HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide
●
0 (uitschakelen)
●
1 (inschakelen)
Bestanden toevoegen aan een clientprofiel
Gebruik de koppeling Files (Bestanden) in de Profile Editor voor toegang tot het deelvenster
Additional Configuration Files (Aanvullende configuratiebestanden), waarmee u
configuratiebestanden kunt toevoegen die automatisch worden geïnstalleerd op de client als het
profiel is geïnstalleerd. Dit wordt doorgaans gebruikt om de volgende redenen:
●
Certificaten toevoegen
●
Apparaatinstellingen wijzigen wanneer een registerinstelling voor de wijziging niet beschikbaar is
●
De werking van het systeem wijzigen door aangepaste scripts in te voegen of bestaande scripts
te wijzigen
U kunt ook een symbolische koppeling naar een bestand opgeven dat al is geïnstalleerd op de client.
Gebruik dit wanneer u het bestand vanuit meer dan één map moet openen.
Een configuratiebestand toevoegen aan een clientprofiel
1. Klik in het deelvenster Additional Configuration Files (Aanvullende configuratiebestanden) op
Add a file (Een bestand toevoegen).
2. Klik op Import file (Bestand importeren), zoek het bestand dat u wilt importeren en klik op Open
(Openen).
OPMERKING: Bestanden kunnen ook worden geëxporteerd met de knop Export File (Bestand
exporteren) als er verdere informatie over het bestand is vereist.
3. Stel het pad waar het bestand op de client moet worden geïnstalleerd in het veld Path (Pad) in.
4. Stel Owner (Eigenaar), Group (Groep) en Permissions (Machtigingen) in het deelvenster File
details (Bestandsgegevens) op de juiste waarden in.
OPMERKING: Doorgaans is het instellen van de eigenaar en groep als root en de
machtigingen als 644 al voldoende. Als een speciale eigenaar, groep of machtigingen vereist
zijn, raadpleegt u de standaard Unix-bestandsmachtigingen voor richtlijnen over het wijzigen van
bestandsgegevens.
5. Klik op Save (Opslaan) om het toevoegen van het configuratiebestand aan het clientprofiel te
voltooien.
OPMERKING: Een bestand dat is geïnstalleerd als onderdeel van een profiel, overschrijft
automatisch bestaande bestanden die op het doelpad in het bestandssysteem staan. Daarnaast kunt
u met een tweede profiel zonder het gekoppelde bestand eerder gekoppelde bestanden niet
terugdraaien. Alle bestanden die via profielkoppeling zijn geïnstalleerd, zijn permanent en moeten
handmatig of via het terugzetten van de fabrieksinstellingen worden teruggedraaid.
Certificaten aan een clientprofiel toevoegen
Clientprofielen bevatten automatisch certificaten die worden geïmporteerd in een standaard
clientcertificaatarchief voor de volgende toepassingen:
●
VMware Horizon View, Citrix, RDP
●
Automatische update
64 Hoofdstuk 12 De Profile Editor