User manual

OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord vereist is om de slaapstand te beëindigen,
moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
De hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten)
Via Energiebeheer kunt u handmatig de hibernationstand activeren en energiebeheerinstellingen en time-
outs wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens
Energiebeheer.
2. Selecteer in het linkerdeelvenster Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen (aanduiding verschilt
mogelijk per product).
3. Afhankelijk van uw product kunt u op een van de volgende manieren de hibernationstand inschakelen
voor accuvoeding of een externe voedingsbron:
Aan-uitknop—Selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop, slaapstandknop en klep
(aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik op de aan/uit-knop druk en vervolgens
Hibernationstand.
Slaapstandknop (alleen bepaalde producten)—Selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop,
slaapstandknop en klep (aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik op de slaapstandknop
druk en vervolgens Hibernationstand.
Klep (alleen bepaalde producten)—Selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop,
slaapstandknop en klep (aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik de klep sluit en
vervolgens Hibernationstand.
Aan-uitmenu—Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en schakel
vervolgens onder Instellingen voor afsluiten het selectievakje Hibernationstand in.
Het aan-uitmenu kan worden geopend door de knop Start te selecteren.
4. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om de hibernationstand te activeren, gebruikt u de methode die u in stap 3 hebt gebruikt.
Om de hibernationstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord vereist is om de hibernationstand te
beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Computer afsluiten (uitschakelen)
BELANGRIJK: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen.
Zorg ervoor dat u uw werk opslaat voordat u de computer afsluit.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en koppel de computer los van de externe
voedingsbron.
De aanbevolen procedure hiervoor is de opdracht Afsluiten in Windows.
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of hibernationstand staat, moet u eerst de slaap- of
hibernationstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken.
Computer afsluiten (uitschakelen) 31