User Manual - Windows 8.1
Table Of Contents
- Welkom
- Vertrouwd raken met de computer
- Verbinding maken met een netwerk
- Verbinding maken met een draadloos netwerk
- Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken
- WLAN gebruiken
- HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Een SIM-kaart plaatsen en verwijderen (alleen bepaalde modellen)
- HP Mobile Connect gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- GPS gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken
- Verbinding maken met een bekabeld netwerk
- Verbinding maken met een draadloos netwerk
- Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten
- Multimedia
- Bedieningselementen voor het afspelen van media gebruiken
- Audio
- Webcam (alleen bepaalde modellen)
- Touch to Share (Aanraken om te delen) (alleen bepaalde modellen)
- Video
- Energiebeheer
- Computer afsluiten (uitschakelen)
- Opties voor energiebeheer instellen
- Externe kaarten en apparaten
- Schijfeenheden
- Beveiliging
- De computer beveiligen
- Wachtwoorden gebruiken
- Antivirussoftware gebruiken
- Firewallsoftware gebruiken
- Essentiële beveiligingsupdates installeren
- HP Client Security gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Optionele beveiligingskabel bevestigen
- Vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Onderhoud
- Back-up en herstel
- Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start
- HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
- Ondersteuning
- Specificaties
- Toegankelijkheid
- De computer op reis gebruiken
- Problemen oplossen
- Elektrostatische ontlading
- Index

WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de
computer niet, om de kans op brandwonden of oververhitting van de computer te verkleinen. Gebruik de
computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door
een voorwerp van hard materiaal, zoals een optionele printer naast de computer, of een voorwerp van zacht
materiaal, zoals een kussen, een kleed of kleding. Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het
gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De temperatuur van de
computer en de netvoedingsadapter blijft binnen de temperatuurlimieten voor de oppervlakken die
toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de International Standard for Safety of Information
Technology Equipment (IEC 60950).
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u
met de computer werkt.
Een extern apparaat werkt niet
Probeer de volgende suggesties als een extern apparaat niet goed werkt:
●
Schakel het apparaat in volgens de instructies van de fabrikant.
●
Controleer of alle apparaataansluitingen correct zijn.
●
Controleer of het apparaat elektrische voeding krijgt.
●
Controleer of het apparaat compatibel is met het besturingssysteem, met name als het een ouder
apparaat betreft.
●
Controleer of de juiste stuurprogramma's en de recentste versies hiervan zijn geïnstalleerd.
De draadloze netwerkverbinding werkt niet
Als een draadloze netwerkverbinding niet goed werkt, doet u het volgende:
●
Om een draadloos of bekabeld apparaat voor draadloze communicatie te activeren of deactiveren, klikt
u met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkverbinding in het Windows-bureaublad in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Om een apparaat in te schakelen, klikt u op de naam
van het apparaat en klikt u vervolgens op Verbinden. Om het apparaat te deactiveren, klikt u op de
naam van het apparaat en klikt u vervolgens op Verbinding verbreken.
●
Controleer of het apparaat voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
●
Controleer of de draadloze antennes van de computer nergens door worden geblokkeerd.
●
Controleer of het kabel- of DSL-modem en het netsnoer daarvan correct zijn aangesloten en of de
lampjes op het kabel- of DSL-modem branden.
●
Controleer of de draadloze router of het draadloze toegangspunt correct is aangesloten op de
netvoedingsadapter en het kabel- of DSL-modem, en of de lampjes branden.
●
Koppel alle kabels los en sluit ze opnieuw aan. Schakel vervolgens het apparaat uit en opnieuw in.
Een lm is niet zichtbaar op een extern beeldscherm
1. Als zowel het beeldscherm van de computer als een extern beeldscherm zijn ingeschakeld, drukt u een
of meer keren op fn+f4 om te schakelen tussen de twee beeldschermen.
2. Congureer de monitorinstellingen zodanig dat het externe beeldscherm het primaire beeldscherm
wordt:
Problemen oplossen 89