Operation Manual
E: RPN: Het stapelgeheugen 271
File name : Dutch-MP02-1-040308(Print).doc Print data : 2004/3/9
(a en b vertegenwoordigen waarden reeds aanwezig in het stapelgeheugen).
Let op dat wanneer de stapel daalt, hij de inhoud van het T–register kopieert en
het X–register overschrijft.
Wanneer de stapel stijgt, duwt hij de bovenste inhoud uit het T–register en is dit
getal weg. Dit toont aan dat het stapelgeheugen beperkt is tot vier getallen
voor berekeningen.
Door de automatische beweging van de stapel, hoeft U het scherm niet leeg te
maken voor het uitvoeren van een nieuwe berekening.
De meeste functies (behalve
E
en
C
) bereiden de stapel voor, zodat
zijn inhoud stijgt wanneer het volgende getal wordt ingevoerd in het
X–register.
Hoe ENTER werkt
U weet dat
E
twee getallen van elkaar scheidt, die na elkaar worden
ingevoerd. Hoe functioneert dit, met betrekking tot het stapelgeheugen
?
Veronderstel dat het stapelgeheugen gevuld is met
a, b, c en d. Voer nu twee
getallen in en tel ze op:
5+6:
a (weg) b (weg)
T
a
b
c
c
c
Z
b
c
d
d
c
Y
c
d
5
5
d
X
d
5
5
E
5
6
6
+
11
stijgt
stijgt
stijgt
niet
daalt
E
kopieert de inhoud van het X–register naar het Y–register. Het volgende
getal dat U invoert (of terug in het geheugen roept) overschrijft (in plaats van
omhoog te duwen) de kopie van het eerste getal dat overblijft in het X–register.
Het doel is alleen om twee na elkaar ingevoerde getallen te scheiden.
Gebruik van een getal tweemaal in een rij. U kuntde kopieerfunctie van
E










