Naslaggids voor hardware
© Copyright 2019 HP Development Company, L.P. DisplayPort™ en het DisplayPort™-logo zijn handelsmerken die het eigendom zijn van de Video Electronics Standards Association (VESA®) in de Verenigde Staten en andere landen. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De van toepassing zijnde garanties voor HP producten en diensten zijn vastgelegd in de uitdrukkelijke garantiebepalingen die bij dergelijke producten en diensten worden meegeleverd.
Over deze handleiding WAARSCHUWING! Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in ernstig letsel of de dood wanneer dit gevaar niet wordt voorkomen. VOORZICHTIG: Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in licht of matig letsel wanneer dit gevaar niet wordt voorkomen. BELANGRIJK: Geeft informatie aan die belangrijk, maar mogelijk geen gevaar inhoudt (bijvoorbeeld berichten over materiële schade).
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Functies van het product ................................................................................................................................ 1 Onderdelen ............................................................................................................................................................. 2 Locatie van certificaten en labels ..........................................................................................................................
Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) .................................................................... 31 BIOS-instellingen wijzigen in het hulpprogramma voor de configuratie van HP BIOS (HPBCU) ........................ 33 Een BIOS bijwerken of herstellen ........................................................................................................................ 35 Diagnose en problemen oplossen ................................................................................................
1 Functies van het product Deze gids beschrijft de functies van de thin client. Ga voor meer informatie over de hardware en software die op deze thin client is geïnstalleerd, naar http://www.hp.com/go/quickspecs en zoek naar deze thin client. Er zijn diverse opties leverbaar voor uw thin client. Ga voor meer informatie over sommige beschikbare opties naar de website van HP http://www.hp.com en zoek naar uw specifieke thin client.
Onderdelen Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/go/quickspecs en zoek uw thin client om de QuickSpecs te zoeken. Tabel 1-1 Onderdelen 2 Onderdeel Onderdeel 1 Aan/uit-knop 9 Optionele poort. Als dubbele coaxiale kabelconnectoren worden gebruikt, kunnen deze zijn meegeleverd voor een externe antenne of seriële poort (afgebeeld) 2 USB-A 3.1 Gen 1-poort 10 USB-A 3.1 Gen 1-poorten (2) 3 USB-A 3.1 Gen 2-poort 11 USB-A 2.0-poorten (2) 4 USB-C 3.
Locatie van certificaten en labels De certificaten, labels met kennisgevingen en serienummer bevinden zich onder de zijklep. Houd dit serienummer bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning van HP. WAARSCHUWING VOOR VERBRANDINGSGEVAAR! Om de kans op brandwonden te beperken, haalt u de stekker uit het stopcontact en laat u de interne onderdelen 15 minuten afkoelen voordat u het toegangspaneel verwijdert. 1.
2 Instellingen De standaard of goedgekeurde VESA 100-montagebeugel installeren BELANGRIJK: Tenzij de thin client met een goedgekeurde VESA® 100-montagebeugel is gemonteerd, moet deze worden gebuikt met een bevestigde systeemstandaard om een goede luchtstroom rond de thin client te garanderen. U kunt de thin client in een verticale of horizontale configuratie gebruiken met de standaard die is meegeleverd met de thin client. 1.
● b. Plaats de standaard op de onderkant van de thin client en plaats daarna de bevestigingsschroeven door de standaard in de schroefgaten van de thin client. c. Draai de bevestigingsschroeven vast. Bevestig de standaard aan de rechterkant van de thin client om de thin client liggend te gebruiken.
b. Steek een vingernagel of bot gereedschap in de sleuf (1) en til vervolgens de zijklep (2) van de thin client. OPMERKING: Bewaar het zijpaneel voor mogelijk toekomstig gebruik. c. Zoek de twee schroefgaten aan de rechterkant van de thin client. d. Plaats de standaard op de zijkant van de thin client en plaats daarna de bevestigingsschroeven door de standaard in de schroefgaten van de thin client. e. Draai de bevestigingsschroeven vast.
2. Plaats het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt en sluit het vervolgens met de sleutel. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigend effect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de thin client verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. De thin client monteren en juist plaatsen Deze thin client heeft vier montagepunten aan de rechterzijde van de thin client.
Ondersteunde configuratie en plaatsing BELANGRIJK: Houd u altijd aan de richtlijnen van de door HP ondersteunde configuraties om een juiste werking van de thin clients te garanderen. Tenzij de thin client met de VESA 100-montagebeugel is gemonteerd, moet deze worden gebuikt met een bevestigde standaard om een goede luchtstroom rond de thin client te garanderen. HP thin clients zijn ontworpen om in 6 verschillende posities te worden opgesteld en om alle mogelijke opstellingsscenario's te ondersteunen. 8 1.
3. Horizontal Plus: dit is de typische configuratie om de thin client op te stellen op een horizontaal, vlak oppervlak, zoals een bureau, waarbij de systeemstandaard bevestigd is aan de zijkant van de thin client. OPMERKING: Laat een vrije ruimte van minstens 2,54 cm (1 inch) over als de thin client onder een monitorstandaard wordt geplaatst. 4.
5. Bezel Plus: deze opstelling wordt gebruikt om de thin client op een verticaal, vlak oppervlak, zoals een wand, te bevestigen, zodat de ingang-/uitgangspoorten aan de voorkant en de aan-uitknop van het systeem naar boven gericht zijn. BELANGRIJK: De Bezel Plus-configuratie wordt niet ondersteund wanneer de thin client is geconfigureerd met een glasvezel NIC in het PCIe-uitbreidingsslot. 6.
Niet-ondersteunde plaatsing HP biedt geen ondersteuning voor de volgende plaatsingen voor de thin client: BELANGRIJK: Een niet-ondersteunde plaatsing van thin clients kan leiden tot storingen of beschadiging van de apparatuur of beide. Thin clients hebben voldoende ventilatie nodig om de juiste bedrijfstemperatuur te kunnen behouden. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
Het netsnoer aansluiten 1. Sluit het netsnoer aan op de voedingsadapter (1). 2. Steek het netsnoer in een stopcontact (2). 3. Sluit de voedingsadapter aan op de thin client (3). Regelmatig onderhoud van de thin client Gebruik de volgende informatie om de thin client juist te onderhouden: 12 ● Gebruik de thin client nooit wanneer het achterste I/O-paneel is verwijderd.
3 Hardwarewijzigingen Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert. WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico op persoonlijk letsel door elektrische schokken, warme oppervlakken of brand: Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt. Sluit geen telecommunicatie- of telefoonaansluitingen aan op de netwerkkaartconnectoren (NIC).
Het toegangspaneel verwijderen en vervangen Het toegangspaneel verwijderen WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat het toegangspaneel altijd is bevestigd voordat u de thin client gebruikt om het risico op persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur door elektrische schokken, hete oppervlakken of brand te beperken. Naast het verbeteren van de veiligheid, kan het toegangspaneel belangrijke instructies en identificatiegegevens bieden die verloren kunnen gaan als het toegangspaneel niet wordt gebruikt.
8. Til het toegangspaneel op uit de achterkant van het systeem en trek vervolgens het toegangspaneel naar de achterkant van het systeem om het te verwijderen. Het toegangspaneel terugplaatsen Ga als volgt te werk om het toegangspaneel terug te plaatsen: 1. Plaats de voorkant van het toegangspaneel op de voorkant van de behuizing en druk de achterkant naar beneden totdat deze vastklikt. 2.
3. Zet de standaard van de thin client terug. 4. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de thin client in. 5. Vergrendel beveiligingsvoorzieningen die zijn ontgrendeld wanneer u het toegangspaneel van de thin client hebt verwijderd. Interne onderdelen lokaliseren Tabel 3-1 Interne onderdelen Onderdeel 1 WLAN-kaart (bepaalde modellen) 2 Accu 3 M.2 SATA-flash-opslagmodule 4 M.
4. Haal het netsnoer uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten los. WAARSCHUWING VOOR VERBRANDINGSGEVAAR! Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer de stekker van het systeem in een actief stopcontact zit, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de thin client te voorkomen.
12. Schuif de nieuwe flash-opslagmodule in de M.2-socket op de systeemkaart en druk de moduleconnectoren stevig in de socket. OPMERKING: Een flash-opslagmodule kan maar op één manier worden geïnstalleerd. 13. Druk de flash-opslagmodule omlaag en schroef de module met een schroevendraaier op de systeemkaart vast. 14. Plaats het toegangspaneel terug en vergrendel het en plaats daarna het achterste I/O-paneel terug. Zie Het toegangspaneel verwijderen en vervangen op pagina 14. 15.
WAARSCHUWING VOOR VERBRANDINGSGEVAAR! Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer de stekker van het systeem in een actief stopcontact zit, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de thin client te voorkomen. Om de kans op brandwonden te beperken, haalt u de stekker uit het stopcontact en laat u de interne onderdelen 15 minuten afkoelen voordat u het toegangspaneel verwijdert. 5.
10. Schuif één kant van de nieuwe accu onder het lipje van de houder (1) met de pluspool naar boven gericht. Duw de andere kant van de accu omlaag totdat de klem over de andere rand van de accu springt (2). 11. Plaats het toegangspaneel terug en vergrendel het en plaats daarna het achterste I/O-paneel terug. Zie Het toegangspaneel verwijderen en vervangen op pagina 14. 12. Zet de standaard van de thin client terug. 13. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de thin client in. 14.
1. Zorg dat alle beveiligingsvoorzieningen die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals USB-flashdrives, uit de thin client. 3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparaten uit. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten los.
SODIMM's De systeemkaart bevat geheugensockets voor maximaal twee industriestandaard SODIMM's. In deze geheugensockets bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde SODIMM. Om de maximale systeemprestaties te bereiken, raadt HP aan om de thin client te configureren voor tweekanaalsgeheugen door beide SODIMM-slots te vullen met een SODIMM-geheugenmodule.
1. Zorg dat alle beveiligingsvoorzieningen die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals USB-flashdrives, uit de thin client. 3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparaten uit. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten los.
12. Schuif de nieuwe SODIMM (1) onder een hoek van ongeveer 30° in de socket en druk de SODIMM omlaag (2) zodat de vergrendelingen hem op zijn plaats vastzetten. OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts op een manier worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket. 13.
4 Probleemoplossing Hulpprogramma Computer Setup (F10), BIOS-instellingen Mogelijkheden van Computer Setup (F10) Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) (F10) kunt u: ● De fabrieksinstellingen wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
3. Als u op toets esc hebt gedrukt, drukt u op F10 om Computer Setup te openen. 4. Er worden vijf verschillende koppen weergegeven in het menu Computer Setup Utilities (Hulpprogramma's voor computerinstallatie): File (Bestand), Storage (Opslag), Security (Beveiliging), Power (Energiebeheer) en Advanced (Geavanceerd). 5. Gebruik de pijltoetsen (links en rechts) om de toepasselijke kop te selecteren. Gebruik de pijltoetsen (omhoog en omlaag) om de gewenste optie te selecteren en druk op enter.
Computer Setup: File (Bestand) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Computer Setup: Storage (Opslag) Tabel 4-3 Computer Setup: Storage (Opslag) Optie Beschrijving Device Configuration (Apparaatconfiguratie) Hiermee geeft u alle geïnstalleerde en door het BIOS bestuurde opslagapparaten weer. Wanneer u een apparaat selecteert, worden gedetailleerde gegevens en opties weergegeven. De volgende opties kunnen worden weergegeven: Hard Disk (Vaste schijf): Grootte, model, firmwareversie, serienummer.
Computer Setup: Security (Beveiliging) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 4-4 Computer Setup: Beveiliging Optie Beschrijving Setup Password (Instelwachtwoord) Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) definiëren en inschakelen. Power-On Password (Opstartwachtwoord) Hiermee kunt u een opstartwachtwoord instellen en inschakelen.
Tabel 4-4 Computer Setup: Beveiliging (vervolg) Optie Beschrijving System IDs (Systeem-IDs) Hiermee kunt u het volgende instellen: System Security (Systeembeveiliging) ● Inventarisnummer (18-byte code) (Inventarisnummer (18-byte code)):eigendomsidentificatienummer dat het bedrijf heeft toegekend aan deze computer.
Computer Setup: Power (Energiebeheer) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 4-6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (vervolg) Optie Onderwerp OPMERKING: Als u de netvoeding van de computer uitschakelt met de schakelaar van een stekkerdoos, kunt u de functies standby/hibernationstand en Remote Management (Beheer op afstand) niet gebruiken. Als de Maximum Power Saving Mode (Modus maximale energiebesparing) is ingesteld op ingeschakeld, is After Power Loss (Na stroomonderbreking) automatisch ingesteld op uit.
BIOS-instellingen wijzigen in het hulpprogramma voor de configuratie van HP BIOS (HPBCU) U kunt een aantal BIOS-instellingen lokaal wijzigen binnen het besturingssysteem zonder via het F10hulpprogramma te gaan. Deze tabel geeft de items aan die kunnen worden geregeld met deze methode. Voor meer informatie over de HP BIOS-configuratiehulpprogramma, zie de Gebruikershandleiding voor HP BIOS Configuration Utility (BCU) op www.hp.com.
Tabel 4-7 BIOS-instellingen die kunnen worden gewijzigd in het besturingssysteem (vervolg) 34 BIOS instelling Standaardwaarde Andere waarden Gegevensuitvoering voorkomen Inschakelen Uitschakelen Virtualisatietechnologie Uitschakelen Inschakelen PM-apparaat Uitschakelen Inschakelen TPM-status Inschakelen Uitschakelen Wis de TPM.
Tabel 4-7 BIOS-instellingen die kunnen worden gewijzigd in het besturingssysteem (vervolg) BIOS instelling Standaardwaarde Andere waarden BIOS primair display Onboard PCIe-kaart Geïntegreerde grafische kaart Automatisch Deactiveren, forceren UMA Frame Buffer grootte 512 M 256 M, 1 G Num Lock-status bij opstarten (uit/aan). Uit Aan Interne luidspreker Inschakelen Uitschakelen PXE optie-ROMs UEFI Uitschakelen PCIE Slot Option ROM Download Inschakelen Niet starten M.
Geeft een lijst met opties weer. BitLocker Drive Encryption/BIOS Measurements Als u Windows BitLocker-stationsversleuteling (BDE) hebt ingeschakeld op uw systeem, raadt HP aan dat u BDE tijdelijk opschort voordat het BIOS wordt bijgewerkt. Bovendien moet u uw BDE-wachtwoord voor herstel of de BDE-pincode voor herstel ophalen voordat u BDE opschort. Nadat u de BIOS hebt geflasht, kunt u BDE weer hervatten.
Tabel 4-8 Diagnostische lampjes en lampjes voor het oplossen van problemen (vervolg) Lampje Status OPMERKING: Er bevinden zich RJ-45-lampjes in de netwerkkabel aan de bovenkant van het achterpaneel van de thin client. De lampjes zijn zichtbaar als de connector is geïnstalleerd. Knipperend groen geeft netwerkactiviteit aan, en oranje betekent een verbindingssnelheid van 100 MB.
6. Voert inschakeldiagnoses uit. Zie Diagnostische inschakeltests op pagina 38 voor meer informatie. 7. De thin client laadt het besturingssysteem. Opnieuw instellen van de instel- en inschakelwachtwoorden U kunt de instel- en opstartwachtwoorden als volgt opnieuw instellen: 1. Zorg dat alle beveiligingsvoorzieningen die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals USB-flashdrives, uit de thin client. 3.
Tabel 4-10 Diagnostische inschakeltest Test Beschrijving Boot Block Checksum Tests de opstartblokcode voor de juiste controlesomwaarde DRAM Eenvoudige schrijf/lees-patroontest van de eerste 640k geheugen Seriële poort Test de seriële poort met behulp van eenvoudige poortcontrole om na te gaan of poorten aanwezig zijn Timer Test de timer interrupt met behulp van polling methode RTC CMOS-accu Test de integriteit van de RTC CMOS-accu NAND flash-apparaat Tests op de aanwezigheid van het juiste NAND
Tabel 4-12 Betekenis van diagnosemeldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg) Activiteit Het aan-uitlampje knippert twee keer rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. Geluidssign alen 2 Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd: BELANGRIJK: Interne onderdelen kunnen onder spanning staan, zelfs wanneer de computer is uitgeschakeld.
Tabel 4-12 Betekenis van diagnosemeldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg) Geluidssign alen Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie 2. Vervang de grafische kaart. 3. Vervang de systeemkaart. Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller vervangt u de systeemkaart. Het aan/uit-lampje knippert acht keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. 8 Het systeem wordt niet ingeschakeld en de lampjes knipperen niet.
Probleemoplossing Basis probleemoplossing Als op de thin client problemen tijdens het gebruik opgetreden of het inschakelen mislukt, raadpleeg dan de volgende items. Tabel 4-13 Algemene problemen en oplossingen Probleem Procedures De thin client ondervindt problemen met de werking. Zorg ervoor dat de volgende connectoren stevig zijn aangesloten op de thin client: De thin client kan niet worden ingeschakeld. 1.
Problemen oplossen met schijfloze thin client (geen flashstation) Dit gedeelte is alleen bedoeld voor thin clients zonder ATA Flash. Omdat dit model geen ATA Flash bevat, is de volgorde van de opstartprioriteit als volgt: ● USB-apparaat ● PXE 1.
Een PXE-server configureren OPMERKING: Alle PXE software wordt ondersteund door geautoriseerde serviceproviders basis van garantie of een servicecontract. Klanten die het HP Customer Service Center bellen met PXE-problemen en vragen moeten worden verwezen naar hun PXE-aanbieder voor ondersteuning. Raadpleeg ook de volgende documenten: – Voor Windows Server 2008 R2: http://technet.microsoft.com/en-us/library/7d837d88-6d8e-420c-b68fa5b4baeb5248.aspx – Voor Windows Server 2012: http://technet.microsoft.
– ThinPro: 8 GB – Windows 10 IoT (bij gebruik van het USB-formaat): 32 GB OPMERKING: Eventueel kunt u de tool op een Windows-computer gebruiken. Deze herstelmethode werkt niet bij alle USB-flashstations. USB-flashstations die niet als verwijderbaar station in Windows worden weergegeven, bieden geen ondersteuning voor deze herstelmethode. USBflashstations met meerdere partities bieden meestal geen ondersteuning voor deze herstelmethode. Het gamma aan USB-flashstations op de markt wijzigt voortdurend.
Tabel 4-15 Netsnoervereisten voor bepaalde landen en regio's (vervolg) 46 Land/regio Erkende instantie Toepasselijk notanummer Australië SAA 1 Oostenrijk OVE 1 België CEBEC 1 Brazilië ABNT 1 Canada CSA 2 Chili IMQ 1 Denemarken DEMKO 1 Finland FIMKO 1 Frankrijk UTE 1 Duitsland VDE 1 India IS 1 Israël SIR 1 Italië INC 1 Japan JIS 3 Nederland KEMA 1 Nieuw-Zeeland SANZ 1 Noorwegen NEMKO 1 Volksrepubliek China CCC 4 Saoedi-Arabië SASO 7 Singapore PSB
Tabel 4-15 Netsnoervereisten voor bepaalde landen en regio's (vervolg) Land/regio Erkende instantie Toepasselijk notanummer geleiders en een geleidergrootte van 0,75 mm² of 1,25 mm². De wandstekker moet een geaarde stekker met twee polen zijn met een Japanese Industrial Standard C8303 (7 A, 125 V wisselstroom)-configuratie. 4. Het flexibele snoer moet van het RVV-type zijn, met 3 geleiders en een geleidergrootte van 0,75 mm².
4. Als het Eigendomslabel of inventarisnummer is ingesteld, wist u dit handmatig onder Security > System IDs (Beveiliging > Systeem-IDs). 5. Selecteer File > Save Changes and Exit (Bestand > Wijzigingen opslaan en afsluiten). 6. Om de installatie- of inschakelwachtwoorden te wissen als deze zijn ingesteld, en alle andere instellingen te wissen, schakelt u de computer uit en verwijdert u het netsnoer en de kap van de computer. 7.
De van toepassing zijnde garanties voor HP producten en diensten zijn vastgelegd in de uitdrukkelijke garantiebepalingen die bij dergelijke producten en diensten op fysieke en/of elektronische wijze worden meegeleverd of gepubliceerd op website(s) van HP. Niets in dit document mag als een aanvullende garantie worden opgevat. HP is niet aansprakelijk voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in dit document.
A Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere statischgevoelige apparaten. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
B Vervoergegevens Vervoer voorbereiden U bereidt de thin client als volgt voor op vervoer: 1. Schakel de thin client en alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel het snoer daarna los van de thin client. 3. Koppel de systeemonderdelen en externe apparatuur los van hun voedingsbron en daarna van de thin client. 4.
C Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve apparaten.
Index A aardingsmethoden 50 accu, vervangen 18 Activeren via LAN (WOL) uitschakelen/ inschakelen 37 afmetingen 49 B basis probleemoplossing 42 beveiligingskabel, installeren 6 BIOS update uitvoeren 35 BIOS-instellingen wijzigen 33 BIOS Settings (IPv4-instellingen) 25 BIOS-update uitvoeren 35 C certificaten, locatie 3 compacte PCIe-kaart, installeren 20 Computer Setup (Computerinstellingen): menu Advanced (Geavanceerd) 31 Computer Setup (Computerinstellingen): menu File (Bestand) 27 Computer Setup (Computeri
SODIMM's monteren 21 socket vullen 22 solid state drive, verwijderen 51 specificaties afmetingen 49 hardware 49 luchtvochtigheid 49 nominale uitgangsstroom 49 Relatieve luchtvochtigheid 49 temperatuur 49 thin client 49 uitgangsvermogen 49 voeding 49 specificaties, geheugen 22 SSD, verwijderen 51 standaard, bevestigen 4 T temperatuurspecificaties toegangspaneel vervangen 15 verwijderen 14 toegankelijkheid 52 torenstandaard 4 49 U uitgangsvermogenspecificaties V vereisten voor de netvoedingskabel 45 vervang