HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide

Tabel E-5 root > ConnectionType > freerdp (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
waar een generieke gebruikersnaam wordt gebruikt bij het
aanmelden.
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
waitForNetwork
Als deze registersleutel is ingesteld op 1, wordt de
verbinding niet gestart tot netwerken beschikbaar is. Dit zorgt
ervoor dat de verbinding op een langzaam netwerk niet start
voordat netwerken beschikbaar is, en er een fout optreedt.
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
windowMode
Als deze is ingesteld op Remote Application wordt RDP
uitgevoerd in de lokaal geïntegreerde externe
toepassingsmodus (RAIL). Dit vereist dat de externe
toepassingsserver een benoemde toepassing toestaat als
externe toepassing te worden uitgevoerd. De toepassing
wordt weergegeven in een apart venster binnen de
desktopomgeving, waardoor het lijkt alsof de toepassing
onderdeel is van de lokale omgeving. Raadpleeg de
remoteApp-instelling voor meer informatie. Als deze
registersleutel is ingesteld op Alternate Shell, kunt u een
niet-standaard shell aanroepen. Raadpleeg de instellingen
voor de toepassing en de map.
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
windowSizeHeight
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
windowSizePercentage
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
windowSizeWidth
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
windowType
root/ConnectionType/freerdp/connections/{UUID}/
xkbLayoutId
Als de registersleutel niet leeg is, geeft u een XKB-lay-out-ID
op om het toetsenbord van het systeem te omzeilen. Voor
toegang tot de lijst met beschikbare id's, typt u in een
terminal: xfreerdp --kbd-list.
root/ConnectionType/freerdp/coreSettings/appName De naam van de interne toepassing die wordt gebruikt
wanneer de PID van de verbinding wordt gevolgd voor het
bewaken van de verbindingsstatus. Deze registersleutel
hoeft u over het algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/freerdp/coreSettings/className De naam van de interne X Windows-toepassingsklasse die
wordt gebruikt wanneer de PID van de verbinding wordt
gevolgd voor het bewaken van de verbindingsstatus. Deze
registersleutel hoeft u over het algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/freerdp/coreSettings/
disableLinkDropWarning
Als deze registersleutel is ingesteld op 1, is er bij een dode
netwerkkoppeling geen nul-aanmelding nodig in een
dialoogvenster, omdat het protocol dergelijke situaties
afhandelt.
root/ConnectionType/freerdp/coreSettings/editor De naam van de interne toepassing die wordt gebruikt
tijdens het starten van de verbindingseditor voor dit
verbindingstype. Deze registersleutel hoeft u over het
algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/freerdp/coreSettings/
generalSettingsEditor
De naam van de interne toepassing die wordt gebruikt
tijdens het starten van de algemene instellingseditor voor dit
verbindingstype. Deze registersleutel hoeft u over het
algemeen niet te wijzigen.
root > ConnectionType 101