HP ThinPro 5.1 - Administrator's Guide
Certificaatbeheer
U kunt de certificaatbeheerder als volgt openen:
▲
Selecteer Advanced > Certificates (Geavanceerd > Certificaten) in het configuratiescherm.
Gebruik de certificaatmanager om een certificaat van een certificeringsinstantie (CA) handmatig te
installeren. Bij deze bewerking wordt het certificaat naar het lokale certificaatarchief van de gebruiker
(/usr/local/share/ca-certificates) gekopieerd en wordt OpenSSL zo ingesteld dat het certificaat voor
verbindingsverificatie wordt gebruikt.
Gebruik desgewenst de Profile Editor om het certificaat aan een profiel te bevestigen zoals
beschreven staat in
Certificaten aan een clientprofiel toevoegen op pagina 69.
OPMERKING: Meestal werkt een zelfondertekend certificaat zolang het geldig is volgens de
specificatie en zolang het kan worden geverifieerd door OpenSSL.
SCEP-beheer
U opent SCEP-beheer als volgt:
▲
Selecteer Advanced > SCEP Manager (Geavanceerd > SCEP-beheer) in het
configuratiescherm.
Gebruik SCEP-beheer wanneer u certificaten van een CA aan clientzijde moet registreren of
vernieuwen.
Tijdens het registreren of vernieuwen genereert SCEP-beheer de privésleutel van de client en de
certificaataanvraag en wordt de aanvraag naar de CA op de SCEP-server verzonden. Wanneer de
CA het certificaat verstrekt, wordt het certificaat teruggestuurd en in het certificaatarchief van de client
geplaatst. OpenSSL gebruikt het certificaat voor het verifiëren van de verbinding.
OPMERKING: De SCEP-server moet goed geconfigureerd zijn voordat de registratie plaatsvindt.
Gebruik het tabblad Identifying (Identificeren) van SCEP-beheer om eventueel gebruikersgegevens in
te voeren.
OPMERKING: De Common Name (Algemene naam) is vereist. Dit is standaard de FQDN-naam
(Fully Qualified Domain Name). De overige gegevens zijn optioneel. Voer het Country or Region
(Land of regio) in met twee letters, zoals VS voor de Verenigde Staten en CN voor China.
Gebruik het tabblad Servers van SCEP-beheer om SCEP-servers toe te voegen en certificaten te
registreren of te vernieuwen.
TIP: Wanneer u een nieuwe SCEP-server invoert, slaat u eerst de servergegevens op en gebruikt u
de knop Settings (Instellingen) om terug te keren en te registreren.
DHCP Options (AMT-opties)
U opent DHCP-optiebeheer als volgt:
▲
Selecteer Advanced > DHCP Options (Geavanceerd > DHCP-opties) in het configuratiescherm.
DHCP-optiebeheer bevat gegevens over de DHCP-opties die door de client zijn aangevraagd.
TIP: In de vervolgkeuzelijst in de linkerbenedenhoek van DHCP-optiebeheer kunt u filteren welke
DHCP-tags worden weergegeven.
26 Hoofdstuk 4 Configuraties configuratiescherm