HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide
5. Selecteer een poort in het menu.
OPMERKING: De poort die u nodig hebt, staat in het gedeelte van de poorten met de
aanduiding TS ###, waarbij ### een getal is tussen 000 en 009, 033 en 044. De juiste poort
hangt af van de hostnaam en de printer die u wilt installeren. Een voorbeeld: met een hostnaam
ZTAHENAKOS en een seriële printer, selecteert u de poort met (ZTAHENAKOS:COM1).
Selecteer voor een parallel printer (ZTAHENAKOS:LPT1). De TS ### wordt toegewezen door
de server, zodat deze aanduiding niet steeds gelijk is.
6. Selecteer de fabrikant en het stuurprogramma voor uw printer.
TIP: Gebruik, indien gewenst, de stuurprogrammaschijf Windows Update om het
stuurprogramma te installeren.
OPMERKING: Voor normale afdrukken of testafdrukken werkt de algemene of generieke/
tekstprinter meestal.
7. Als u wordt gevraagd of u het bestaande stuurprogramma wilt behouden en dit goed werkt, houd
u dit en klikt u op Next (Volgende).
8. Wijs een naam toe aan de printer. Selecteer Yes (Ja) als u de printer wilt gebruiken als
standaardprinter en klik vervolgens op Next (Volgende).
9. Als u de printer wilt delen, selecteert u Share name (Sharenaam) en kent de printer een naam
toe. Anders klikt u op Next (Volgende).
10. Op de volgende pagina kunt u vragen om een testafdruk. HP adviseert u om dit te doen, omdat
u hiermee controleert of de printerinstellingen juist zijn. Als de printer niet goed is ingesteld, loopt
u de instellingen na en probeert u het opnieuw.
OPMERKING: Als de verbinding tussen de client en de server wordt verbroken, moet de
printer opnieuw worden verbonden als de client weer verbinding maakt.
Een seriële of parallelle printer configureren 67