Gebruikershandleiding
© Copyright 2016 HP Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Pentium en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 2 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 20 Schuiven met twee vingers (alleen touchpad) .................................................................................. 21 Tikken met twee vingers (alleen touchpad) ..................................................................................... 21 5 Entertainmentvoorzieningen ...........................................................................................
Wachtwoorden instellen in Windows ................................................................................................ 33 Wachtwoorden instellen in Computer Setup .................................................................................... 33 BIOS-beheerderswachtwoord beheren ............................................................................................ 34 BIOS-beheerderswachtwoord opgeven .........................................................................
Het f11-herstelprogramma gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................. 49 Media met besturingssysteem Windows 7 gebruiken ...................................................................... 50 10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start .............................................................................................. 51 Computer Setup gebruiken ...........................................................................................................
1 Aan de slag Nadat u de computer hebt ingesteld en geregistreerd, raden wij de volgende stappen aan om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Zie Verbinding maken met een netwerk op pagina 15 voor meer informatie. ● Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Informatie zoeken U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor het vinden van hulpmiddelen met productinformatie, uitleg en meer.
2 Onderdelen Hardware en software zoeken U geeft als volgt een lijst van de geïnstalleerde hardware weer: ▲ Selecteer Start > Configuratiescherm > Apparaatbeheer. U geeft als volgt een lijst van de geïnstalleerde software weer: ▲ Selecteer Start > Alle programma's.
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Acculampje Wanneer de netvoeding is aangesloten: ● Wit: de acculading is groter dan 90 procent. ● Oranje: de acculading ligt tussen 0 en 90 procent. ● Uit: de accu wordt niet opgeladen. Wanneer de netvoeding is losgekoppeld (accu laadt niet op): (2) USB Type-C-netvoedingsconnector en Thunderbolt™-poorten (2) ● Knipperend oranje: de accu is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, begint het acculampje snel te knipperen.
Linkerkant Onderdeel Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/ audio-in (microfoon) Beschrijving Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes* Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (2) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (3) Infrarode (IR) webcamlampjes (2) Verbetert de beeldkwaliteit van de webcam bij weinig licht. (4) Webcam en IR-camera Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten.
Bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad, aan/uit-knop Hiermee kunt u het touchpad in- en uitschakelen. (2) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te activeren.
Lampjes Onderdeel (1) (2) (3) (4) (5) (6) 8 Beschrijving Aan-uitlampje Antwoordlampje Lampje oproep weigeren/beëindigen Lampje Geluid uit van microfoon Lampje Geluid uit Lampje voor draadloze communicatie Hoofdstuk 2 Onderdelen ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere nietbenodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Bij sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie oranje wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn. (7) (8) Touchpadlampje Caps Lock-lampje ● Aan: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters.
Knop Onderdeel Aan-uitknop Beschrijving ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de Aan-uitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de Aan-uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de Aanuitknop om de slaapstand te beëindigen. ● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de Aanuitknop om de sluimerstand te beëindigen.
Speciale functietoetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock-toets of de esc-toets of de toets fn+b om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Zie Hotkeys gebruiken op pagina 11. (3) Windows-toets Hiermee wordt het menu Start geopend. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, wordt het menu Start afgesloten.
Druk op fn +functietoets Beschrijving Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd. Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd. Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten.
Onderkant Onderdeel Beschrijving Luidsprekers (2) Hiermee wordt geluid geproduceerd. Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het scherm.
Onderdeel (3) Garantieperiode (4) Modelnummer (alleen bepaalde producten) Onderdeel 14 (1) Modelnaam (alleen bepaalde producten) (2) Productnummer (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Labels met kennisgevingen: deze labels bevatten kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
U schakelt apparaten voor draadloze communicatie als volgt uit in HP Connection Manager: ▲ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Connection Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik daarna op de aan-uitknop naast het gewenste apparaat. - of Selecteer Start > Alle programma's > Productiviteit en tools > HP Connection Manager en klik daarna op de aan-uitknop naast het gewenste apparaat.
Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u thuis verbinding wilt maken met internet, is een account bij een internetprovider vereist. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Informatie over HP mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP mobiel breedband dat bij de computer is geleverd. HP Mobile Connect gebruiken (alleen bepaalde producten) HP Mobile Connect is een prepaid, mobiele breedbandservice die zorgt voor een rendabele, beveiligde, eenvoudige en flexibele mobiele breedbandverbinding voor uw computer.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Bepaalde producten staan mogelijk bekabelde verbindingen toe: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LAN-verbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
4 Schermnavigatie U kunt op de volgende manieren op het computerscherm navigeren: ● Met aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm (alleen bepaalde producten) ● Met aanraakbewegingen op het touchpad ● Met het toetsenbord en de optionele muis (de muis moet afzonderlijk worden aangeschaft) Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het computerscherm navigeren en de aanwijzer besturen.
Schuiven met twee vingers (alleen touchpad) Gebruik het schuiven met twee vingers om naar boven, naar beneden of opzij te schuiven op een pagina of in een afbeelding. ● Plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpadgebied en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Tikken met twee vingers (alleen touchpad) Tik met twee vingers om het menu voor een object op het scherm te openen.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer voor zaken of plezier, om anderen te spreken via de webcam, om audio en video te mixen of om externe apparaten aan te sluiten, zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers. Zie Onderdelen op pagina 3 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. Een webcam gebruiken (alleen bepaalde producten) Uw computer heeft een webcam (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt.
Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen: ▲ Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden en vervolgens Geluid of uw audiosoftware. OPMERKING: Om alle inhoud van het configuratiescherm weer te geven, selecteert u de weergave met grote of kleine pictogrammen in plaats van de Categorieweergave.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het externe Thunderbolt-apparaat. 3. Druk op fn+f8 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen: ● Alleen pc-scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer. ● Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat. ● Uitbreiden: hiermee wordt het beeld verdeeld weergegeven op de computer en het externe apparaat.
Intel WiDi-gecertificeerde beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde producten) Gebruik Intel WiDi voor het draadloos projecteren van afzonderlijke bestanden, zoals foto's, muziek of video's, of om het volledige computerscherm op een tv of een secundair weergaveapparaat te dupliceren. Met Intel WiDi, een premiumoplossing van Miracast, kunt u eenvoudig en probleemloos uw secundaire weergaveapparaat koppelen.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan-uitknop of een aan-uitschakelaar hebben. De term aan-uitknop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan-uitknoppen. De computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Opties voor energiebeheer instellen VOORZICHTIG: Er bestaan verschillende bekende beveiligingsrisico's als een computer in de slaapstand staat. Om te voorkomen dat een onbevoegde gebruiker toegang krijgt tot de gegevens op uw computer, zelfs gecodeerde gegevens, raadt HP aan om in plaats van de slaapstand de sluimerstand te activeren wanneer u niet fysiek bij de computer bent. Dit is vooral belangrijk als u met de computer reist.
Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken De energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met behulp van de energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken. ● Beweeg de aanwijzer over het pictogram van de energiemeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven.
OPMERKING: HP Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron. 2. Selecteer Start > Alle programma's > HP Help en ondersteuning > HP Support Assistant. – of – Selecteer het vraagtekenpictogram in de taakbalk. 3. Selecteer Mijn PC, selecteer de tab Diagnose en hulpmiddelen en selecteer vervolgens HP Accucontrole. HP Accucontrole test de accu en de accucellen om te controleren of deze naar behoren functioneren en rapporteert vervolgens de resultaten van de test.
● netvoedingsadapter ● optioneel docking- of uitbreidingsapparaat ● optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is Om een lage acculading te verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is, slaat u uw werk op en schakelt u de computer uit. Accuvoeding besparen ● Selecteer de instelling Energiespaarstand in Energiebeheer.
● De accu wordt opgeladen. ● Als de computer is ingeschakeld, verandert het energiemeterpictogram in de taakbalk van vorm. Wanneer u de computer loskoppelt van externe netvoeding, gebeurt het volgende: ● De computer schakelt over naar accuvoeding. ● De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup, die vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● BIOS-beheerderwachtwoorden en DriveLock-wachtwoorden worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoord Functie OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock. Het wordt ook gebruikt om DriveLockbeveiliging te verwijderen.
Een BIOS-beheerderswachtwoord wijzigen 1. Start Computer Setup. ● Computers of tablets met toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk u op f10 als het logo van HP wordt weergegeven om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Schakel de tablet uit. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop Geluid zachter tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op F10 voor het openen van Computer Setup. 2.
Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk daarna op enter. De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Als u dit gevraagd wordt, typt u uw BIOS-beheerderswachtwoord in (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen) en drukt u op enter.
Een DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: 1. Start Computer Setup. ● ● 2. Computers of tablets met toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk de aan-uitknop in en druk als het logo van HP wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Schakel de tablet uit. 2.
3. Selecteer de vaste schijf die u wilt beschermen en druk vervolgens op enter. 4. Volg de instructies op het scherm voor het inschakelen van DriveLock en het invoeren van wachtwoorden wanneer hierom wordt gevraagd. OPMERKING: Voor bepaalde producten kunt u worden gevraagd om DriveLock in te typen. Het veld is hoofdlettergevoelig. 5. Selecteer om Computer Setup af te sluiten Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en selecteer daarna Yes (Ja).
Een DriveLock-wachtwoord wijzigen (alleen bepaalde producten) Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk de aan-uitknop in. 3. Typ achter DriveLock Password het huidige DriveLock-gebruikerswachtwoord of hoofdwachtwoord dat u wilt wijzigen, druk op enter en druk of tik daarna op f10 om Computer Setup te openen. 4.
Mogelijk is er al een firewall geïnstalleerd op uw computer of netwerkapparatuur. Als dat niet het geval is, zijn er softwareoplossingen voor firewalls beschikbaar. OPMERKING: In bepaalde situaties kan een firewall toegang tot spelletjes op internet blokkeren, het delen van printers of bestanden in een netwerk tegenhouden of toegestane bijlagen bij e-mailberichten blokkeren.
Vingerafdruklezer zoeken De vingerafdruklezer is een kleine metalen sensor die zich op de volgende locaties van de computer kan bevinden: ● Aan de onderzijde van het touchpad ● Rechts van het toetsenbord ● Aan de rechter bovenzijde van het beeldscherm ● Links van het beeldscherm Afhankelijk van uw product kan de lezer horizontaal of verticaal zijn geplaatst. In beide gevallen geldt dat u uw vinger langs de metalen sensor moet vegen.
8 Onderhoud Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Alleen interne vaste schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een vaste schijf die is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd door HP 3D DriveGuard. OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie.
WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3. Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten. Als er vloeistoffen op het oppervlak terecht komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
9 Back-up en herstel Uw computer is uitgerust met hulpprogramma's van HP en Windows om uw gegevens te beschermen en zo nodig op te halen. Met deze hulpprogramma's en eenvoudige stappen werkt de computer weer als vanouds. De volgende processen komen in dit gedeelte aan bod: ● Herstelmedia en back-ups maken ● Uw systeem herstellen en terugzetten Herstelmedia en back-ups maken Bij een systeemfout kunt u het systeem alleen herstellen in de staat van de recentste back-up. 1.
Herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator HP Recovery Disc Creator is een softwareprogramma waarmee u op een alternatieve manier herstelmedia kunt maken. Nadat u uw computer hebt ingesteld, kunt u herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator. Met deze herstelmedia kunt u uw originele besturingssysteem en bepaalde stuurprogramma's en applicaties opnieuw installeren als de vaste schijf beschadigd raakt.
● Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermopname van uw instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel tijd besparen als u opnieuw uw voorkeuren moet instellen. ● Wanneer u back-ups maakt op schijven, nummert u elke schijf die u uit het station verwijdert. OPMERKING: Als u uitvoerige instructies zoekt over de verschillende back-up- en herstelopties, kunt u in Help en ondersteuning op deze onderwerpen zoeken.
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u Start > Help en ondersteuning. Ga als volgt te werk als u informatie wilt herstellen waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt: 1.
3. Als de HP Herstelpartitie wel wordt aangegeven, start u de computer opnieuw op en drukt u op f11 voordat het besturingssysteem Windows wordt geladen. 4. Volg de instructies op het scherm. Media met besturingssysteem Windows 7 gebruiken Als u de eerder gemaakte herstelmedia niet met HP Recovery Disc Creator kunt gebruiken (alleen bepaalde producten), moet u een dvd met het besturingssysteem Windows 7 aanschaffen om de computer opnieuw op te starten en het besturingssysteem te herstellen.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Gebruik een van de volgende methoden om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Selecteer het pictogram Exit (Afsluiten) rechtsonder in het scherm en volg de instructies op het scherm. – of – Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
BIOS-versie vaststellen Om te bepalen of u Computer Setup (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer is geïnstalleerd. Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS genoemd) kunt u weergeven door op fn +esc te drukken (als Windows al is gestart) of door Computer Setup te gebruiken. 1. Start Computer Setup. Zie Computer Setup starten op pagina 51. 2. Selecteer Main (Hoofdmenu) en selecteer vervolgens System Information (Systeeminformatie). 3.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer Start > Computer. 2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale schijf (C:). 3. Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen. 4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .
HP Sure Start gebruiken (alleen bepaalde producten) Bepaalde computermodellen zijn geconfigureerd met HP Sure Start, een technologie die het BIOS van de computer controleert op aanvallen of beschadigingen. Als het BIOS beschadigd raakt of wordt aangevallen, herstelt HP Sure Start automatisch het BIOS in de eerdere veilige staat, zonder tussenkomst van de gebruiker. HP Sure Start is geconfigureerd en al ingeschakeld zodat de meeste gebruikers de standaardconfiguratie van HP Sure Start kunnen gebruiken.
11 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Download de nieuwste UEFI-versie 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven. 2. Selecteer de koppeling Downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer vervolgens Uitvoeren. Download een bepaalde versie van UEFI voor een specifiek product 1. Ga naar http://www.hp.com/support. 2. Selecteer Software en drivers. 3. Voer de productnaam of het nummer in.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u naar het buitenland wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en levert producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve apparaten.
Index A aan-uit Accu 28 besparen 30 opties 27 aan-uitknop 26 aan-uit-knop herkennen 10 aan-uit-lampjes 8 aan-uitschakelaar 26 accu afvoeren 30 lage acculading 29 ontladen 29 resterende lading weergeven 29 vervangen 30 voeding besparen 30 Acculampje 4 Accuvoeding 28 Actietoetsen de agenda openen 11 een binnenkomende oproep beantwoorden 11 een binnenkomende oproep weigeren 11 een oproep starten 11 het huidige gesprek beëindigen 11 microfoon uitschakelen 11 schakelen tussen beeldschermen 12 Afsluiten 26 Antivi
herstelmedia, maken 47 herstelmedia, voor herstel gebruiken 50 Herstelpartitie 49 herstelprogramma's 46 het huidige gesprek beëindigen, herkennen 11 high-definition-apparatuur, aansluiten 24 Hotkeys gebruiken 11 HP 3D DriveGuard 42 HP Accucontrole 28 HP Client Security 40 HP Fast Charge 26 HP Herstelpartitie controleren op de aanwezigheid 49 voor herstel gebruiken 49 HP Mobile Connect 18 HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken 56 HP Recovery Disc Creator, gebruiken 47 HP Touchpoint Manager 40 hulpprogra
slaapstand activeren 27 beëindigen 27 Slaapstand activeren 27 beëindigen 27 software antivirus 39 essentiële updates 40 Firewall 39 HP 3D DriveGuard 42 Software Schijfdefragmentatie 42 Schijfopruiming 42 standen voor energiebesparing 27 Sure Start gebruiken 55 T Thunderbolt USB Type-C aansluiten 23 USB Type-C herkennen 4 Tikken met twee vingers, touchpadbeweging 21 tikken op touchpad en bewegingen voor het aanraakscherm 20 toegankelijkheid 60 toetsen esc 11 fn 11 Windows-toets 11 Toets microfoon uitschakele