HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide

Tabel E-11 root > ConnectionType > xen (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
autostart
Indien ingesteld op een waarde tussen 1 en 5, wordt de
verbinding automatisch gestart nadat het systeem is
opgestart. De waarde 1 heeft hierbij de hoogste prioriteit.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
autostartDelay
Stelt de tijd in seconden in dat er wordt gewacht voordat de
verbinding wordt gestart nadat het systeem is opgestart. Met
de standaardwaarde 0 wordt de verbinding direct gestart.
Deze instelling geldt alleen als autostart is ingesteld op 1.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
beforeStartingCommand
Stelt de opdracht in die moet worden uitgevoerd voordat de
verbinding wordt gestart.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
connectionEndAction
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd
voor toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden
gewijzigd.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
connectionMode
Stelt de Citrix-verbindingsmodus voor de verbinding als volgt
in: store=StoreFront, pnagent=Webinterface,
direct=Directe verbinding.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
coord
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd
voor toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden
gewijzigd.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
dependConnectionId
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd
voor toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden
gewijzigd.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
disableSaveCredentials
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
domain
Stelt het domein in dat moet worden doorgegeven aan de
XenDesktop-server. Als er geen domein is opgegeven, wordt
het standaarddomein voor de server gebruikt.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
extraEnvValues/<UUID>/key
Stelt de naam in van een extra omgevingsvariabele voor
gebruik met de verbinding.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
extraEnvValues/<UUID>/value
Stelt de waarde in van een extra omgevingsvariabele voor
gebruik met de verbinding.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
fallBackConnection
Stelt de reserveverbinding in via de UUID.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
folder
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
forceHttps
Indien ingesteld op 1, zijn alleen HTTPS-verbindingen
toegestaan.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
fullscreen
Indien ingesteld op 1, wordt de Citrix-client gestart in de
modus voor volledig scherm.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
hasDesktopIcon
Indien ingesteld op 1, is het bureaubladpictogram voor deze
verbinding ingeschakeld. Deze sleutel heeft geen gevolgen
voor Smart Zero.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
ignoreCertCheck
Indien ingesteld op 1, worden certificaatcontroles genegeerd
voor de verbinding.
root/ConnectionType/xen/connections/<UUID>/
label
Stelt de naam van de verbinding in die wordt weergegeven in
de gebruikersinterface. Bij Smart Zero is deze registersleutel
doorgaans ingesteld op Default Connection en wordt
het label niet weergegeven in de gebruikersinterface.
134 Bijlage E Registersleutels