HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide
3. Typ de serverhostnaam of het IP-adres van de Samenvoegingsserver in het veld.
4. Klik op Apply (Toepassen).
De aggregatieserver configureren
Zo configureert u de samenvoegingsserver:
1. Selecteer Peripherals > Client Aggregation (Randapparatuur > Clientaggregatie) in het
configuratiescherm.
2. Klik op Server.
3. De aggregatieserver wordt weergegeven in een blauw vakje met de hostnaam. Klik en sleep de
aggregatieserver naar de gewenste positie in de opstelling van 4 bij 4.
4. Klik op de positie in de opstelling van 4 bij 4 waarin u de eerste aggregatieclient wilt plaatsen,
typ de hostnaam of het IP-adres en druk op Enter. De aggregatieclient wordt weergegeven in
een groen vak.
5. Voeg desgewenst tot twee extra aggregatieclients toe aan de opstelling van 4 bij 4.
U kunt de positie van de samenvoegingsserver en de samenvoegingsclients in de 4x4 opstelling
altijd wijzigen door op een clientcomputer te klikken en naar een nieuwe locatie te slepen.
Als de samenvoegingsclients en -server eenmaal geconfigureerd zijn, proberen ze automatisch
gecodeerde gegevens met elkaar uit te wisselen. Klik op Status om de verbindingsstatus tussen twee
computers te bekijken.
Schermvoorkeuren
Met HP ThinPro kunt u profielen voor schermvoorkeuren maken en verschillende profielen toepassen
op verschillende beeldschermen. Een profiel bevat de resolutie, vernieuwingssnelheid, bitdiepte en
oriëntatie.
Schermprofielen configureren:
1. Selecteer Peripherals > Display Preferences (Randapparatuur > Schermvoorkeuren) in het
configuratiescherm.
2. Configureer de benodigde opties en klik op Apply (Toepassen).
OPMERKING: De opties kunnen per hardwaremodel verschillen.
Raadpleeg de volgende tips over het nut van het aanpassen van beeldschermprofielen:
●
Sommige toepassingen hebben mogelijk een specifieke resolutie of bitdiepte nodig om goed te
kunnen werken.
●
Bij sommige toepassingen moet het beeldscherm mogelijk gedraaid worden.
●
Als u een kleurdiepte van 16-bits gebruikt, presteert de Citrix- en RDP-verbinding beter omdat er
minder gegevens via het netwerk of naar de grafische chip moeten worden verzonden.
●
AMD-platformen (t520, t610, t620) bieden alleen een 32-bits kleurdiepte. De platformen t505 en
t510 bieden beide een 16-bits of 32-bits kleurdiepte. In alle gevallen is de 32-bits kleurdiepte in
feite 24-bits.
●
Mogelijk wil de administrator één beeldschermprofiel standaardiseren, ook al zijn er veel
verschillende beeldschermen binnen de organisatie.
Schermvoorkeuren 15