User Manual

Table Of Contents
Afbeelding 4-9 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3
Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort
van de printer.
4 Computer met modem
5 Telefoon
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label aan de achterkant van de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is
aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het
uiteinde aan op de poort met het label
aan de achterkant van de printer.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de
poort aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer,
moet u die instelling uitschakelen.
OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van
uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
NLWW Bijkomende faxinstallatie 93