Gebruikershandleiding
© Copyright 2018 HP Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Pentium en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Welkom ........................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 2 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
HP MAC Address Pass Through gebruiken om uw computer in een netwerk te identificeren (alleen bepaalde producten) ........................................................................................................................................... 24 MAC Address Pass Through aanpassen ............................................................................................ 24 4 Navigeren op het scherm ...................................................................................................
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 37 Lage acculading herkennen .............................................................................................................. 37 Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 38 Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is ......
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 51 HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 51 De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 52 Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren ..............................................................................
HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ........................................................................................................ 66 HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken ............................................................................................ 66 HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ...................................................................... 66 De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden .............
xii
1 Welkom Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Informatie zoeken Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies HP ondersteuning ● Online chatten met een technicus van HP Voor HP ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/ support.
Bron Inhoud BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn met internet. *U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd of dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen.
2 Onderdelen Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken. Hardware zoeken Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd: ▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die in uw computer zijn geïnstalleerd.
Rechts Onderdeel (1) Beschrijving Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten gelezen die informatie opslaan, beheren, delen of openen. Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen: 1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht. 2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Onderdeel Beschrijving compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een snel HDMI-apparaat (High-Definition Multimedia Interface). (5) USB Type-C-netvoedingsconnectorpoort en Thunderbolt™-poorten (2) met HP opladen in slaapstand Hierop kunt u een netvoedingsadapter met een USB-Type-Cconnector aansluiten om de computer van stroom te voorzien en indien nodig de computeraccu op te laden.
Onderdeel Beschrijving (1) USB SuperSpeed-poort met HP opladen in slaapstand Hiermee sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook snelle gegevensoverdracht en zelfs wanneer de computer is ingeschakeld, laadt deze poort de meeste apparaten, zoals mobiele telefoons, camera's, activiteitentrackers of smartwatches, op. (2) USB SuperSpeed-poort Hiermee sluit u een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon, camera, activiteittracker of smartwatch, aan.
Onderdeel Beschrijving energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. Beeldscherm OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) WWAN-antennes* (alleen bepaalde producten) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (Wireless Wide Area Networks).
Onderdeel Beschrijving – of – ▲ Selecteer de knop Start, selecteer HP en vervolgens HP documentatie. Toetsenbordzone Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te activeren. (2) Linkerbesturingszone Gebied met structuur voor het uitvoeren van extra bewegingen. (3) Rechterbesturingszone Gebied met structuur voor het uitvoeren van extra bewegingen.
Lampjes Onderdeel (1) Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere nietbenodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Bij sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie oranje wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn. (8) Lampje delen of presenteren Aan: Delen is ingeschakeld. (9) Antwoordlampje Aan: Gesprek beantwoorden is ingeschakeld. (10) Lampje gesprek beëindigen Aan: Gesprek beëindigen is ingeschakeld.
Onderdeel Beschrijving VOORZICHTIG: Het ingedrukt houden van de aan/uit-knop resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures geen effect hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen. ▲ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens Energie- opties.
Onderdeel (5) Beschrijving Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een numeriek toetsenblok dat over de alfabettoetsen van het toetsenbord is geplaatst. Wanneer Num Lock wordt ingedrukt, kan het toetsenblok worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok. Met elke toets van dit toetsenblok wordt de functie uitgevoerd die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Symbool Beschrijving Hiermee dempt u het geluid van de microfoon. Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld. OPMERKING: Als u accustroom wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit. Hiermee schakelt u het geïntegreerde numerieke toetsenblok in en uit. Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit. OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan worden gemaakt.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (2) Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
Onderdeel (1) HP productnaam (alleen bepaalde producten) (2) Modelnummer (3) Productnaam (4) Serienummer (5) Garantieperiode Onderdeel 16 (1) HP productnaam (alleen bepaalde producten) (2) Productnaam (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Label(s) met kennisgevingen: biedt kennisgevingen over de computer.
Een SIM-kaart plaatsen (alleen bepaalde producten) VOORZICHTIG: Het plaatsen van een SIM-kaart van de verkeerde grootte kan de SIM-kaart beschadigen of veroorzaken dat de SIM-kaart vast komt te zitten in de sleuf. Het gebruik van de SIM-kaartadapters wordt niet aangeraden. Gebruik zo weinig mogelijk kracht als u een SIM-kaart plaatst of verwijdert, om schade aan de SIM-kaart of de connectoren te voorkomen.
3 Netwerkverbindingen U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
– of – ▲ Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en selecteer Netwerk- en internetinstellingen. Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem.
verbinding maken met internet, e-mailen en uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor een Wi-Fihotspot nodig hebt. OPMERKING: Als uw computer HP Mobile Connect bevat, zijn de instructies in dit gedeelte niet van toepassing. Zie HP Mobile Connect Pro gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 20. Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om de dienst voor mobiel breedband te activeren.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten.
Delen 1. 2. Controleer of de NFC-functie is ingeschakeld. a. Typ draadloos in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Draadloze apparaten inof uitschakelen. b. Controleer of de selectie voor NFC ingeschakeld is. Tik op het NFC-tikgebied met een NFC-ondersteund apparaat. U hoort mogelijk een geluidssignaal wanneer er verbinding is gemaakt met het apparaat. OPMERKING: Om de locatie van de antenne op het andere NFC-apparaat te vinden, raadpleegt u de instructies van het apparaat. 3.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een router. OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk vervolgens op enter. De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. HP MAC Address Pass Through gebruiken om uw computer in een netwerk te identificeren (alleen bepaalde producten) MAC Address Pass Through biedt een aanpasbare manier om uw computer en de bijbehorende communicatie op netwerken te herkennen.
4 Navigeren op het scherm U kunt op een of meer van de volgende manieren door het computerscherm navigeren: ● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken ● Met aanraakbewegingen op het touchpad ● Een optionele muis of een optioneel toetsenbord gebruiken (moet apart worden aangeschaft) ● Een schermtoetsenbord gebruiken ● EasyPoint-muisbesturing gebruiken Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het com
Zoomen door met twee vingers te knijpen Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of op het aanraakscherm en ze vervolgens naar elkaar toe te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of op het aanraakscherm en ze vervolgens van elkaar af te bewegen.
Tikken met vier vingers (alleen touchpad) Gebruik tikken met vier vingers om het actiecentrum te openen. ● Tik met vier vingers op het touchpad om het actiecentrum te openen en huidige instellingen en de meldingen te bekijken. Vegen met drie vingers (alleen touchpad) Gebruik vegen met drie vingers om geopende vensters te bekijken en om te schakelen tussen geopende vensters en het bureaublad. ● Veeg drie vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen. ● Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin u wilt bewegen. ● Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het object te verplaatsen.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer zowel zakelijk als privé. U kunt bijvoorbeeld met anderen praten via de camera, audio en video mixen of externe apparaten aansluiten, zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers. Zie Onderdelen op pagina 4 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten) Uw computer heeft een camera (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt.
Een headset aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid. U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding: ▲ Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie. – of – ▲ Selecteer de knop Start, selecteer HP en vervolgens HP documentatie.
DisplayPort-apparaat aansluiten met een USB Type-C-kabel (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een USB Type-C Thunderbolt-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel nodig die u afzonderlijk moet aanschaffen. Om video of beeldschermuitvoer met een hoge resolutie te bekijken op een extern Thunderbolt-apparaat, sluit u het Thunderbolt-apparaat aan volgens de onderstaande instructies: 1.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. Als u het beeld van het computerscherm op een high-definition-televisie of -monitor wilt weergeven, sluit u het high-definition-apparaat aan de hand van de volgende instructies aan: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw computer.
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt. Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) U kunt gebruikers als volgt de sluimerstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en timeouts laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer. 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energie en selecteer vervolgens Energiebeheer. 2.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af. 2. Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten. Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde: ● Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten. ● Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt.
● Als de resterende acculading tussen nul en 50% ligt, wordt de accu in minder dan 30 tot 45 minuten opgeladen tot 50% van de volledige capaciteit, afhankelijk van uw computermodel. ● Als de resterende acculading tussen nul en 90% ligt, wordt de accu in minder dan 90 minuten opgeladen tot 90% van de volledige capaciteit. Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u uw computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan op uw computer en op een externe voeding.
● Het pictogram Energie geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Raadpleeg Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken op pagina 36 voor meer informatie over het pictogram Energie. Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Als de sluimerstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan.
Externe voeding gebruiken Raadpleeg de poster Installatie-instructies die meegeleverd is in de doos van de computer voor informatie over het aansluiten van de computer op een externe voeding. De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voeding via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat of dockingproduct.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het op Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS, dat op elk besturingssysteem werkt) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● De wachtwoorden voor de BIOS-beheerder, inschakelen en DriveLock worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoord Functie OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. Opstartwachtwoord ● Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. ● Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer niet meer inschakelen of opnieuw opstarten.
● Computers of tablets met een toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op F10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Zet de tablet uit. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op f10 om Computer Setup te openen. 2. Voer uw huidige BIOS-beheerderswachtwoord in. 3.
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Typ bij de prompt BIOS administrator password (BIOS-beheerderswachtwoord) uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen). Druk vervolgens op enter. Na twee mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen. DriveLock-beveiligingsopties gebruiken Met DriveLock voorkomt u ongeoorloofde toegang tot de inhoud van een vaste schijf.
4. Gebruik de toets enter, klik met de linkermuisknop of gebruik het aanraakscherm om het selectievakje Automatic DriveLock te selecteren. 5. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u het pictogram Opslaan en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer Hoofdmenu, selecteer Wijzigingen opslaan en afsluiten en druk vervolgens op enter. Automatic DriveLock uitschakelen Volg deze stappen om Automatic DriveLock uit te schakelen: 1. Start Computer Setup.
Handmatige DriveLock selecteren VOORZICHTIG: Noteer het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord voor DriveLock zorgvuldig en bewaar dit uit de buurt van de computer om te voorkomen dat een met DriveLock beschermde vaste schijf permanent onbruikbaar wordt. Als u beide DriveLock-wachtwoorden vergeet, is de vaste schijf permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
● ● Computers of tablets met een toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan-uitknop en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Zet de tablet uit. 2. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op f10 om Computer Setup te openen. 2.
Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het DriveLockgebruikerswachtwoord of -hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord hebt ingesteld). Druk daarna op enter. Als u drie keer het verkeerde wachtwoord hebt ingevoerd, moet u de computer uitschakelen en het opnieuw proberen. DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan-uitknop. 3.
Windows Defender is vooraf geïnstalleerd op de computer. Wij raden u aan om een antivirusprogramma te blijven gebruiken om uw computer volledig te beveiligen. Open HP Support Assistant voor meer informatie over computervirussen. Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
HP Managed Services gebruiken (alleen bepaalde producten) HP Managed Services is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op effectieve wijze kunnen beheren en beveiligen. Met HP Managed Services bent u beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van het apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en beveiligingsproblemen. U kunt de software snel downloaden en installeren.
8 Onderhoud Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. De status van HP 3D DriveGuard herkennen Het vasteschijflampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is geparkeerd.
Reinigingsprocedures Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer. WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3. Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten.
– Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. – Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer. ● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
9 Back-ups maken, herstellen en terugzetten Dit hoofdstuk biedt informatie over de volgende processen, die voor de meeste producten standaardprocedures zijn: ● Back-up maken van uw persoonlijke gegevens: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een back-up van uw persoonlijke gegevens te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55). ● Herstelpunt maken: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een herstelpunt te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55).
OPMERKING: Als er op uw computer naast de Windows-partitie geen herstelpartitie wordt weergegeven, neemt u dan contact op met ondersteuning om een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/ support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm. Voor bepaalde producten kunt u het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om HP terugzetmedia op een USB-flashstation te zetten waarmee kan worden opgestart.
1. Typ herstel in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Herstelbeheer. 2. Selecteer Terugzetmedia maken en volg de instructies op het scherm. Zie Herstellen met HP Herstelbeheer op pagina 58 als u het systeem wilt herstellen. Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken HP terugzetmedia maken met het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery: 1. Ga naar http://www.hp.com/support. 2. Selecteer Software en drivers en volg de instructies op het scherm.
Herstellen met HP Herstelbeheer Met de software HP Herstelbeheer kunt u de computer herstellen naar de oorspronkelijke staat door gebruik te maken van de eerder gemaakte of bij HP aangevraagde HP terugzetmedia of de HP Terugzetpartitie (alleen bepaalde producten). Zie HP terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 55 als u nog geen terugzetmedia hebt gemaakt. BELANGRIJK: HP Herstelbeheer maakt niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens.
Voor tablets zonder toetsenbord: ▲ Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid harder ingedrukt en selecteer vervolgens f11. 2. Selecteer Problemen oplossen in het menu met opstartopties. 3. Selecteer HP Herstelbeheer en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als uw computer niet automatisch opnieuw opstart in HP Herstelbeheer, wijzigt u de opstartvolgorde van de computer en volgt u de instructies op het scherm.
De HP Terugzetpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) Met HP Herstelbeheer-software kunt u de HP Terugzetpartitie (alleen bepaalde producten) verwijderen om meer schijfruimte vrij te maken op de vaste schijf. BELANGRIJK: Nadat u de HP Terugzetpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP terugzetmedia maken. Maak daarom HP terugzetmedia voordat u de herstelpartitie verwijdert. Zie HP terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 55.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Gebruik een van de volgende methoden om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Selecteer het pictogram Exit (Afsluiten) rechtsonder in het scherm en volg de instructies op het scherm. – of – Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
BIOS-versie vaststellen Om te bepalen of u Computer Setup (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer is geïnstalleerd. Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS genoemd) kunt u weergeven door op fn +esc te drukken (als Windows al is gestart) of door Computer Setup te gebruiken. 1. Start Computer Setup. Zie Computer Setup starten op pagina 61. 2. Selecteer Main (Hoofdmenu) en selecteer vervolgens System Information (Systeeminformatie). 3.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk: 1. Typ verkenner in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens File Explorer (Bestandsverkenner). 2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale schijf (C:). 3.
HP Sure Start gebruiken (alleen bepaalde producten) Bepaalde computermodellen zijn geconfigureerd met HP Sure Start, een technologie die het BIOS van de computer controleert op aanvallen of beschadigingen. Als het BIOS beschadigd raakt of wordt aangevallen, herstelt HP Sure Start automatisch het BIOS in de vorige veilige staat, zonder tussenkomst van de gebruiker. HP Sure Start is geconfigureerd en al ingeschakeld zodat de meeste gebruikers de standaardconfiguratie van HP Sure Start kunnen gebruiken.
11 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is een hulpprogramma voor Windows waarmee u diagnosetests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt uitgevoerd in het besturingssysteem Microsoft Windows om hardwareproblemen te diagnosticeren. Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) niet op uw computer is geïnstalleerd, moet u dit eerst downloaden en installeren.
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden: 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven. 2. Selecteer de koppeling Downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer vervolgens de locatie voor de installatie: Om uit het hulpprogramma op uw computer uit te voeren, downloadt u dit naar het bureaublad van uw computer.
Als uw pc niet in Windows opgestart wordt, kunt u HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken om hardwareproblemen te diagnosticeren. Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden, wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Neem contact op met de ondersteuning voor hulp bij het oplossen van problemen en geef hierbij de fout-id-code op.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Voor bepaalde producten is het mogelijk nodig om de software naar een USB-flashstation te downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer. HP Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-flashstation downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer (alleen bepaalde producten): 1. Ga naar http://www.hp.com/support. 2.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen Door de instelling Remote HP PC Hardware Diagnostics in Computer Setup (BIOS) te gebruiken, kunt u de volgende aanpassingen uitvoeren: ● Een schema instellen voor het uitvoeren van diagnoses op de achtergrond. U kunt diagnoses ook direct in interactieve modus starten door Remote HP PC Hardware Diagnostics uitvoeren te selecteren. ● De locatie instellen voor het downloaden van de diagnosehulpmiddelen.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen kunnen worden gebruikt, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan zijn op basis van een autonoom systeem of met behulp van de juiste assistieve apparaten. Voor de meest recente informatie over HP toegankelijkheid gaat u naar http://www.hp.com/accessibility.
Index A aan/uit-knop herkennen 11 aan/uit-lampjes 7, 10 aan-uitknop, herkennen 7 accu in de fabriek verzegeld 38 informatie zoeken 37 lage acculading 37 ontladen 37 problemen met een laag accuniveau verhelpen 38 stroom besparen 37 Accu-informatie zoeken 37 accu laden 37 Acculampje 6 accuvoeding 36 Actietoetsen 13 draadloze communicatie 14 gebruiken 13 geluid uit 13 helderheid van het beeldscherm 13 Herkennen 13 Privacyscherm 13 schakelen tussen beeldschermen 13 toetsenbordlampje 14 volume van luidsprekers 1
E Elektrostatische ontlading 73 energiebeheer 34 energie-instellingen gebruiken 36 en Thunderbolt-poort met HP opladen in slaapstand USB Type-C herkennen 6 Esc-toets herkennen 12 externe voeding gebruiken 39 F firewallsoftware 49 fn lock-lampje, herkennen Fn-toets, herkennen 12 10 G Gebruikerswachtwoord 41 gegevensoverdracht 33 gegevens overdragen 33 geheugenkaartlezer, herkennen 5 geïnstalleerde software, zoeken 4 Geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 13 geluid.
linkerbesturingszone herkennen 9 Luidsprekers aansluiten 29 Luidsprekers, herkennen 12, 15 M microfoon dempen, toets herkennen 14 Miracast 33 N Netvoedingsconnector Herkennen 6 USB Type-C herkennen 6 NFC 21 NFC-tikgebied, herkennen 9 num Lock-lampje 10 O omgevingsvereisten 72 onderdelen beeldscherm 8 linkerkant 6 Onderkant 15 rechterkant 5 toetsenbordzone 9 Onderdelen aan de linkerkant 6 Onderdelen aan de rechterkant 5 onderhoud programma's en stuurprogramma's bijwerken 52 Onderhoud Schijfdefragmentatie 51
TPM-instellingen 64 U USB SuperSpeed poort, herkennen 7 USB SuperSpeed-poort met HP opladen in slaapstand, herkennen 7 USB Type-Cnetvoedingsconnectorpoort en Thunderbolt-poort met HP opladen in slaapstand, herkennen 6 USB Type-C-poort, herkennen 31 V Vegen met drie vingers, touchpadbeweging 27 Ventilatieopeningen, herkennen 5, 7, 15 Verbinding maken met WLAN 19 verzenden van de computer 53 video Draadloze beeldschermen 33 HDMI-poort 32 Thunderbolt-poortapparaat 31 USB Type-C 31 Video 30 vingerafdrukken re