Operation Manual

In het voorbeeld betekent 2.2:
2.2
Zie tekst, hoofdstuk 2.2
Daarenboven wordt het volgende symbool, dat de
fabrieksinstelling kenmerkt, zowel in het afbeeldings- als in
het tekstgedeelte weergegeven op die plaatsen, waar de
menu's van de aandrijving uitgelegd worden:
Fabrieksinstelling
Gebruikte afkortingen1.5
Kleurcode voor leidingen, draden en constructiedelen
De afkortingen van de kleuren voor zowel leiding- en
kabelmarkeringen als constructiedelen volgen de
internationale kleurcode volgens IEC 757:
BK Zwart RD Rood
BN Bruin WH Wit
GN Groen YE Geel
2 Veiligheidsrichtlijnen
Doelmatig gebruik2.1
De draaideuraandrijving is uitsluitend voorzien voor de
bediening van soepel lopende draaideuren, in privé, niet-
industrieel gebruik. De maximaal toegelaten deurmaat en het
maximaal gewicht mogen niet worden overschreden. De deur
moet eenvoudig manueel geopend en gesloten kunnen
worden.
Er dient bij gebruik van deurvullingen rekening te worden
gehouden met regionale windlasten (EN 13241-1).
Let op de aanwijzingen van de fabrikant aangaande de
combinatie van deur en aandrijving. Eventueel gevaar in de
zin van DIN EN 13241-1 wordt door de constructie en
montage volgens onze aanwijzingen vermeden.
Deurinstallaties die zich op openbare plaatsen bevinden en
die slechts over één beveiligingsuitrusting, b.v.
krachtbegrenzing beschikken, mogen enkel onder toezicht
worden bediend.
Ondoelmatig gebruik2.2
Continu gebruik en toepassing op industrieel gebied zijn niet
toegelaten. De constructie van de aandrijving is niet
ontworpen voor stroef lopende deuren. Gebruik bij deuren
met hellingen of niveauverschillen is niet toegelaten.
Kwalificatie van de monteur2.3
Alleen met een correcte montage en onderhoud door een
competente/deskundige bediening of een competente/
deskundige persoon die met de handleidingen vertrouwd is,
kan een veilig en juist functioneren van een montage
gegarandeerd worden. Een deskundige volgens EN 12635 is
een persoon die een aangepaste opleiding heeft genoten en
beschikt over praktische kennis en ervaring om een
deurinstallatie correct en veilig te monteren, te controleren en
te onderhouden.
Veiligheidsrichtlijnen voor montage, onderhoud, 2.4
herstelling en demontage van de deurinstallatie
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij onverwachte
deurbeweging
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
7
De montage, het onderhoud, de herstelling en de demontage
van de deurinstallatie en de deuraandrijving moeten door een
vakman worden uitgevoerd.
Neem bij storingen van de deurinstallatie en de
deuraandrijving onmiddellijk contact op met een vakman
voor de controle of de herstelling.
Veiligheidsrichtlijnen bij de montage2.5
De deskundige dient erop te letten dat bij uitvoering van de
montagewerkzaamheden de geldende voorschriften inzake
veiligheid op het werk alsook de voorschriften voor bediening
van elektrische toestellen worden toegepast. Hierbij moeten
de nationale richtlijnen opgevolgd worden. Eventueel gevaar
in de zin van DIN EN 13241-1 wordt door de constructie en
montage volgens onze aanwijzingen vermeden.
Na beëindiging van de montage moet de monteur de
installatie, in overeenstemming met het geldigheidsbereik,
conform DIN EN 13241-1 verklaren.
GEVAAR
Netspanning
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
3.4
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel door beschadigde
constructiedelen
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
3.1
Ongeschikte bevestigingsmaterialen
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
3.2
Gevaar voor letsels door ongewilde deurbeweging
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
3.3
Veiligheidsrichtlijnen voor inbedrijfstelling en 2.6
bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij deurbeweging
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
4 en 6
Gevaar voor lichamelijke letsels door niet
functionerende veiligheidsvoorzieningen
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
4.1.5 en 4.2.8
Gevaar voor letsels door te hoog ingestelde
krachtbegrenzing
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk
4.3.1
62
TR10L012-A RE / 05.2010
NEDERLANDS