User Manual- Windows 7
Table Of Contents
- Aan de slag
- Onderdelen
- Verbinding maken met een netwerk
- Verbinding maken met een draadloos netwerk
- Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken
- Verbinding maken met een WLAN
- HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)
- HP Mobile Connect gebruiken (alleen bepaalde producten)
- GPS gebruiken (alleen bepaalde producten)
- Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten)
- Verbinding maken met een bekabeld netwerk
- Verbinding maken met een draadloos netwerk
- Schermnavigatie
- Entertainmentvoorzieningen
- Energiebeheer
- De computer uitschakelen
- HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten)
- Opties voor energiebeheer instellen
- Beveiliging
- De computer beveiligen
- Wachtwoorden gebruiken
- Antivirussoftware gebruiken
- Firewallsoftware gebruiken
- Essentiële beveiligingsupdates installeren
- HP Client Security gebruiken (alleen bepaalde producten)
- HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten)
- Een optionele beveiligingskabel installeren (alleen bepaalde producten)
- Vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten)
- Onderhoud
- Back-up en herstel
- Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start
- Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
- Specificaties
- Elektrostatische ontlading
- Toegankelijkheid
- Index

Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en
druk daarna op enter.
De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven
Als u dit gevraagd wordt, typt u uw BIOS-beheerderswachtwoord in (met behulp van dezelfde soort toetsen
die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen) en drukt u op enter. Na twee mislukte pogingen om het
BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet, u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
Een Computer Setup DriveLock-wachtwoord beheren (alleen bepaalde producten)
VOORZICHTIG: Bewaar het DriveLock-gebruikerswachtwoord en DriveLock-hoofdwachtwoord op een veilige
plaats uit de buurt van de computer om te voorkomen dat een met DriveLock beschermde vaste schijf
permanent onbruikbaar wordt. Als u beide DriveLock-wachtwoorden vergeet, wordt de vaste schijf
permanent vergrendeld en kan dan niet meer worden gebruikt.
Met DriveLock voorkomt u ongeoorloofde toegang tot de inhoud van een vaste schijf. DriveLock kan alleen
worden toegepast op de interne vaste schijf of schijven van de computer. Als DriveLock-beveiliging op een
schijf wordt toegepast, moet een wachtwoord worden ingevoerd om toegang tot deze schijf te krijgen. Het
station moet in de computer of een geavanceerde poortreplicator zijn geplaatst om te worden benaderd
middels de DriveLock-wachtwoorden.
Om DriveLock-beveiliging op een interne vaste schijf te installeren, moet een gebruikerswachtwoord en een
hoofdwachtwoord worden ingesteld in Computer Setup. Houd rekening met de volgende overwegingen bij het
gebruik van DriveLock-beveiliging:
●
Nadat DriveLock-beveiliging is toegepast op een vaste schijf, kan deze alleen nog maar worden gebruikt
wanneer eerst het gebruikers- of hoofdwachtwoord wordt ingevoerd.
●
Het gebruikerswachtwoord is voor de dagelijkse gebruiker van de beveiligde vaste schijf. Het
hoofdwachtwoord is ofwel voor de systeembeheerder ofwel voor de gebruiker.
●
Het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord mogen hetzelfde zijn.
●
U kunt een gebruikerswachtwoord of een hoofdwachtwoord alleen verwijderen door de DriveLock-
beveiliging van de schijfeenheid te verwijderen.
OPMERKING: Voor toegang tot de functies van DriveLock, moet u voor bepaalde producten eerst een
BIOS-beheerderswachtwoord instellen.
36 Hoofdstuk 7 Beveiliging










