HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide
Tabel E-3 root > ConnectionType > custom (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
autoReconnectDelay
Geeft aan hoeveel tijd in seconden u moet wachten voordat
de verbinding opnieuw wordt gestart. Met de
standaardinstelling 0 wordt de verbinding onmiddellijk
opnieuw gestart nadat deze is gesloten of de verbinding is
verbroken. Deze instelling geldt alleen als 'autoReconnect' is
ingesteld op 1.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/autostart Als u deze registersleutel instelt op 1, wordt de verbinding
automatisch gestart bij het opstarten. Dit is nuttig voor kiosk-
achtige toepassingen. Standaard worden verbindingen niet
automatisch gestart.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
autostartDelay
Geeft aan hoeveel tijd in seconden u moet wachten voordat
de verbinding wordt gestart bij het opstarten. Met de
standaardinstelling 0 wordt de verbinding onmiddellijk gestart
bij het opstarten. Deze instelling geldt alleen als 'autostart' is
ingesteld op 1.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
beforeStartingCommand
Geeft aan welke opdracht uitgevoerd moet worden voordat
de verbinding wordt gestart.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/command Geeft de werkelijke opdracht aan voor de Custom-verbinding
die moet worden uitgevoerd.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
connectionEndAction
Deze sleutel is gereserveerd.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/coord Deze sleutel is gereserveerd.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
dependConnectionId
Deze sleutel is gereserveerd.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID} /
extraEnvValues/{UUID}/key
Geeft de extra omgevingsvariabele aan voor een Custom-
verbinding.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID} /
extraEnvValues/{UUID}/value
Geeft de waarde van de extra omgevingsvariabele aan voor
een Custom-verbinding.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
fallBackConnection
Als deze registersleutel is ingesteld op de UUID van een
andere verbinding, wordt die verbinding automatisch gestart
als de huidige verbinding niet meer werkt of er een fout
optreedt en deze verbinding niet meer kan worden gestart.
De UUID van de gewenste reserveverbinding is gewoonlijk
te vinden door 'connection-mgr lijst' uit te voeren op de client,
of door te bladeren naar root/ConnectionType/
<type>/connections/. Deze kan worden ingesteld in de
UI van de SSH-verbinding.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
hasDesktopIcon
Het pictogram op het bureaublad voor een telnet-verbinding
in- of uitschakelen.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/label De naam van de verbinding. Bij Smart Zero wordt deze
registersleutel doorgaans ingesteld op 'Default Connection'
(Standaardverbinding) en niet weergegeven in de
gebruikersinterface.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/startMode Als deze registersleutel is ingesteld op de standaard focus
en de verbinding al is gestart, krijgt de verbinding de focus.
Anders wordt een fout geretourneerd met de opmerking dat
de verbinding al is gestart.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
waitForNetwork
Als deze registersleutel is ingesteld op 1, wordt de
verbinding niet gestart tot netwerken beschikbaar is. Dit zorgt
88 Bijlage E Registersleutels