HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide
Tabel E-9 root > ConnectionType > view (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
de client. Als deze registersleutel is ingesteld op Leave at
remote computer, blijft het geluid op de externe host. Dit kan
handig zijn bij gebruik van een via USB omgeleid
audioapparaat. Als deze registersleutel is ingesteld op een
andere waarde, wordt audio uitgeschakeld.
HP beveelt aan dat het geluid wordt ingesteld als Bring to
this computer, omdat hiermee de audiokwaliteit verbetert en
dit ervoor zorgt dat alle audio op de client wordt omgeleid via
andere virtuele kanalen, zoals MMR overeenkomt met de
lokale audio-instellingen.
root/ConnectionType/view/connections/{UUID}/
xfreerdpOptions/timeoutError
Het aantal milliseconden dat moet worden gewacht nadat de
verbinding met de server is verbroken, voordat een
dialoogvenster met de fout verschijnt en de verbinding wordt
afgesloten. Uitgeschakeld indien 0.
root/ConnectionType/view/connections/{UUID}/
xfreerdpOptions/timeoutWarning
Het aantal milliseconden dat moet worden gewacht nadat de
verbinding met de server is verbroken, voordat een
waarschuwing naar de gebruiker verschijnt dat de verbinding
is verbroken. Uitgeschakeld indien 0.
root/ConnectionType/view/connections/{UUID}/
xfreerdpOptions/xkbLayoutId
Als de registersleutel niet leeg is, geeft u een XKB-lay-out-ID
op om het toetsenbord van het systeem te omzeilen. Voor
toegang tot de lijst met beschikbare id's, typt u in een
terminal: xfreerdp --kbd-list.
root/ConnectionType/view/coreSettings/appName De naam van de interne toepassing die wordt gebruikt
wanneer de PID van de verbinding wordt gevolgd voor het
bewaken van de verbindingsstatus. Deze registersleutel
hoeft u over het algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/view/coreSettings/className De naam van de interne X Windows-toepassingsklasse die
wordt gebruikt wanneer de PID van de verbinding wordt
gevolgd voor het bewaken van de verbindingsstatus. Deze
registersleutel hoeft u over het algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/view/coreSettings/editor De naam van de interne toepassing die wordt gebruikt
tijdens het starten van de verbindingseditor voor dit
verbindingstype. Deze registersleutel hoeft u over het
algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/view/coreSettings/icon16Path Het pad naar het pictogram voor de interne toepassing voor
het pictogram van 16x16 pixels voor deze toepassing. Dit is
het kleine pictogram dat links van de naam van de
verbinding staat in het dialoogvenster Connection
(Verbinding).
root/ConnectionType/view/coreSettings/icon32Path Het pad naar het pictogram voor de interne toepassing voor
het pictogram van 32x32 pixels voor deze toepassing.
root/ConnectionType/view/coreSettings/icon48Path Het pad naar het pictogram voor de interne toepassing voor
het pictogram van 48x48 pixels voor deze toepassing. Dit is
het grote pictogram linksboven in de verbindingseditor voor
dit verbindingstype.
root/ConnectionType/view/coreSettings/label De naam die voor dit verbindingstype wordt weergegeven in
het keuzemenu voor verbindingstypen.
root/ConnectionType/view/coreSettings/serverRequired Geeft aan of een naam of adres van de server niet wordt
gebruikt, optioneel of vereist is voor dit verbindingstype.
122 Bijlage E Registersleutels