Hardware Reference Guide - HP Engage One Retail System, Model 141, 143, 145
Geheugen installeren
De computer wordt geleverd met ten minste een vooraf geïnstalleerd DDR4-SDRAM-geheugen (Double Data
Rate 4 Synchronous Dynamic Random Access Memory) in de vorm van SODIMM (Small Outline Dual Inline
Memory Module). De systeemkaart bevat twee geheugenmodulevoetjes voor maximaal 32 GB aan geheugen.
DDR4-SDRAM SODIMM's
Voor de werking van het juiste systeem moeten de geheugenmodules DDR4-SDRAM SODIMM's van 1,2 volt
zijn die aan de onderstaande specicaties voldoen:
● Industriestandaard 260-pins
● Ongebuerd, compatibel met niet-ECC PC4-19200 DDR4-2400 MHz-compliant
● Ondersteuning voor CAS-latentie DDR4 2400 MHz (17-17-17 timing)
● Voorzien zijn van de verplichte specicatie van de Joint Electronic Device Engineering Council (JEDEC)
De computer ondersteunt het volgende:
● 512-Mbit, 1-Gbit, 2-Gbit, 4-Gbit en 8-Gbit niet-ECC-geheugentechnologieën
● Enkelzijdige en dubbelzijdige SODIMM's
● De volgende SODIMM's zijn beschikbaar:
– 4 GB (1 x 4 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
– 8 GB (1 x 8 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
– 8 GB (2 x 4 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
– 16 GB (1 x 16 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
– 16 GB (2 x 8 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
– 32 GB (2 x 16 GB) DDR 42400 SODIMM-geheugen
OPMERKING: Het systeem functioneert niet goed wanneer er niet-ondersteunde SODIMM's zijn
geïnstalleerd.
Een geheugenmodule verwijderen en installeren
1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en schakel alle externe apparatuur uit.
2. Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u de geheugenmodule vervangt. Er staat altijd spanning op de
geheugenmodule zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het
systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van een geheugenmodule terwijl er
spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de geheugenmodule of
de systeemkaart.
3. Verwijder de computerkopeenheid van de staander. Zie De kopeenheid van de Engage One van de
standaard verwijderen op pagina 24.
4. Verwijder het beeldscherm van de kopeenheid van de computer. Zie Het beeldscherm verwijderen
op pagina 31.
38 Hoofdstuk 3 Hardwareconguraties en -upgrades










