User Manual

Table Of Contents
Afbeelding 4-13 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat:
6 Computer met modem
7
Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort
van de printer.
U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is
aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het
uiteinde aan op de poort met het label
aan de achterkant van de printer.
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het apparaat aan op de
poortuitgang achter op de computer (het computerinbelmodem).
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de
poort aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw
gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten.
98 Hoofdstuk 4 Fax NLWW