HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide

Tabel E-12 root > Dashboard (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/Dashboard/General/LengthToScreenSide
Indien ingesteld op 1, is de lengte van de taakbalk vast en
gelijk aan de lengte van de schermzijde waaraan de balk is
verankerd.
root/Dashboard/General/PanelDockSide
Stelt de zijde van het scherm in waaraan de taakbalk moet
worden verankerd.
root/Dashboard/General/RemainPixel
Stelt het aantal pixels in dat nog zichtbaar is wanneer de
taakbalk verborgen is.
root/Dashboard/General/SlidingTimeout
Stelt de hoeveelheid tijd in milliseconden in voor het
verbergen of weergegeven van de taakbalk wanneer
AutoHide is ingeschakeld.
root/Dashboard/General/Width
Stelt de breedte van de taakbalk in.
root > Display
Tabel E-13 root > Display
Registersleutel Beschrijving
root/Display/Configuration/AMDOptions/
SWCursor
Indien ingesteld op 1, wordt een door de software
gegenereerde muiscursor gebruikt. Dit lost problemen met
cursors op meerdere monitoren op, maar kan juist
problemen met het afspelen van multimedia en
aanraakschermen veroorzaken. Indien ingesteld op 0, wordt
een door de hardware gegenereerde muiscursor gebruikt. Dit
lost problemen met het afspelen van multimedia en
aanraakschermen op, maar kan juist problemen met cursors
op meerdere monitoren veroorzaken. De computer moet dan
mogelijk opnieuw worden opgestart.
root/Display/Configuration/displaymode
Stelt de weergavemodus in. Indien ingesteld op 0, wordt de
standaardmodus gebruikt (de monitorconfiguratie 1-4).
Indien ingesteld op 1, kan een configuratie met 6 monitoren
worden gebruikt, maar alleen op ondersteunde platformen
met de juiste uitbreidingskaart.
root/Display/Configuration/hexlayout
Stelt de indeling in voor de modus met 6 monitoren.
root/Display/Configuration/hexprofile
Stelt het profiel in dat wordt gebruikt in de modus met 6
monitoren.
root/Display/Configuration/primaryprofile
Stelt het profiel in dat moet worden gebruikt voor de primaire
monitor via de profielnaam. Voor Smart Zero moet deze
sleutel altijd worden ingesteld op default.
root/Display/Configuration/quaternarymode
Stelt de positie van de vierde monitor in ten opzichte van de
monitor die is opgegeven in quaternaryrelative. Dit is
afhankelijk van de hardware en wordt niet ondersteund op
alle modellen. De waarden zijn als volgt: 0=Hetzelfde als;
1=Boven; 2=Rechts van; 3=Links van; 4=Onder.
root/Display/Configuration/quaternaryprofile
Stelt het profiel in dat moet worden gebruikt voor de vierde
monitor via de profielnaam.
root/Display/Configuration/quaternaryrelative
Geeft aan welke monitor het referentiepunt vormt voor het
instellen van de positie van de vierde monitor.
146 Bijlage E Registersleutels