Operation Manual

Om de radiomodule te programmeren of de gegevens ervan
te wissen, dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn:
Er is geen instelmodus geactiveerd (DIL-schakelaar • 4 op
OFF).
De vleugels worden niet verplaatst.•
Er is geen waarschuwings- of openingstijd actief.•
OPMERKINGEN:
Voor de radiobesturing van de aandrijving moet een •
handzendertoets op een geïntegreerde radiomodule
geprogrammeerd worden.
De afstand tussen handzender en aandrijving moet •
minstens 1 m bedragen.
5.2.1 Programmeren van de handzender-toetsen voor
een geïntegreerde radiomodule
1-vleugelige bediening:
Zie afbeelding
12.1
Kanaal 1/2 = Vleugel A
2-vleugelige bediening:
Zie afbeelding
12.2
Kanaal 1 = Vleugel A+B
Kanaal 2 = Vleugel A
Druk 1x voor kanaal 1 of 2x voor kanaal 2 kort op 1.
printplaattoets P. Nogmaals op de printplaattoets P
drukken beëindigt de draadloze programmeringmodus
onmiddellijk.
Naargelang welk kanaal geprogrammeerd wordt, knippert
de rode LED RT nu 1x (voor kanaal 1) of 2x (voor
kanaal 2). In deze tijdspanne kan een handzendertoets
voor de gewenste functie geprogrammeerd worden.
Druk de handzendertoets die moet aangeleerd worden zo 2.
lang in tot de rode LED snel knippert.
Laat de handzendertoets los en druk er binnen 3.
15 seconden opnieuw op, tot de LED zeer snel knippert.
Laat de handzendertoets los.4.
De rode LED licht constant op en de handzendertoets is
klaar voor gebruik aangeleerd.
5.2.2 Wissen van alle gegevens in een geïntegreerde
radiomodule
Printplaattoets 1. P indrukken en ingedrukt houden.
LED RT knippert langzaam en signaleert klaar om te
wissen.
Het knipperen wordt sneller.
Nu zijn alle aangeleerde radiocodes van alle handzenders
gewist.
Printplaattoets 2. P loslaten.
Externe ontvanger5.3
In plaats van een geïntegreerde radiomodule kan voor de
bediening van de deuraandrijving een externe ontvanger
worden gebruikt voor de functies Impuls en
Doorgangsvleugel.
Externe ontvanger aansluiten5.3.1
Steek de stekker van een externe ontvanger in het 1.
overeenkomstige stopcontact (zie afbeelding 12.3).
De draden van de externe ontvanger dienen als volgt te
zijn aangesloten:
GN aan klem 20 (0 V)
WH aan klem 21 (signaal voor de impulsbesturing
kanaal 1, 0 V schakelend)
BN aan klem 5 (+24 V)
YE aan klem 22 (signaal voor de doorgangsvleugel
kanaal 2, 0 V schakelend). Alleen bij een 2-kanaal-
ontvanger.
De gegevens van een geïntegreerde radiomodule wissen, 2.
om dubbele bewegingen te vermijden
(zie hoofdstuk 5.2.2).
Leer de handzendertoets voor de functie 3. Impuls
(kanaal 1) en Doorgangsvleugel (kanaal 2) aan de hand
van de bedieningshandleiding voor de externe ontvanger
aan.
OPMERKING:
De antennekabel van de externe ontvanger mag niet met
metalen voorwerpen (nagels, steunbalken, enz.) in contact
komen. De beste richting moet door testen bepaald worden.
6 Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij
deurbeweging
In het bereik van de deur kunnen letsels
of beschadigingen veroorzaakt worden
als de deur in beweging is.
Kinderen mogen niet bij de
deurinstallatie spelen.
Vergewis u ervan dat er zich geen
personen of voorwerpen binnen het
bewegingsbereik van de deur
bevinden.
Vergewis u ervan dat er zich geen
personen of voorwerpen tussen
deur en aandrijvingmechanisme
bevinden.
Stel de deuraandrijving enkel in
werking wanneer u het
bewegingsbereik van de deur kunt
overzien en deze over slechts één
veiligheidsvoorziening beschikt.
Controleer de deurbeweging tot de
deur de eindpositie bereikt heeft.
Rijd of loop pas door deuropening
van deurinstallaties met
afstandsbediening als de deur zich
in de eindpositie Deur-open bevindt!
Functiecontroles
De werking van de mechanische ontgrendeling
maandelijks controleren.
Om de veiligheidsreset te
controleren, stopt u de deur met
beide handen terwijl zij sluit.
De deurinstallatie moet dan
uitschakelen en de veiligheidsreset
inleiden.
Geef onmiddellijk aan een deskundige opdracht voor
controle of herstelling wanneer de veiligheidsreset niet
functioneert.
TR10L012-A RE / 05.2010 71
NEDERLANDS