Gebruikershandleiding HP OfficeJet Pro 8020 series
Kennisgeving van HP Company DE INFORMATIE IN DIT DOCUMENT KAN WORDEN GEWIJZIGD ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. REPRODUCTIE, AANPASSING OF VERTALING VAN DIT MATERIAAL IS VERBODEN ZONDER VOORAFGAANDE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN HP, MET UITZONDERING VAN WAT IS TOEGESTAAN ONDER DE WET OP DE AUTEURSRECHTEN. DE ENIGE GARANTIES VOOR HP PRODUCTEN EN DIENSTEN ZIJN VERMELD IN DE EXPLICIETE GARANTIEVERKLARING DIE DE PRODUCTEN EN DIENSTEN VERGEZELLEN.
Inhoudsopgave 1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1 Toegankelijkheid .................................................................................................................................................... 2 HP EcoSolutions (HP en het milieu) .......................................................................................................................
Faxen en digitale telefoonservices ...................................................................................................................... 74 Fax over voice over Internet Protocol .................................................................................................................. 75 Rapporten gebruiken ........................................................................................................................................... 76 Bijkomende faxinstallatie ..........
10 Technische informatie .............................................................................................................................. 181 Specificaties ....................................................................................................................................................... 182 Overheidsvoorschriften .....................................................................................................................................
vi NLWW
1 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Toegankelijkheid De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps. ● Visuele handicap De HP software is toegankelijk voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en ‑functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak‑naar‑tekst‑toepassingen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
1. Tik of veeg vanuit het bedieningspaneel van de printer in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tik op . 2. Druk op Planning aan/uit. 3. Raak de wisselknop aan naast Planning aan of Planning uit om het in te schakelen. 4. Selecteer de optie voor het tijdstip en volg de berichten op het scherm om de dagen en tijdstippen voor de in- en uitschakeling van de printer in te stellen.
De stille modus in- of uitschakelen terwijl de printer afdrukt 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens selecteert u de afdruktaak die momenteel wordt uitgevoerd. 2. Tik op het afdrukscherm op (Stille modus) om deze in te schakelen. OPMERKING: De stille modus wordt alleen ingeschakeld nadat de huidige pagina is afgedrukt en wordt alleen gebruikt voor de huidige afdruktaak.
De onderdelen van de printer kennen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Boven- en vooraanzicht ● Ruimte voor printerbenodigdheden ● Achteraanzicht Boven- en vooraanzicht 1 Documentinvoer 2 Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer 3 Documentinvoerlade 4 Verlengstuk uitvoer documentinvoer 5 Scannerklep 6 Scannerglasplaat 7 Uitvoerlade 8 Verlengstuk van de uitvoerlade 9 Invoerlade 10 Aan-/uit-knop 11 USB-poort aan de voorzijde OPMERKING: Deze functie is beschikbaar voo
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Toegangsklep cartridge 2 Voordeur 3 Printkop 4 Cartridges OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
8 4 Faxpoort 5 Stroomaansluiting Hoofdstuk 1 Aan de slag (Line) NLWW
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Til het bedieningspaneel op ● Overzicht knoppen en lampjes ● Functieknoppen ● Dashboardpictogrammen ● Printerinstellingen wijzigen Til het bedieningspaneel op U kunt het bedieningspaneel verplaatsen voor gemakkelijker gebruik. ● Duw op het bovenste deel van het bedieningspaneel om dit op te tillen.
Label Naam en beschrijving 1 Lampje draadloos: geeft de status van de draadloze verbinding van de printer weer. ● Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd gemaakt en dat u kunt afdrukken. ● Een langzaam knipperend lampje met duidelijke pauze geeft aan dat draadloze communicatie is ingeschakeld, maar niet is geconfigureerd. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie om uw printer te verbinden.
Om het Dashboard te openen, tikt of veegt u naar beneden in het tabblad bedieningspaneel. Pictogram bovenaan het scherm in het Doel Installatie: Geeft het installatiescherm weer voor het wijzigen van voorkeuren, netwerkinstallatie, de installatie van Wi-Fi Direct Web Services en andere onderhoudsinstellingen en het genereren van rapporten. Draadloos: Toont de draadloze status en menuopties. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor meer informatie.
De instellingen voor een functie wijzigen Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties. Met sommige functies kunt u instellingen wijzigen. 1. Selecteer Kopiëren of Scannen en selecteer de gewenste optie. 2. Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op ( Instellingen ) en bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan. 3. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
Elementaire informatie over papier De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HPafdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal. HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse documenten.
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Het is verkrijgbaar in glanzende afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8.5 x 11 inch, 5 x 7 inch en 4 x 6 inch 10 x 15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten. Zakelijke documenten ● HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat Dit papier is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, plannen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn extra zwaar voor een imponerende uitstraling.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en een kortere droogtijd dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Plaats papier Om papier met standaardformaat te laden 1. Trek de invoerlade uit. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst. 2. 16 Schuif de papierbreedtegeleiders naar de randen van de invoerlade.
3. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de linkerzijde van de lade. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4.
5. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Legal-papier plaatsen 1. Trek de invoerlade uit. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst.
NLWW 2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de randen van de invoerlade. 3. Druk op de knop linksvoor op de lade om de invoerlade te verlengen.
4. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de linkerzijde van de lade. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 5.
6. Duw de invoerlade weer terug in de printer. OPMERKING: Wanneer u de invoerlade erin duwt blijft het verlengstuk van de invoerlade buiten de printer. Dit hoort zo. 7. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Om een enveloppe te plaatsen 1. Trek de invoerlade uit. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de randen van de invoerlade. 3. Plaats de envelop in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zie Specificaties voor informatie over het maximale aantal enveloppen dat de lade mag bevatten. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4. 22 Stel de papierbreedtegeleiders bij tot ze de linker- en rechterranden van de stapel enveloppen raken.
5. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de invoerlade uit. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de randen van de invoerlade. 3. Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel kaarten of foto's overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel kaarten of foto's niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de linkerzijde van de lade.
NLWW 4. Stel de papierbreedtegeleiders bij tot ze de linker- en rechterranden van de stapel papier raken. 5. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven.
Een origineel op de glasplaat plaatsen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen. OPMERKING: De scanner werkt mogelijk niet juist als de glasplaat van de scanner en de klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie. OPMERKING: Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt. Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen 1. 26 Til de scannerklep op.
2. Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden tot het de rand links achterin van het glas raakt. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. NLWW Sluit de klep.
Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. VOORZICHTIG: Plaats nooit foto's in de documentinvoer; uw foto's kunnen dan beschadigd raken. Gebruik enkel papier dat door de documentinvoer wordt ondersteund. OPMERKING: Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina , werken niet wanneer u originelen in de documentinvoer plaatst.
De printer bijwerken Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en webservices zijn ingeschakeld. De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op ( Installatie ) 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op De printer bijwerken . 4. Tik op Printer nu controleren op updates.
Open de HP-printersoftware (Windows) Na het installeren van de HP printersoftware kunt u, afhankelijk van uw besturingssysteem, het volgende doen: ● Windows 10: Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer HP in de lijst met apps en selecteer vervolgens het pictogram met de printernaam. ● Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en selecteer de printernaam.
Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 HP Smart (eerder HP All-in-One Printer Remote genoemd) helpt met het instellen, scannen, afdrukken, delen en beheren van en met uw HP printer. U kunt documenten en afbeeldingen via e-mail, sms en populaire cloud- en socialemediaservices delen (zoals iCloud, Google Drive, Dropbox en Facebook). U kunt ook nieuwe HP printers instellen en benodigdheden beheren en bestellen.
De printer uitschakelen Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. VOORZICHTIG: Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
2 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken.
Afdrukken vanaf een computer ● Documenten afdrukken ● Brochures afdrukken ● Afdrukken op enveloppen ● Foto's afdrukken ● Afdrukken op speciaal en aangepast papier ● Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) ● Afdrukken vanaf een Mac-desktop of -laptop OPMERKING: U kunt de app HP Smart ook gebruiken om af te drukken vanaf mobiele apparaten. Zie Afdrukken met de HP Smart-app voor meer informatie. Documenten afdrukken Om documenten af te drukken (Windows) 1.
Brochures afdrukken Om brochures af te drukken (Windows) 1. Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing. 3. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben: Eigenschappen , Opties , Printerinstellingen , Printer , of Voorkeuren .
Enveloppen afdrukken (Windows) 1. Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken. 3. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren. 5. Selecteer de gewenste opties. ● Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend. ● Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in het deelvenster Ladekeuze.
4. Voer de afmetingen van het aangepaste papierformaat in het gedeelte Vormbeschrijving (afmetingen). 5. Klik op Vorm opslaan, en vervolgens op Sluiten. Om op speciaal en aangepast papier af te drukken (Windows) OPMERKING: Vooraleer u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste formaat instellen in Eigenschappen afdrukserver. 1. Plaats het juiste papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3.
● Selecteer op het tabblad Lay-out de afdrukstand Staand of Liggend en selecteer vervolgens de bijbehorende optie voor het omslaan van papier in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig afdrukken. ● Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype uit de vervolgkeuzelijst Media in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens de juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit en selecteer dan de geschikte kleur in het deelvenster kleur.
Afdrukken met de HP Smart-app Dit gedeelte biedt basisinstructies voor het gebruik van de app HP Smart om af te drukken vanaf uw Android-, iOS- of Windows 10-apparaat. Ga voor meer informatie over het gebruik van de app HP Smart naar: ● iOS/Android: www.hp.com/go/hpsmart-help ● Windows: www.hp.com/go/hpsmartwin-help Afdrukken vanaf een Windows 10-apparaat 1. Plaats papier in de invoerlade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Open HP Smart.
Afdrukken met mobiele apparaten Afdrukken vanaf mobiele apparaten U kunt documenten en foto's rechtstreeks vanaf uw mobiele apparaten afdrukken, waaronder iOS, Android, Windows Mobile, Chromebook en Amazon Kindle. OPMERKING: U kunt de app HP Smart ook gebruiken om af te drukken vanaf mobiele apparaten. Zie Afdrukken met de HP Smart-app voor meer informatie. 1. Zorg dat uw printer met hetzelfde netwerk is verbonden als uw mobiele apparaat. 2.
Tips voor succesvol afdrukken Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-cartridges goed werken met voldoende inkt, moet het papier goed zijn geplaatst en de printer de juiste instellingen hebben. ● Inkttips ● Tips voor het plaatsen van papier ● Tips voor printerinstellingen Inkttips Hieronder volgen enkele inkttips voor afdrukken: ● Raadpleeg Problemen met afdrukken voor meer informatie als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is. ● Gebruik originele HP-cartridges.
● Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn. ● Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade. Tips voor printerinstellingen Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren of scannen. U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken.
– 44 ○ Over lange zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de lange rand van het papier wilt omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier. ○ Over korte zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de korte rand van het papier wilt omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier. Pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
3 NLWW Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen 45
Kopiëren Een document of ID card kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Selecteer de gewenste optie. 5. Voer met het toetsenblok het aantal kopieën in of pas andere instellingen aan.
Scannen U kunt documenten, foto's en andere papiersoorten scannen en ze naar diverse bestemmingen zoals een computer of een e-mailadres sturen. Bij het scannen van een origineel zonder randen moet u de glasplaat van de scanner gebruiken in plaats van de documentinvoer. OPMERKING: Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-software hebt geïnstalleerd. TIP: Zie Problemen met kopiëren en scannen als u problemen hebt met het scannen van documenten.
● Kies Opslaan als PDF om het document (of de foto) als pdf-bestand op te slaan. ● Kies Opslaan als JPEG om het document (of de foto) als afbeeldingsbestand op te slaan. OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
1. Raak in het Startscherm Scannen aan en raak dan E-mail aan. 2. In het scherm E-mailprofiel niet ingesteld raakt u Volgende aan. 3. Tik op De HP-software gebruiken die op een computer is geïnstalleerd of Een webbrowser gebruiken en volg het bericht op het scherm om het e-mailprofiel in te stellen. Een document of foto scannen naar e-mail Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel 1.
Scannen vanaf een Windows 10-apparaat Een document of foto scannen met de scanner van de printer 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoer of plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 2. Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie. 3. Selecteer Scannen en vervolgens Scanner. 4.
Een eerder gescand document of gescande foto bewerken HP Smart biedt bewerkingsfuncties, zoals bijsnijden of draaien, die u kunt gebruiken om een eerder gescand document of gescande foto op uw apparaat kunt aanpassen. 1. Open HP Smart. Zie Gebruik de HP Smart-app om af te drukken, te scannen en problemen op te lossen vanaf een apparaat met iOS, Android of Windows 10 voor meer informatie. 2. Selecteer Scannen en vervolgens Importeren. 3.
Webscan gebruiken 1. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik in het tabblad Instellingen . 3. Klik in het gedeelte Beveiliging op Beheerdersinstellingen. 4. Selecteer WebScan vanaf EWS om WebScan in te schakelen. 5. Klik op Toepassen (Apply). Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1.
Scaninstellingen wijzigen (Windows) U kunt eender welke scaninstelling wijzigen voor een enkel gebruik of u kunt de wijzigingen opslaan om permanent te gebruiken. Deze instellingen omvatten opties zoals paginagrootte en -oriëntatie, scanresolutie, contrast en de locatie van de map voor opgeslagen scans. 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de HP-printersoftware.
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Gebruik de volgende tips om geslaagd te kopiëren en scannen: 54 ● Houd de glasplaat en de achterkant van de klep schoon. De scanner interpreteert alles wat hij op de glasplaat detecteert als een onderdeel van de afbeelding. ● Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner tot het de rand links achterin van het glas raakt.
4 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een faxbericht verzenden U kunt een fax op verschillende manieren verzenden, afhankelijk van uw situatie of behoefte.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden U kunt een document rechtstreeks vanaf uw computer faxen zonder het eerst af te drukken. Om deze functie te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware op uw computer hebt geïnstalleerd, dat de printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie correct is ingesteld en correct werkt. Een standaardfax vanaf de computer verzenden (Windows) 1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer. 2.
Een faxbericht verzenden met behulp van handsfree kiezen Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
a. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . b. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . c. Tik op Scan- en faxmethode om deze in te schakelen. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Raak Nu versturen aan. 5. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan . Schakel ECM uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt accepteren. Als u ECM uitschakelt: ● worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed. ● wordt de Snelheid automatisch ingesteld op Normaal . ● kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen. De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel 60 1.
Een faxbericht ontvangen U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan . (De standaard instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.
a. Druk vanaf het display van het bedieningspaneel van de printer op Accepteren om de fax te ontvangen. b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Opnieuw afdrukken aan. De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz. 4.
binnenkomende fax indien mogelijk wordt verkleind en dus op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, worden de gegevens die niet op de eerste pagina passen, op de volgende pagina afgedrukt. Automatische verkleining komt van pas als u een fax langer dan A4-/Letter-formaat ontvangt terwijl in de invoerlade papier van A4-/Letter-formaat is geplaatst. Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax .
Om nummers uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op het nummer dat u wilt verwijderen en druk dan op Verwijderen. Om een lijst met ongewenste faxnummers af te drukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3.
HP Digital Fax uitschakelen 66 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Voorkeuren en vervolgens HP Digital Fax aan. 4. Druk op HP Digital Fax uitschakelen. 5. Raak Ja aan.
Telefoonboekcontacten instellen U kunt veelgebruikte faxnummers instellen als telefoonboekcontacten. Hierdoor kunt u deze nummers snel kiezen door middel van het bedieningspaneel van de printer. TIP: Voor het maken en beheren van contactpersonen kunt u niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, u kunt ook gebruik maken van hulpprogramma's die beschikbaar zijn op u computer, zoals de HP printersoftware en de EWS van de printer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Een telefoonboekgroep maken en bewerken U kunt meerdere faxnummers opslaan een telefoonboekgroep. Om telefoonboekgroepen in te stellen OPMERKING: Vooraleer u een telefoonboekgroep kunt creëren, moet u reeds minstens een telefoonboekcontact hebben gecreëerd. 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Telefoonboek , op wisselen. 3. Druk op 4. Tik op Naam, voer de naam van de groep en druk dan op Gereed . 5.
4. Druk op Verwijderen. 5. Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen. Groepstelefoonboekcontacten verwijderen NLWW 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Telefoonboek , op wisselen. 3. Druk op de naam van het telefoonboekcontact dat u wilt verwijderen. 4. Druk op Verwijderen. 5. Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen.
Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de naslaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
TIP: U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op (de knop Faxstatus) op het Dashboard. Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen 1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden. Zie De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 3. Druk op Installatie en selecteer vervolgens Voorkeuren . 4. Raak Specifiek belsignaal aan. 5. Tik op een belsignaal en volg de instructie op het scherm.
3. Raak Automatisch opnieuw kiezen aan. 4. Raak Opnieuw zenden bij in gesprek , Opnieuw zenden bij geen antwoord of Opnieuw kiezen bij verbindingsprobleem aan om in of uit te schakelen. De faxsnelheid instellen U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Faxen en digitale telefoonservices Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services: ● DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.) ● PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
Fax over voice over Internet Protocol U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd. De volgende punten zijn tekenen dat u waarschijnlijk een VoIP-service gebruikt: ● Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer. ● een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Rapporten gebruiken U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer. Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax.
Aan (Fax verzenden en ontvangen) Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Uit Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxen verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling. Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Rapporten en Faxbevestiging aan. 4. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Fax verzenden en ontvangen) aan. 5.
Het faxlogboek wissen Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd. Het faxlogboek wissen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Extra. 3. Tik op Faxlogboek / geheugen wissen/ De details van de laatste faxtransactie afdrukken Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie.
NLWW 3. Druk op ( Telefoonboek ). 4. Druk op Oproepgeschiedenis .
Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de Aan-de-slaggids hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het instellen van de fax voltooien. Houd deze Aan-de-slaggids bij voor later gebruik. In dit gedeelte leest u hoe u de printer zo kunt instellen dat u een fax kunt verzenden zonder dat er problemen ontstaan met de reeds aanwezige apparatuur en services die van dezelfde telefoonlijn gebruikmaken als het apparaat.
Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Thailand VS Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
3. ● Abonnement op specifieke belsignalen: Een abonnement op specifieke belsignalen bij uw telefoonmaatschappij biedt meerdere telefoonnummers met verschillende belpatronen. ● Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de printer. ● Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde telefoonlijn als de printer.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Situatie
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer instellen met een aparte faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de aan de achterkant van de printer. poort OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 2.
2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer. 3 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-filter en sluit vervolgens het andere einde aan de achterkant van de printer.
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 4-3 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer.
4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 5. Voer een faxtest uit. De printer beantwoordt automatisch inkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt geselecteerd (de instelling Specifiek belsignaal ) na het aantal belsignalen dat u hebt geselecteerd (de instelling Hoe vaak overgaan ). De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
3. 4. ● Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort. ● Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de printerkabel aansluiten met de seriestekker.
Afbeelding 4-5 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort aan de achterkant van de printer.
De printer installeren met een computermodem voor inbellen Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om de printer te installeren. Afbeelding 4-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-filter en sluit vervolgens het andere einde op de poort met het label aan de achterkant van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 3. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. 4. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 5.
Afbeelding 4-9 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort 4 Computer met modem 5 Telefoon van de printer. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer. 2.
6. 7. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden: automatisch of handmatig: ● Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten automatisch. In dit geval kan de printer geen onderscheid maken tussen een fax en een gewoon telefoongesprek. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u de telefoon opnemen voor de printer de oproep beantwoordt.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
Afbeelding 4-11 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 3 Antwoordapparaat: 4 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer. 2.
5. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) 8. Voer een faxtest uit. Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld.
Afbeelding 4-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat: 6 Computer met modem 7 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat Afbeelding 4-14 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-filter en sluit vervolgens het andere einde op de poort met het label aan de achterkant van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 3. Verbind de DSL/ADSL-filter met de splitter. 4.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem en de printer niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet. Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u de printer kunt instellen.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het aan de achterkant van de printer. uiteinde aan op de poort met het label 3.
3. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 4. Raak Faxinstellingen aan. 5. Raak Hulpprogramma's aan en vervolgens Faxtest uitvoeren. De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 6. Bekijk het rapport. ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd.
5 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: NLWW ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Webservices gebruiken ● Webservices verwijderen 105
Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. OPMERKING: Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Webservices instellen Zorg ervoor dat uw printer via Ethernet of draadloos is verbonden met het internet alvorens u webservices instelt. Gebruik een van onderstaande methodes om webdiensten te gebruiken: Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3.
5. Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates en deze te installeren. OPMERKING: Als er updates beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en geïnstalleerd, en vervolgens start de printer opnieuw op. OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen.
Webservices gebruiken De volgende sectie beschrijft hoe u Webservices gebruikt en instelt. ● HP ePrint ● Afdrukapps HP ePrint Om HP ePrint te gebruiken, moet u het volgende doen: ● Zorg ervoor dat u een computer of mobiel toestel met internet en mogelijkheid tot e-mail hebt. ● Activeer Webservices op de printer. Zie Webservices instellen voor meer informatie. TIP: Ga voor meer informatie over het gebruik en problemen met HP ePrint oplossen naar www.hp.com/ support/eprint .
Afdrukapps gebruiken 1. Druk in het Startscherm op Apps . 2. Raak een printapp aan om deze in te schakelen, te configureren of te gebruiken. In sommige gevallen moet u mogelijk naar websites van partners gaan om de configuratie van uw account te voltooien. TIP: ● Om te controleren op updates voor printapps, raakt u Apps en vervolgens Printapps bijwerken aan. ● U kunt afdrukapps ook uitschakelen vanaf de EWS.
Webservices verwijderen Gebruik de volgende instructies om Webservices te verwijderen. Webservices verwijderen via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen, tik op ( HP ePrint ) en tik vervolgens op (Instellingen Webservices) 2. Raak Webservices verwijderen aan. Webservices verwijderen via de geïntegreerde webserver NLWW 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2.
6 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. TIP: Zie Problemen met afdrukken als u problemen hebt met het kopiëren van documenten. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Informatie over cartridges en de printkop ● Als er alleen met de zwarte cartridge wordt afgedrukt, wordt er ook een beetje kleureninkt gebruikt.
Informatie over cartridges en de printkop Lees de volgende tips voor het onderhouden van HP-cartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit. ● De instructies in deze handleiding zijn voor het vervangen van cartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie. ● Haal alle cartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig heeft. ● Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Als er alleen met de zwarte cartridge wordt afgedrukt, wordt er ook een beetje kleureninkt gebruikt. Bij het afdrukproces van inkjetprinters wordt inkt op verschillende manieren gebruikt. Verreweg de meeste inkt in een cartridge wordt gebruikt voor het afdrukken van documenten, foto's en ander materiaal. Er wordt echter ook inkt gebruikt voor het onderhoud van de printkop. Een deel van de inkt blijft achter in de cartridge en een klein deel van de inkt verdampt.
Geschatte inktniveaus controleren U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het bedieningspaneel van de printer. Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ● Tik of veeg vanuit het bedieningspaneel van de printer in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op (Inkt) om het geschatte inktniveau te controleren.
Vervang de cartridges OPMERKING: Voor meer informatie over het recyclen van gebruikte inkten raadpleegt u Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen Als u nog geen vervangende cartridges voor de printer hebt, zie dan Cartridges bestellen. OPMERKING: Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels. OPMERKING: Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
NLWW 4. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 5. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking.
6. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. OPMERKING: Zorg ervoor dat de kleurcodering op de cartridge overeenkomt met die op de houder. 7. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor elke cartridge die u wilt vervangen. 8. Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
9. NLWW Sluit de voorklep.
Cartridges bestellen Ga naar www.hp.com om cartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
Printerbenodigdheden bewaren Cartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de cartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Opslag anonieme gebruiksinformatie De HP cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van de printer ondersteunt. Verder slaat deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid anonieme informatie op over het gebruik van de printer, waaronder: het aantal afgedrukte pagina's met de cartridge, de paginadekking, de afdrukfrequentie en de gebruikte afdrukmodi.
Informatie over de cartridgegarantie De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer de printer wordt gebruikt in combinatie met de daarvoor bedoelde HP-printer. Deze garantie geldt niet voor HP-inktproducten die zijn nagevuld, werden nagemaakt, gerepareerd, verkeerd werden gebruikt of waaraan is geknoeid. Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt en de uiterste garantiedatum nog niet werd bereikt.
7 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen voor draadloze communicatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Voordat u begint ● De printer instellen op uw draadloos netwerk ● Uw printer verbinden met de app HP Smart ● De verbindingsmethode wijzigen ● De draadloze verbinding testen ● De draadloze functie van de printer in- of uitschakelen OPMERKING: Zie Netwerk- en verbindingsproblemen als u problemen hebt bij het aansluiten van de printer.
OPMERKING: Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar (Draadloos). beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 2. Druk op 3. Druk op Draadloze instellingen. 4. Druk op Wizard Draadloze installatie of Wi-Fi Protected Setup. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. ( Instellingen ).
De verbinding van een USB-verbinding in draadloze netwerkverbinding wijzigen (Windows) Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Hulpprogramma's. 3. Klik op Apparaatinstellingen en software. 4. Selecteer Een USB-aangesloten printer naar draadloos converteren. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
3. Raak Instellingen aan. 4. Raak Netwerkconfiguratie afdrukken aan De draadloze functie van de printer in- of uitschakelen Het blauwe lampje Draadloos op het bedieningspaneel van de printer brandt als de draadloze functies van de printer zijn ingeschakeld. OPMERKING: Als u een Ethernet-kabel op de printer aansluit, wordt de draadloze functie automatisch uitgeschakeld en het lampje Draadloos gedoofd. 1.
De netwerkinstellingen wijzigen Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u de draadloze verbinding van de printer instellen en beheren. U kunt er taken omtrent netwerkbeheer uitvoeren. De omvat het bekijken en wijzigen van netwerkinstellingen, het herstellen van netwerkstandaarden en het in- of uitschakelen van de draadloze functie. VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden.
3. Raak Geavanceerde instellingen aan. 4. Raak IP-instellingen aan. 5. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan. 6. Kies om handmatig de instellingen te wijzigen Handmatig (statisch) en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: ● IP-adres ● Subnetmasker ● Standaard gateway ● DNS-adres 7. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 8. Raak OK aan.
Wi-Fi Direct gebruiken Met Wi-Fi Direct kunt u draadloos afdrukken vanaf een computer, smartphone, tablet of een ander draadloos toestel - zonder verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk. Richtlijnen voor het gebruik van Wi-Fi Direct ● Zorg ervoor dat uw computer of mobiel apparaat de nodige software heeft. – Als u een computer gebruikt, zorgt u ervoor dat u de HP printersoftware hebt geïnstalleerd.
● Als Automatic was geselecteerd tijdens de Wi-Fi Direct setup op de printer zal het mobiele apparaat automatisch verbinding maken met de printer. ● Als Handmatig was geselected tijdens de Wi-Fi Direct setup op de printer bevestigt u de verbinding op het bedieningspaneel van de printer of voert u de pincode in op uw mobiele apparaat. De pincode wordt door de printer getoond zodra u verbinding probeert te maken.
3. Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw computer. Gebruik uw normale werkwijze om een verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot. Selecteer de naam Wi-Fi Direct uit de weergegeven lijst van draadloze netwerken, zoals DIRECT-**-HP OfficeJet Pro 8020 (waarbij ** de unieke tekens zijn om uw printer te identificeren). 4. Voer het Wi-Fi Direct wachtwoord in als dit wordt gevraagd. 5.
8 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● Geïntegreerde webserver 134 Hoofdstuk 8 Hulpprogramma's printerbeheer NLWW
Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. Om de Werkset te openen NLWW 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. . 3. Klik op Uw printer onderhouden.
Geïntegreerde webserver Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren. OPMERKING: Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord nodig. OPMERKING: U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
OPMERKING: De printer moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres hebben. 2. Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan de printer is toegewezen. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser: http://123.123.123.123. De geïntegreerde webserver openen via Wi-Fi Direct 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar (Wi-Fi Direct).
Controleer het IP-adres van de printer ● Zorg ervoor dat het IP-adres van de printer correct is. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar (Draadloos) of (Ethernet) om het IP-adres te beneden om het Dashboard te openen en tikt u op weten te komen.
9 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Hulp bij HP online probleemoplossing Gebruik een hulpprogramma voor online probleemoplossing om problemen met uw printer op te lossen. In de onderstaande tabel ziet u de bijbehorende koppeling voor specifieke problemen. OPMERKING: De hulpprogramma's voor online probleemoplossing van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Vraag hulp van het bedieningspaneel van de printer U kunt de hulp van de printer gebruiken om meer te weten over de printer. Deze hulp bevat enkele animaties die u door enkele procedures, zoals het laden van papier, leiden. Tik op op het bedieningspaneel van de printer om het menu Help te openen vanuit het Startscherm of contextuele hulp voor een scherm.
Vraag hulp in de HP Smart-app De HP Smart-app meldt printerproblemen (storingen en andere problemen), biedt koppelingen naar helponderwerpen en geeft opties om voor meer hulp contact op te nemen met de ondersteuning.
Hulp in deze handleiding Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Papierstoringen en problemen met papieraanvoer ● Problemen met afdrukken ● Problemen met kopiëren en scannen ● Faxproblemen ● Netwerk- en verbindingsproblemen ● Hardwareproblemen printer Papierstoringen en problemen met papieraanvoer Wat wilt u doen? ● Een papierstoring oplossen ● Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges ● Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden ● Problemen met de papieraanvoer oplosse
2. Verwijder de invoerlade door deze in zijn geheel uit de printer te trekken. 3. Controleer de invoerlade onder de printer. Verwijder het vastgelopen papier. 4. Duw de invoerlade terug naar binnen tot deze vastklikt. 5. Duw de uitvoerlade terug in de printer.
Een papierstoring in de afdrukzone verhelpen NLWW 1. Open de voorklep. 2. Open de toegangsklep van de printcartridges. 3. Als niets de wagen met printcartridges in de weg staat, verplaatst u de wagen met printcartridges helemaal naar de linkerkant van de printer en verwijdert u het vastgelopen papier. 4. Verplaats indien nodig de wagen met printcartridges helemaal naar de rechterzijde van de printer en verwijder het vastgelopen papier.
5. Til de hendel van de papierbaankap op en verwijder de kap. 6. Als u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pak het dan met beide handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. 7.
8. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. 9. Sluit de voorklep. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. NLWW Til de kap van de documentinvoer op.
2. Trek het vastgelopen papier tussen de rollers vandaan. 3. Til de documentinvoer op vanuit het midden. 4. Trek het vastgelopen papier voorzichtig onder de rollers vandaan.
NLWW 5. Sluit de documentinvoer. 6. Sluit de kap van de documentinvoer tot deze vastklikt. 7. Til de documentinvoerlade op.
8. Verwijder eventueel vastgelopen papier onder de lade. 9. Plaats de documentinvoer weer terug. Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges Verwijder alle voorwerpen, bijvoorbeeld papier, die de wagen met printcartridges blokkeren. OPMERKING: Gebruik geen gereedschap of andere apparaten om vastgelopen papier te verwijderen. Wees altijd voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier in de printer.
● Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af. ● Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. ● Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst leeg is voordat u papier toevoegt. Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
● Problemen oplossen met pagina's die niet worden afgedrukt (kan niet afdrukken) ● Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Problemen oplossen met pagina's die niet worden afgedrukt (kan niet afdrukken) Afdrukproblemen oplossen (Windows) Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de lade zit. Indien u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u het volgende in deze volgorde proberen: 1.
b. ● Windows 10: Selecteer in het menu Start in Windows Windows-systeem uit de lijst met apps, selecteer Configuratiescherm en klik vervolgens op Apparaten en printers onder Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers.
b. iii. Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen. iv. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. v. Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. c.
1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer de knop Aan/uit op de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de knop Aan/uit om de printer aan te zetten. OPMERKING: Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact aan. 3. Koppel het netsnoer los van de achterzijde van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5. Wacht minstens 15 seconden. 6.
De printkop reinigen vanaf het printerscherm a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Tik of veeg vanuit het bedieningspaneel van de printer in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ). c. Druk op Printeronderhoud , selecteer Printkop reinigen en volg vervolgens de instructies op het scherm. 2. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt. 3.
De printkop reinigen vanuit de printersoftware a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Open de HP printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. c. Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen en dan op Uw printer onderhouden om toegang te krijgen tot de Printerwerkset. d. Klik op Printkoppen reinigen in het tabblad Apparaatservices. Volg de instructies op het scherm. 2.
7. Bekijk de blauwe, magenta, gele en zwarte vakken op de diagnostiekpagina. Indien u strepen ziet in de gekleurde en zwarte vakken, of geen inkt ziet in gedeeltes van de vakken, reinig de printkop dan automatisch 8. Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het reinigen van de printkop. Ga naar www.support.hp.com . Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
3. Ga op het scherm Fax naar rechts en druk op Installatie , en op Installatiewizard, en volg vervolgens de instructies op het scherm. De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 4. Bekijk het rapport. ● Bekijk de onderstaande oplossingen als de faxtest is mislukt. ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van faxproblemen, terwijl de faxtest is geslaagd.
● Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren. ● Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt ● Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort aan de achterkant van de printer. Afbeelding 9-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer.
● Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals stommige PBX-systemen (private branch exchange), dan kan de test mislukken. Dit veroorzaakt geen probleem bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te verzenden of ontvangen. ● Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor uw land/regio.
● Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven ● De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen ● De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden ● De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen ● Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat ● De computer kan geen faxen ontvangen (HP Digital Fax) Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven ● Wij raden u aan een tweeaderig telefoonsnoer te gebruiken.
● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven. Afbeelding 9-3 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort van de printer.
op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. ● Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/ regio (als dat mogelijk is). ● De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-modem is mogelijk niet correct geaard.
– Als het antwoordapparaat en de fax gebruik maken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten, zoals is beschreven in . – Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. – Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon vaker laat overgaan dan het antwoordapparaat. – Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat ● Als het antwoordapparaat en de fax gebruik maken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten, zoals is beschreven in . Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt. ● Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is.
● ○ Bekijk het gedeelte DIAGNOSTISCHE RESULTATEN van alle uitgevoerde tests en kijk of uw printer is geslaagd. ○ In het gedeelte HUIDIGE CONFIGURATIE zoekt u de netwerknaam (SSID) waarmee uw printer momenteel is verbonden. Zorg dat uw printer met hetzelfde netwerk is verbonden als uw computer of mobiele apparaten. Gebruik een online probleemoplossingsprogramma van HP om uw printerproblemen op te lossen. Zie Hulp bij HP online probleemoplossing. Wi-Fi Direct verbinding herstellen 1.
Uitlijning printkop ontbreekt ● Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de printkop gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning. ● Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet reinigen of dat de sensor defect is. Zie Onherdoud de printkop en cartridges om de printkop te reinigen.
Printerrapporten begrijpen U kunt de volgende rapporten afdrukken om problemen met de printer op te lossen. ● Statusrapport van de printer ● Netwerkconfiguratiepagina ● Rapport afdrukkwaliteit ● Testrapport draadloze verbinding ● Testrapport webtoegang Een printerstatusrapport afdrukken 1. Tik of veeg op het bedieningspaneel van de printer over het tabblad bovenaan het scherm om het dashboard te openen en tik op ( Installatie ). 2. Raak Rapporten aan. 3.
Testrapport draadloze verbinding Als u het Draadloze testrapport afdrukt worden enkele tests uitgevoerd om verschillende condities van de draadloze verbinding van de printer te controleren. In het rapport staan de resultaten van de test. Als er een probleem wordt ontdekt zal het probleem met een bericht hoe u het kunt verhelpen worden aangegeven op het rapport. Onderaan het rapport staan enkele details over de configuratie van de draadloze verbinding.
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices Als u problemen ondervindt met webservices, zoals HP ePrint en Print apps, moet u het volgende controleren: ● Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een Ethernet- of draadloze verbinding. OPMERKING: U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USBkabel. ● Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer.
Onderhoud aan de printer uitvoeren Wat wilt u doen? ● De glasplaat van de scanner reinigen ● De buitenkant reinigen ● De documentinvoer schoonmaken ● Onherdoud de printkop en cartridges De glasplaat van de scanner reinigen Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat.
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 1 Rollers. 2 Scheidingskussen. 3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5.
● Reinig de printkop als uw afgedrukte kopie strepen bevat of als er kleuren ontbreken. Er zijn drie reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag, verbruikt een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na elke fase, de kwaliteit van de afgedrukte pagina. U moet de volgende reinigingsfase enkel starten als de afdrukkwaliteit slecht is. Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na alle reinigingsfasen, probeer dan de printkop uit te lijnen.
De fabrieksinstellingen herstellen Als u bepaalde functies wilt uitschakelen of instellingen wilt wijzigen, kunt u de printer herstellen naar de oorspronkelijke fabrieks- of netwerkinstellingen. De geselecteerde printerfuncties herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Printeronderhoud aan. 3.
4. Raak Ja aan. 5. Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer of de netwerkinstellingen zijn hersteld. OPMERKING: Wanneer u de netwerkinstellingen van de printer reset worden de eerder geconfigureerde instellingen voor draadloze netwerken en Ethernet (zoals de verbindingssnelheid of het IP-adres) verwijderd, Het IP-adres wordt teruggezet naar de automatische modus. TIP: Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.support.hp.
HP-ondersteuning Ga voor de nieuwste productupdates en ondersteuningsinformatie naar de ondersteuningswebsite van de printer op www.support.hp.com. HP online-ondersteuning biedt verschillende opties om u te helpen met uw printer: ● Problemen oplossen: Oplossen van veelvoorkomende problemen. ● Software, drivers en firmware: Download software, drivers en firmware die u nodig hebt voor uw printer. ● Informatie en videotutorials: De printer gebruiken.
Extra garantieopties U kunt voor de printer een verlengde garantie kopen. Ga naar www.support.hp.com , selecteer uw land/regio en taal en verken de uitgebreide garantiemogelijkheden voor uw printer.
10 Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: NLWW ● Specificaties ● Overheidsvoorschriften ● Programma voor milieubeheer 181
Specificaties Ga voor meer informatie naar www.support.hp.com . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties. Systeemvereisten ● Voor meer informatie over software en softwarevereisten of toekomstige releases van het besturingssysteem verwijzen we naar de online ondersteunende website van HP op www.support.hp.com .
● Taal: PCL3 GUI ● Afdrukresolutie: Ga voor een lijst met ondersteunde afdrukresoluties naar de ondersteuningswebsite van de printer op www.support.hp.com. ● Afdrukmarges: Ga voor marge-instellingen van verschillende media naar de ondersteuningswebsite van de printer op www.support.hp.com.
● Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi) Zwart 203 x 196 300 x 300 203 x 196 203 x 98 Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200 Specificaties voor fax naar pc ● Ondersteunde bestandstypen: TIFF en PDF ● Ondersteunde faxtypen: zwart-witfaxen Cartridgeopbrengst ● Bezoek www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie over de gewenste printcartridgeopbrengst.
Overheidsvoorschriften De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
● Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. ● Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. NOTE: If the product has an Ethernet / LAN port with metallic casing then use of a shielded interface cable is required to comply with the Class B limits of Part 15 of FCC rules. Modifications (part 15.
Bericht voor de Europese Unie Producten met het CE-label voldoen de geldende EU-richtlijnen en bijbehorende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen. Ook is de volledig Conformiteitsverklaring beschikbaar op de volgende website: www.hp.eu/certificates (Zoek met de naam van het productmodel of het wettelijk modelnummer (RMN) dat u op het label met kennisgevingen kunt vinden.
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden. Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten This equipment complies with Part 68 of the FCC rules and the requirements adopted by the ACTA.
time it is sent and an identification of the business or other entity, or other individual sending the message and the telephone number of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number provided may not be a 900 number or any other number for which charges exceed local or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your FAX machine, you should complete the steps described in the software.
Verklaring vaste fax Australië In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008.
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan (5 GHz) 在 5.25-5.35 秭赫頻帶內操作之無線資訊傳輸設備,限於室內使用。 應避免影響附近雷達系統之操作。 Kennisgeving voor gebruikers in Servië (5 GHz) Upotreba ovog uredjaja je ogranicna na zatvorene prostore u slucajevima koriscenja na frekvencijama od 5150-5350 MHz.
provoquer d'interférences nuisibles et (2) doit accepter toutes les interférences reçues, y compris des interférences pouvant provoquer un fonctionnement non souhaité de l'appareil. AVERTISSEMENT relatif à l'exposition aux radiofréquences. La puissance de rayonnement de cet appareil se trouve sous les limites d'exposition de radiofréquences d'Innovation, Science et Développement Economique Canada.
Programma voor milieubeheer HP streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. Van elkaar verschillende materialen zijn zo ontworpen dat ze gemakkelijk van elkaar los te maken zijn.
Eco-Tips HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen. Ga naar de website met Eco oplossingen van HP voor meer informatie over de milieu-initiatieven van HP. www.hp.com/sustainableimpact Papier Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN 12281:2002. Plastiek Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende normen gemerkt.
Kringloopprogramma HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Meer informatie over het recyclen van HP producten kunt u vinden op: www.hp.
Stroomverbruik Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van HP met het ENERGY STAR®-logo is gecertificeerd door de Environmental Protection Agency van de VS. Op beeldbewerkingsproducten met het ENERGY STAR-certificaat wordt het volgende merk weergegeven: Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met het ENERGY STAR-certificaat is te vinden op: www.hp.
Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers Dit pictogram betekent dat u uw product niet mag wegwerpen bij het gewoon huishoudelijke afval. In plaats hiervan moet u de volksgezondheid en het milieu beschermen door uw afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/inzamelingspunt voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Neem contact op met uw afvalverwerker voor meer informatie of ga naar http://www.hp.com/recycle.
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) 产品中有害物质或元素的名称及含量 根据中国《电器电子产品有害物质限制使用管理办法》 有害物质 铅 汞 镉 六价铬 多溴联苯 多溴二苯醚 (Pb) (Hg) (Cd) (Cr(VI)) (PBB) (PBDE) 外壳和托盘 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电线 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 印刷电路板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 打印系统 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 显示器 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 喷墨打印机墨盒 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 驱动光盘 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 扫描仪 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 网络配件 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电池板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 自动双面打印系统 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
concentrations exceeding 0.1 weight % and 0.01 weight % for cadmium, except for where allowed pursuant to the exemptions set in Schedule 2 of the Rule.
Verklaring van de aanwezigheidsbepaling van de markering beperkte stoffen (Taiwan) 台灣 限用物質含有情況標示聲明書 Taiwan Declaration of the Presence Condition of the Restricted Substances Marking 限用物質及其化學符號 Restricted substances and its chemical symbols 單元 Unit 鉛 汞 鎘 六價鉻 多溴聯苯 多溴二苯醚 (Pb) (Hg) (Cd) (Cr+6) (PBB) (PBDE) — ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ — ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ — ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ — ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ — ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 列印引擎 Print engine 外殼和紙匣 External casing and trays
To access the latest user guides or manuals for your product, go to www.support.hp.com. Select Find your product, and then follow the onscreen instructions.
Index A ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 84 afdrukken details laatste fax 78 diagnosepagina 170 dubbelzijdig 38 faxen 62 faxen vanuit het geheugen 62 faxlogs 77 faxrapporten 76 problemen oplossen 168 afdrukken, aan beide zijden 38 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 175 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 38 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 97 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 95 opgenomen faxtonen 167 automatisch fax verkleinen 63 B back-upfax 62 bedi
snelheid 73 soorten instellingen 81 telefoonaansluiting testen, mislukt 159 testen soort telefoonsnoer mislukt 161 voicemail, installeren (parallelle telefoonsystemen) 88 Fax foutcorrectiemodus 59 handmatig ontvangen 61 handsfree kiezen 58, 59 Internet-protocol, over 75 ontvangen 61 problemen oplossen 158 test mislukt 159 verzenden 56 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 95 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 83 automatisch antwoorden 70 bevestigingsrapporte
lijn voor computermodem en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 92 specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 86 specifieke beltoon 71 testfax 103 voicemail en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 101 installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 88 instellen antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 97 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 97 instellen, opties opnieuw kiezen 72 instellingen faxscenario's 81 netwerk 129 snelheid, fax 73 Instel
modem gedeeld met lijninstallatie voor gesprekken 92 modeminstallatie 89 PBX-configuratie 85 soorten instellingen 81 PBX-systeem, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 85 pictogrammen voor draadloze verbindingen 11 pictogram Setup: 11 printersoftware (Windows) openen 30, 135 over 135 printkop 175 schoonmaken 176 printkop, uitlijnen 175 printkop uitlijnen 175 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 151 problemen oplossen afdrukken 168 antwoordapparaten 167 Fax 158 faxen ontvangen 163, 1
tweezijdig afdrukken 38 U uitvoerlade zoeken 6 USB-verbinding poort, locatie 6, 7 V verbindingssnelheid, instellen 129 verkleinen van fax 63 voeding problemen oplossen 168 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 101 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 88 volume faxgeluiden 73 voorgeschreven modelnummer 185 W wagen storingen met de wagen oplossen 150 Webscan 51 websites toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerkinstelllingen 129 wettelijke informatie