Naslaggids voor de hardware
© Copyright 2018, 2019 HP Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van de HP ProDesk Business-pc. WAARSCHUWING! Duidt een gevaarlijke situatie aan die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet wordt vermeden. VOORZICHTIG: Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in licht of matig letsel wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
vi Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van het product ....................................................................................................................... 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................................. 2 Onderdelen op het achterpaneel .....
Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport ................................. 42 Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ............................................................................................ 42 Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid ..................................................................................................... 43 Gebruik .....................................................................................
1 Voorzieningen van het product Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Open het hulpprogramma HP Support Assistant voor ondersteuning voor en meer informatie over de op de computer geïnstalleerde hardware en software. OPMERKING: Dit model computer kan rechtopstaand en liggend worden gebruikt.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor de dunne optischeschijfeenheid afgedekt door een afdekplaatje.
Onderdelen op het achterpaneel Tabel 1-2 Onderdelen op het achterpaneel Onderdeel Onderdeel 1 Audio-ingang 5 VGA-monitorconnector 2 RJ-45-netwerkconnector 6 USB-poorten (4) 3 Audio-uitgang voor audioapparaten met netvoeding 7 USB SuperSpeed-poorten (2)* 4 DisplayPort monitorconnector 8 Netsnoerconnector *Op deze poorten kan een USB-apparaat worden aangesloten.
Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u op de buitenkant van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met ondersteuning.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Voor sommige installatieprocedures is een T15 Torx of een gewone schroevendraaier nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Het demonteren voorbereiden Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer op de juiste manier af via het besturingssysteem en schakel vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Plaats het paneel op de computer (1) schuif het paneel (2) naar de voorkant en draai de schroef vast (3) om het paneel vast te zetten.
Het voorpaneel verwijderen 1. Maak de computer klaar voor demontage. Raadpleeg Het demonteren voorbereiden op pagina 6. 2. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Zie Het toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 6. 3. Til de vier lipjes aan de bovenkant van het paneel op (1) en draai het paneel vervolgens weg van de behuizing (2). OPMERKING: Mogelijk heeft u een hulpmiddel nodig om de drie lipjes van het paneel los te maken.
Het afdekplaatje van een slanke optischeschijfeenheid verwijderen Bij sommige modellen moet het afdekplaatje van de slanke optischeschijfeenheid worden verwijderd, voordat u een slanke optischeschijfeenheid kunt installeren. Ga als volgt te werk om het afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel van de computer. Zie Het toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 6 en Het voorpaneel verwijderen op pagina 8. 2.
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai vervolgens de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het paneel vastklikt.
Van bureau- naar tower-configuratie overgaan De Small Form Factor computer kan worden gebruikt in staande positie met een optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP. OPMERKING: HP beveelt het gebruik van een towerstandaard aan om de computer te stabiliseren wanneer deze in een towerconfiguratie wordt gebruikt. 1. Maak de computer klaar voor demontage. Raadpleeg Het demonteren voorbereiden op pagina 6. 2.
Systeemkaartconnectoren In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. Tabel 2-1 Systeemkaartconnectoren 12 Nr. Systeemkaartconnector Systeemkaartlabel Kleur Onderdeel 1 PCI Express x16 X16PCIEXP Zwart Uitbreidingskaart 2 PCI Express x4 X4PCIEXP Zwart Uitbreidingskaart 3 Batterij BAT Zwart Geheugenmodule 4 DIMM2 DIMM2 Wit Geheugenmodule 5 DIMM1 DIMM1 Wit Geheugenmodule 6 SATA 3.
Systeemgeheugen upgraden De computer wordt geleverd met DDR4-SDRAM (Double Data Rate 4 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). De geheugenvoetjes op de systeemkaart zijn gevuld met ten minste één vooraf geïnstalleerde geheugenmodule. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 32 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren in een tweekanaalsmodus met hoge prestaties.
B de twee andere DIMM's van 1 GB. In deze configuratie wordt 4 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 1 GB in enkelkanaalmodus. ● De maximale bewerkingssnelheid wordt in elke modus bepaald door de traagste DIMM in het systeem. BELANGRIJK: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert.
3. Open beide vergrendelingen (1) van het geheugenmodulevoetje en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Druk de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn (3). OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket. Bevolk de zwarte DIMM-voetjes voor de witte DIMM-voetjes.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer heeft één PCI Express x1-uitbreidingssleuf en één PCI Express x16-uitbreidingssleuf. OPMERKING: profiel. De PCI Express-uitbreidingssleuven ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag In de PCI Express x16-sleuf kunt u een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren. Voor configuraties met twee grafische kaarten moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI Express x16-sleuf.
b. Als u een PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer totdat de connectors loskomen uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje (1) en verwijder vervolgens de kaart uit de lade van de uitbreidingskaart (2).
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterzijde van het uitbreidingsslot van de kaart af (1) en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het voetje. Trek de kaart recht omhoog (2) en weg van de binnenkant van het chassis (3) om deze te verwijderen. 6. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 7. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken.
8. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van de behuizing (1), zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van de behuizing. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
10. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart. Sluit interne kabels aan op de systeemkaart, indien van toepassing. 11. Plaats het toegangspaneel terug. 12. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 14. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Schijfeenheden verwijderen en installeren Houd rekening met de volgende richtlijnen als u schijfeenheden installeert: ● De primaire Seriële ATA (SATA) harde schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0. ● Sluit een optischeschijfeenheid aan op de lichtblauwe SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1.
3. Koppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optischeschijfeenheid los. 4. Druk de ontgrendelingshendel achterop de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid door het voorpaneel (2). Een slanke optischeschijfeenheid van 9,5 mm installeren 22 1. Maak de computer klaar voor demontage. Raadpleeg Het demonteren voorbereiden op pagina 6. 2. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 6. 3.
4. Lijn de kleine pin op de ontgrendelingshendel uit met het kleine gat aan de zijkant van de schijf en druk de vergrendeling stevig op de schijfeenheid. 5. Duw de optische schijfeenheid helemaal naar binnen (1) totdat deze vastklikt (2).
6. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. 7. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector met de aanduiding SATA1 op de systeemkaart. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaartconnectoren op pagina 12 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 8. Vervang het voorpaneel als dat verwijderd is. 9. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 10.
3. Koppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optischeschijfeenheid los. 4. Druk de ontgrendelingshendel achterop de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid door het voorpaneel (2).
5. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf. 6. Druk de ontgrendelingshendel van de schijfhouder naar binnen (1), kantel de schijfhouder omhoog (2) en schuif vervolgens de lipjes aan de zijkant van de schijfhouder uit de behuizing (3). 7.
● 8. Als u een 2,5-inch vaste schijf verwijdert, verwijder dan eerst de vier schroeven (1) waarmee de schijf op de schijfhouder vastzit en schuif vervolgens de schijf uit de schijfhouder (2). Installeer de nieuwe schijfeenheid in de schijfhouder. ● Als u een 3,5-inch vaste schijf installeert, schuift u eerst de schijfeenheid in de schijfeenheidcontainer (1) en daarna zet u deze vast met vier standaardschroeven van 6-32 (2).
● Als u een 2,5-inch vaste schijf installeert, schuift u de schijf in de schijfeenheidcontainer (1) en daarna zet u deze vast met vier metrische schroeven van M3 (2). OPMERKING: De vier schroefgaten voor de 2,5-inch vaste schijf zijn gemarkeerd met "B" aan de bovenkant van de schijfhouder.
9. Houd de schijfhouder onder een hoek en steek de lipjes aan de zijkant van de schijfhouder (1) in de sleuven op de behuizing. Druk vervolgens de andere kant van de schijfhouder omlaag zodat de vergrendeling op de behuizing vastklikt (2). 10. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
11. Duw de optischeschijfeenheid helemaal naar binnen door het voorpaneel (1) totdat de eenheid vastklikt (2). 12. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. 13. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 14. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in. 15. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Een veiligheidsslot installeren De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Beveiligingsvergrendeling V2 voor HP Business PC 1. Leg de beveiligingskabel om een vast voorwerp heen. 2. Bevestig de sluiting voor de beveiligingskabel aan een computer met behulp van de juiste schroeven voor uw omgeving (schroeven niet meegeleverd) (1) en plaats vervolgens het afdekplaatje op de onderkant van de kabelsluiting (2). OPMERKING: Deze stap is niet nodig als u de beveiligingskabel door een stationair object heeft gelust, zoals weergegeven in stap 1.
3. Schuif de beveiligingskabel door de sluiting. OPMERKING: Deze stap is niet nodig als u de beveiligingskabel door een stationair object heeft gelust, zoals weergegeven in stap 1. 4. Als de configuratie van uw werkstation is voorzien van een monitor die u wilt beveiligen, doe dan het volgende: trek de twee ijzeren plaatjes van de monitorvergrendeling uit elkaar en steek het slot in de veiligheidssleuf op de achterzijde van de monitor (1).
34 5. Schuif de beveiligingskabel door de ring die aan de monitor vast is geïnstalleerd. 6. Bevestig de sluiting voor de accessoirekabels aan een computer met behulp van de juiste schroef voor uw omgeving (schroef niet meegeleverd) (1) en plaats vervolgens de accessoirekabels op de onderkant van de kabelsluiting (2).
7. Schuif de beveiligingskabel door de gaten in de sluiting voor de accessoirekabels. 8. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
9. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop (2) in om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. 10. Wanneer u alle stappen hebt uitgevoerd, worden alle apparaten op uw werkstation bevestigd.
A Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
8. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. 38 Knijp de metalen klem (1) boven de batterij enigszins samen om de batterij los te maken uit de houder. Verwijder de batterij (2) zodra deze loskomt.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool (1) naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem over de rand van de batterij springt (2). Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. OPMERKING: voltooien. 9. Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te Plaats het toegangspaneel terug.
11. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). 12. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
B Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 42 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
D Toegankelijkheid HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt, inclusief personen met een handicap, zowel op zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten. Ondersteunde technologie die wordt ondersteund HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en kunnen worden geconfigureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën.
Index A achterpaneel, onderdelen 3 B Batterij vervangen 37 beveiliging Beveiligingsvergrendeling voor HP Business PC 32 hangslot 31 kabelslot 31 bevestigen kabels van schijfeenheden 21 optische schijfeenheid 22 E Elektrostatische ontlading, schade voorkomen 41 G geheugen installatie 13 voetjes vullen 13 R richtlijnen voor computergebruik 42 S sloten Beveiligingsvergrendeling voor HP Business PC 32 hangslot 31 kabelslot 31 stations installatie 21 Kabelaansluitingen 21 locaties 20 systeemkaartconnectoren 1