deze procedure balanceert de cellen in het accupack en zorgt voor een langere levensduur van de accu. Een meter met een goed geladen accu kan minimaal 3 uur worden gebruikt.
INSTELLINGEN Er zijn vier verschillende configuratie mogelijkheden: Geluid, Lamp automatisch uitschakelen, standaard en taalkeuze. Om in het instellingen menu te komen drukt u gedurende 5 seconden op de OFF knop. Nu staat de meter in configuratiemodus. Door met de pijltjestoetsen naar boven of beneden te gaan kunt u kiezen tussen Lamp, Geluid, slapen, standaard, taalkeuze RF, BER/Gevonden en BER/Linear/Log. Door op de linker of rechtertoets te drukken kunt u deze functie in of uitschakelen, of aanpassen.
RF dBuV/Linear De uitlezing van de signaalsterkte meter kan worden geschakeld tussen procenten uitlezing en dBuV. De laatste optie kan worden gebruikt door ervaren monteurs. Uit een LNB moet een signaal komen tussen de 70dBuV en 80dBuV. Bij de aansluiting voor de ontvanger tussen de 47dBuV en 70dBuV. BER=x.xxE-x/Gevonden Wanneer een satelliet is gevonden kan er een BER uitlezing plaats vinden. (Bit Error Rate). Wij raden alleen ervaren monteurs aan deze optie te gebruiken.
Wanneer de indicatie geen streepjes heeft of staat de knipperen is er minder dan 10% beschikbaar en moet u de meter weer opladen. Tijdens het afstellen van een installatie kunt u met de HDSM de signaalsterkte en de kwaliteit controleren. Houdt er echter wel rekening mee dat per installatie de signaalniveaus kunnen verschillen. Dit wordt veroorzaakt door schotelgrootte, type LNB, soort kabel, weersomstandigheden en geografische ligging.
Indien de satelliet zowel horizontale als verticale transponders gebruikt voor digitale transmissies is het van groots belang dat u de “Q” waarde controleert op beide polarisaties (hor. en vert.). Zorg ervoor dat er een zo klein mogelijke afwijking komt in het percentage tussen de meting van de verschillende polariteiten. Dit is ook te realiseren door het verdraaien van de LNB. Op het moment dat de satelliet is gevonden krijgt de ON een andere functie.
SATELLIET INSTELLINGEN Opmerking: Standaard staan de volgende satellieten ingesteld: Turksat 1C Eutelsat W4 Astra 2 Arabsat Astra 3 Astra 1 Eutelsat W2 Hotbird Eutelsat W1 Eutelsat W3 Sirius Thor Télécom 2C Telstar 12 Hispasat Panamsat F6 42,0 36,0 28,2 26,0 23,5 19,2 16,0 13,0 10,0 7,0 5,0 1,0 5,0 15,0 30,0 43,0 gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr. gr.
INSTELLINGEN AANPASSEN MET DE PC De Horizon satellietmeter is eigenlijk een kleine digitale satellietontvanger welke een meting verricht aan een voorgeselecteerde transponder van de geselecteerde satelliet. Omdat er op sommige satellieten geregeld wordt gesleuteld aan de transponders kan het voorkomen dat de meter na een tijd op één of meerdere satellieten niet meer reageert. Het kan dus nodig zijn om de instellingen in uw meter aan te passen.
Het programmeren van de meter Start het programma satmeter.exe op en selecteer de gewenste COM-poort. Ga naar FILE, kies LOAD en voer de bestandsnaam in, inclusief de padnaam en extensie .hex. Zorg ervoor dat de meter uitgeschakeld is. Sluit nu het programmeersnoer aan. Eerst aan de PC, daarna pas de meter. Nu zal de melding Programmeren in het scherm van de meter verschijnen. Kies nu voor de optie TRANSFER in het programma.