HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide
Tabel E-9 root > ConnectionType > view (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/general/sendHostname
Als deze registersleutel is ingesteld op hostname, wordt de
hostnaam van het systeem verzonden naar de externe host.
Deze sleutel wordt doorgaans gebruikt om de clientcomputer
gekoppeld aan een bepaalde RDP-sessie te identificeren. De
verzonden hostnaam kan worden overschreven door in de
verbindingsspecifieke instellingen sendHostname te
gebruiken. Als deze sleutel wordt ingesteld op mac, wordt in
plaats van de hostnaam het MAC-adres van de eerst
beschikbare netwerkadapter verzonden.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/loadBalanceInfo
Deze waarde is de Load Balancing-cookie die voor
bemiddelingsdoeleinden naar de server wordt verzonden
wanneer er verbinding wordt gemaakt. De waarde komt
overeen met het veld loadbalanceinfo in het .rdp-
bestand. De waarde is standaard leeg.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/mouseMotionEvents
Indien ingesteld op 0, worden muisbewegingsgebeurtenissen
niet naar de server verzonden. Dit kan ertoe leiden dat
sommige gebruikersfeedback, zoals knopinfo, niet correct
werkt.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/offScreenBitmaps
Indien ingesteld op 0, worden bitmaps buiten beeld
uitgeschakeld. Dit kan de prestaties enigszins verhogen,
maar leidt ertoe dat blokken van het scherm asynchroon
worden bijgewerkt, waardoor schermovergangen niet
uniform worden bijgewerkt.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagDesktopComposition
Indien ingesteld op 1, is bureaubladsamenstelling (zoals
transparante randen) toegestaan als dit wordt ondersteund
door de server. Door bureaubladsamenstelling uit te
schakelen, kunnen de prestaties voor verbindingen met een
lage bandbreedte verbeteren. Dit geldt doorgaans alleen
voor RemoteFX. Indien ingesteld op 2, wordt de waarde
geselecteerd op basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagFontSmoothing
Indien ingesteld op 1, is het vloeiend maken van lettertypen
toegestaan als dit wordt ondersteund door de server en is
ingeschakeld. Door het vloeiend maken van lettertypen uit te
schakelen, kunnen de prestaties voor verbindingen met een
lage bandbreedte verbeteren. Indien ingesteld op 2, wordt de
waarde geselecteerd op basis van de prestaties van de thin
client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoCursorSettings
Indien ingesteld op 1, wordt het knipperen van de cursor
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-
verbindingen met een lage bandbreedte kunnen verbeteren.
Indien ingesteld op 2, wordt de waarde geselecteerd op
basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoCursorShadow
Indien ingesteld op 1, worden schaduwen van de muiscursor
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-
verbindingen met een lage bandbreedte kunnen verbeteren.
Indien ingesteld op 2, wordt de waarde geselecteerd op
basis van de prestaties van de thin client.
root/ConnectionType/view/connections/<UUID>/
xfreerdpOptions/perfFlagNoMenuAnimations
Indien ingesteld op 1, worden menu-animaties
uitgeschakeld, waardoor de prestaties voor RDP-
verbindingen met een lage bandbreedte kunnen verbeteren.
Indien ingesteld op 2, wordt de waarde geselecteerd op
basis van de prestaties van de thin client.
124 Bijlage E Registersleutels