Operation Manual

Montageprincipes voor het naleven van de 3.2.2
werkkrachten
De werkkrachten volgens DIN EN 12453/12445 kunnen
nageleefd worden, als u de volgende punten in acht neemt:
Selecteer in de tabel onder afbeelding• 1 een combinatie
van afmeting A en B uit het gedeelte met grijze
achtergrond (voorkeurgedeelte).
Het zwaartepunt van de deur ligt in het midden van de •
deur (maximaal toelaatbare afwijking ± 20 %).
Aan de sluitkanten is een dempingsprofiel DP 2 * met het •
overeenkomstige C-profiel gemonteerd.
De aandrijving is op langzame bewegingssnelheid •
geprogrammeerd (zie hoofdstuk 4.6.2)
De terugkeergrens bij max. 50 mm openingsbreedte •
wordt over de volledige lengte van de hoofdsluitkant
gecontroleerd en nageleefd. Anders dient de A-afmeting
te worden vergroot.
Deze montagehandleiding wordt in acht genomen.•
Montageprincipes voor een lange levensduur3.2.3
U bereikt een lange levensduur van de aandrijving als u de
volgende voorwaarden vervult:
De deurloop is soepel lopend.•
Het voorkeurgedeelte (zie afbeelding• 1) werd
geselecteerd.
Voor een gelijkmatige deurloopsnelheid dienen •
afmetingen A en B bij benadering hetzelfde te zijn; het
maximaal verschil mag 40 mm niet overschrijden.
De deurloopsnelheid heeft directe invloed op de •
optredende krachten. Zij dienen aan de deursluitkanten
zo klein mogelijk te worden gehouden:
Indien mogelijk, de volledige slag van de spil
benutten.
Een groter wordende A-afmeting reduceert de
snelheid aan de sluitkant Deur-dicht.
Een groter wordende B-afmeting reduceert de
snelheid aan de sluitkant Deur-open.
Voor een grotere openingshoek van de deur dient
steeds een grote B-afmeting te worden geselecteerd.
De aandrijving moet op langzame snelheid
geprogrammeerd worden (zie hoofdstuk 4.6.2).
De max. openingshoek van de deur verkleint met een •
groter wordende A-afmeting.
Bij een grote openingshoek van de deur en/of een
kleine A-afmeting dient de aandrijving op langzame
snelheid te worden geprogrammeerd
(zie hoofdstuk 4.6.2).
Om het totaal van alle krachten op de spil te reduceren •
dient de A-afmeting en de afstand tussen draaipunt van
de deur en de spilbevestiging aan de deur zo groot
mogelijk te zijn.
OPMERKINGEN:
Een onnodig hoog geselecteerde openingshoek verslecht •
het loopgedrag van de deur.
De opgegeven waarden in de tabel onder afbeelding 1 •
zijn slechts richtwaarden.
* Toebehoren zijn niet in de standaarduitrusting begrepen!
Bevestiging van de beslagen3.2.4
De meegeleverde beslagen zijn galvanisch verzinkt en
daardoor voorbereid voor een nabehandeling.
Stenen of betonnen pijlers
Neem de aanbevelingen voor randafstanden bij pluggaten in
acht. Bij de meegeleverde pluggen bedraagt deze
minimumafstand een pluglengte.
Draai de pluggen zodanig dat de spreidrichting van de plug
parallel met de rand werkt.
Verbeteringen bieden compoundankers, waarbij een stifttap
zonder spanning in het metselwerk wordt geplakt.
Bij gemetselde pijlers dient een grote, meerdere stenen
bedekkende stalen plaat te worden aangeschroefd waarop
het hoekelement van de pijler kan worden gemonteerd of
gelast.
Goed geschikt om te monteren is ook een rond de pijlerkant
bevestigde hoekplaat.
Stalen stijlen
Controleer, of de ter beschikking staande steunbalk stabiel
genoeg is. Indien nodig moet de balk versterkt worden.
Zinvol kan ook het gebruik van borgklinkmoeren zijn.
De beslagen kunnen ook direct aangelast worden.
Houten stijlen
Het deurbeslag moet doorgeschroefd worden. Daarbij dienen
op de rugzijde van de stijl grote sluitringen te worden
gebruikt, beter nog een stalen plaat, zodat de bevestiging niet
kan loskomen.
Montage van de aandrijving3.2.5
OPGELET
Vuil
Bij boorwerken kunnen boorstof en spaanders tot
functiestoringen leiden.
Dek de aandrijving af bij boorwerken.
Bij de montage dient op een horizontale, stabiele en
veilige bevestiging zowel aan de pijler of stijl als ook aan
de deurvleugel te worden gelet.
Eventueel ook andere geschikte verbindingselementen
gebruiken. Niet geschikte verbindingselementen kunnen
de bij het openen en sluiten optredende krachten niet
standhouden.
Om de draaideuraandrijving te monteren:
Stijlbeslag overeenkomstig de bepaalde afmetingen 1.
monteren, de betreffende bouten invetten en de
aandrijving bevestigen (zie afbeelding 2.1).
Schuifstang maximaal tot aan de markering uitschroeven.2.
Om een reserve tot stand te brengen, de schuifstang 3.
aansluitend weer ½ omwenteling terugschroeven (zie
afbeelding 2.2).
De overeenkomstige bouten invetten, het schuifstang-4.
beslag monteren en met een lijmtang voorlopig aan de
deur bevestigen (zie afbeelding 2.2).
Controleer de definitieve afmetingen door manueel 5.
bewegen van de deur in de eindposities bij
losgekoppelde aandrijving (zie afbeelding 2.3).
Duid de boorgaten aan, verwijder de lijmtang, boor beide 6.
gaten en bevestig het schuifstang-beslag
(zie afbeelding 2.4).
64
TR10L012-A RE / 05.2010
NEDERLANDS