HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Tabel E-11 root > ConnectionType > xdmcp (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
wordt een fout geretourneerd met de opmerking dat de
verbinding al is gestart.
root/ConnectionType/xdmcp/connections/<UUID>/
type
Stelt het type XDMCP-verbinding in. Als deze optie ingesteld is op
chooser, staan alle beschikbare hosts in de lijst en kan de
gebruiker kiezen met welke host hij/zij verbinding wil maken. Als
deze optie ingesteld is op query, wordt er direct een XDMCP-
verzoek naar de opgegeven host verzonden. Als deze optie
ingesteld is op broadcast, staan alle beschikbare hosts in de
lijst en wordt er automatisch verbinding gemaakt met de eerste
host.
root/ConnectionType/xdmcp/connections/<UUID>/
useFontServer
Als deze registersleutel is ingesteld op 1, wordt de
lettertypeserver ingeschakeld. Als deze registersleutel is
ingesteld op 0, wordt het lokale lettertype gebruikt.
root/ConnectionType/xdmcp/connections/<UUID>/
waitForNetwork
Indien ingesteld op 1, wordt de verbinding pas gestart als het
netwerk beschikbaar is. In een langzaam netwerk wordt de
verbinding dus pas gestart als het netwerk beschikbaar is. Zo
wordt een fout voorkomen.
root/ConnectionType/xdmcp/connections/<UUID>/
windowSize
Stelt het vensterformaat van de verbinding in.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
USBrelevant
Hiermee wordt aangegeven of dit verbindingstype relevant is voor
USB. Zo ja, is er mogelijk een USB-invoegtoepassing voor het
omleiden van USB-apparaten.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
appName
Stelt de interne toepassingsnaam in die voor dit type verbinding
moet worden gebruikt. Deze registersleutel hoeft u over het
algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/audio
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd voor
toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden gewijzigd.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
className
Stelt de klassenaam van de interne toepassing in die voor dit type
verbinding moet worden gebruikt. Deze registersleutel hoeft u
over het algemeen niet te wijzigen.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
desktopButton
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd voor
toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden gewijzigd.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/editor
Stelt de interne toepassingsnaam in die moet worden gebruikt
wanneer Verbindingsbeheer wordt gestart voor dit type
verbinding. Deze registersleutel hoeft u over het algemeen niet te
wijzigen.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
generalSettingsEditor
Deze registersleutel wordt intern gebruikt of is gereserveerd voor
toekomstig gebruik. De waarde mag niet worden gewijzigd.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
icon16Path
Stelt het pad in naar het pictogram van 16x16 pixels voor deze
toepassing.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
icon32Path
Stelt het pad in naar het pictogram van 32x32 pixels voor deze
toepassing.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/
icon48Path
Stelt het pad in naar het pictogram van 48x48 pixels voor deze
toepassing.
root/ConnectionType/xdmcp/coreSettings/label
Stelt de naam in die voor dit type verbinding moet worden
weergegeven in de gebruikersinterface.
132 Bijlage E Registersleutels