HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide

Tabel E-5 root > ConnectionType > freerdp (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/freerdp/general/preferredAudio Stel in voor het wijzigen van de standaard audio-backend,
zowel in als uit, voor audio-omleiding op hoog niveau.
root/ConnectionType/freerdp/general/sendHostname Als deze registersleutel is ingesteld op de standaard
hostnaam, wordt de hostnaam van het systeem verzonden
naar de externe host. Dit wordt doorgaans gebruikt door een
beheerder om de client-computer te identificeren met een
bepaalde RDP-sessie. De hostnaam kan worden
overschreven door de registersleutel 'sendHostname' in te
stellen in de verbindingsspecifieke instellingen. Als deze
wordt ingesteld op mac, wordt het MAC-adres van de eerst
beschikbare netwerkadapter verzonden in plaats van de
hostnaam.
root/ConnectionType/freerdp/general/sttyInitialSettings Bepaalt de initiële instellingen van de seriële poort, zoals
gedefinieerd in het hulpprogramma stty.
root > ConnectionType > ssh
In dit gedeelte worden de registersleutels en functies in de map root > ConnectionType > ssh
beschreven.
Tabel E-6 root > ConnectionType > ssh
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/ssh/authorizations/user/add Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om een nieuwe
verbinding van dit type toe te voegen vanuit het
configuratiescherm. Niet van toepassing op Smart Zero. Stel
in op 1 om de toegang toe te staan en op 0 om de toegang
te weigeren.
root/ConnectionType/ssh/authorizations/user/general Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om de
algemene instellingen voor dit type verbinding te wijzigen
vanuit het configuratiescherm. Niet van toepassing op Smart
Zero. Stel in op 1 om toegang toe te staan en op 0 om de
toegang te weigeren.
root/ConnectionType/ssh/connections/{UUID}/address Geeft Het IP-adres of de hostnaam van de externe SSH-host
waarmee verbinding moet worden gemaakt. Deze instelling
wordt gespecificeerd per verbinding.
root/ConnectionType/ssh/connections/{UUID}/
afterStartedCommand
Het volledige pad naar een script of binair bestand dat moet
worden uitgevoerd nadat de verbinding is gestart.
root/ConnectionType/ssh/connections/{UUID}/
afterStoppedCommand
Het volledige pad naar een script of binair bestand dat moet
worden uitgevoerd nadat de verbinding is beëindigd.
root/ConnectionType/ssh/connections/{UUID}/application Bepaalt de toepassing die wordt uitgevoerd.
root/ConnectionType/ssh/connections/{UUID}/authorizations/
user/edit
Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om de
verbindingsinstellingen voor dit type verbinding te wijzigen
vanuit het configuratiescherm. Stel in op 1 om toegang toe te
staan en op 0 om de toegang te weigeren.
OPMERKING: De verbinding kan worden bewerkt in de
beheerdersmodus, zelfs als deze registersleutel is ingesteld
op 0.
root > ConnectionType 103