Operation Manual

12: Vergelijkingsoplosser 165
File name : Dutch-MP02-1-040308(Print).doc Print data : 2004/3/9
ziet er als volgt uit

als ze wordt opgeslagen. Druk op om opeenvolgende
delen van de vergelijking te bekijken:

Spaties. U kunt zoveel spaties gebruiken als u wenst tussen variabelen,
bewerkingen en getallen.
Namen van variabelen.De naam van een variabele kan tot 10 tekens lang zijn,
maar kan niet de tekens +
x ÷ ^ ( ) < > = : spatie bevatten.
De eerste drie tot vijf tekens (naargelang hun breedte) worden het menu label
van de variabele. Zorg er daarom voor dat geen twee variabelen in dezelfde
vergelijking dezelfde eerste drie tot vijf tekens hebben.
Gebruik AND, NOT, OR, XOR, of PI niet als namen voor variabelen omdat die
als functies worden ge
ïnterpreteerd.
Getallen (constanten). Gebruik geen komma's of andere tekens in getallen.
Bijvoorbeeld, schrijf

voor tienduizend (niet

).
Haakjes. Gebruik geen rechthoekige haakjes noch accolades. Haakjes bepalen
de orde, maar betekenen geen vermenigvuldiging. Bijvoorbeeld, de vergelijking
Psn =Ps (1F) zou worden geschreven in de Oplosser als

.
Het
× teken moet gevoegd tussen

en de haakjes.
Functies en voorwaardelijke uitdrukkingen. Een vergelijking kan om het even
welke functie en voorwaardelijke uitdrukking uit de tabel op de volgende
pagina's bevatten 167–168. Sommige van deze functies hebben ook
hulpmiddelen voor het schrift.
Wiskundige bewerkingen (“Schrift hulpmiddelen”). Alle wiskundige
bewerkingen zitten in het toetsenbord (
/
,
@t
, etc.) of in het menu MATH
( , , enz.). Al deze bewerkingen, behalve
%
, kunnen bevat in