HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide
●
Standaarden gebruiken
●
Omleiden
●
Niet omleiden
4. Klik op OK als u klaar bent.
Netwerkinstellingen
U kunt de netwerkinstellingen configureren in Netwerkbeheer. U opent Netwerkbeheer als volgt:
▲
Selecteer Setup > Network (Setup > Netwerk) in het configuratiescherm.
Lees de volgende paragrafen voor meer informatie over de verschillende tabbladen in
Netwerkbeheer:
●
Instellingen van het bekabelde netwerk
●
Instellingen voor draadloze netwerken
●
DNS-instellingen
●
IPSec-regels
●
VPN-instellingen configureren
●
HP Velocity configureren
Instellingen van het bekabelde netwerk
De volgende tabel bevat informatie over de opties in het tabblad Wired (Bekabeld) van
Netwerkbeheer.
Optie Beschrijving
IPv6 inschakelen Schakelt IPv6 in. Standaard wordt IPv4 gebruikt. Ze kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Ethernet-snelheid Hiermee kunt u de Ethernet-snelheid instellen. Als de schakelaar of hub geen speciale
vereisten heeft, laat u deze standaard staan op Automatic (Automatisch).
Verbindingsmethode Hiermee kunt u kiezen tussen Automatic (Automatisch) en Static (Statisch). Als uw
netwerkomgeving DHCP gebruikt, zal de optie Automatic (Automatisch) gewoon werken en
hoeft u verder geen configuraties uit te voeren.
Als u Static (Statisch) selecteert, komen de instellingen Static Address Configuration
(Configuratie statisch adres) beschikbaar. Stel de waarden in die gelden voor IPv4 of IPv6.
MTU (maximum
transmission unit)
Hiermee kunt u de MTU in bytes invoeren.
Beveiligingsinstellingen Hiermee kunt u een van de volgende opties voor de verificatie-instelling kiezen:
●
None
●
802.1X-TTLS
●
802.1X-PEAP
●
802.1X-TLS
Houd bij TTLS en PEAP rekening met het volgende:
●
Stel de optie Inner Authentication (Interne verificatie) zo in dat deze ondersteund wordt
door uw server.
Netwerkinstellingen 17