HP ThinPro 5.0 - Administrator's Guide

Tabel E-2 root > ConnectionManager (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
Stel in op '1' als u het welkomstscherm, aangegeven in
'splashLogoPath', tijdens het opstarten van de verbinding wilt
inschakelen.
root > ConnectionType
In dit gedeelte worden de registersleutels, functies, opties en beschrijvingen in de map root >
ConnectionType beschreven.
root > ConnectionType > custom
In dit gedeelte worden de registersleutels en functies in de map root > ConnectionType > custom
beschreven.
Tabel E-3 root > ConnectionType > custom
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/custom/authorizations/user/add Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om een nieuwe
verbinding van dit type toe te voegen vanuit het Control
Center (Configuratiescherm). Niet van toepassing op Smart
Zero. Stel in op 1 om de toegang toe te staan en op 0 om de
toegang te weigeren.
root/ConnectionType/custom/authorizations/user/general Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om de
algemene instellingen voor dit type verbinding te wijzigen
vanuit het Control Center (Configuratiescherm). Niet van
toepassing op Smart Zero. Stel in op 1 om de toegang toe te
staan en op 0 om de toegang te weigeren.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
afterStartedCommand
Het volledige pad naar een script of binair bestand dat moet
worden uitgevoerd nadat de verbinding is gestart.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
afterStoppedCommand
Het volledige pad naar een script of binair bestand dat moet
worden uitgevoerd nadat de verbinding is beƫindigd.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
authorizations/user/edit
Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om de
verbindingsinstellingen voor dit type verbinding te wijzigen
vanuit het Control Center (Configuratiescherm). Stel in op 1
om de toegang toe te staan en op 0 om de toegang te
weigeren.
OPMERKING: De verbinding kan worden bewerkt in de
beheerdersmodus, zelfs als deze registersleutel is ingesteld
op 0.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
authorizations/user/execution
Geeft aan of de gebruiker toestemming heeft om de
verbinding uit te voeren. Stel in op 1 om de toegang toe te
staan en op 0 om de toegang te weigeren.
OPMERKING: De verbinding kan altijd worden gestart in
de beheerdersmodus.
root/ConnectionType/custom/connections/{UUID}/
autoReconnect
Als u deze instelt op 1 wordt de verbinding opnieuw
opgestart wanneer deze is gesloten of als de verbinding is
verbroken. Dit is vaak nuttig voor kiosk-achtige
toepassingen. Als u deze instelt op 0 wordt de verbinding
niet opnieuw opgestart wanneer deze is gesloten of als de
verbinding is verbroken.
root > ConnectionType 87