HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Tabel E-16 root > Network (vervolg)
Registersleutel Beschrijving
root/Network/VPN/PPTP/Password
Stelt het PPTP-gebruikerswachtwoord in.
root/Network/VPN/PPTP/Username
Stelt de PPTP-gebruikersnaam in.
root/Network/VPN/Type
Stelt het VPN-type in.
root/Network/VPN/VPNC/Domain
Stelt het VPNC-domein in.
root/Network/VPN/VPNC/Gateway
Stelt de VPNC-gateway in.
root/Network/VPN/VPNC/Group
Stelt de VPNC-groep in.
root/Network/VPN/VPNC/GroupPassword
Stelt het VPNC-groepswachtwoord in.
root/Network/VPN/VPNC/IKEDHGroup
Stelt de VPNC JKE Die Hellman-groep in.
root/Network/VPN/VPNC/LocalUDPPort
Stelt de lokale UDP-poort voor VPNC in. Indien ingesteld op 0,
wordt een willekeurige poort gebruikt. Deze instelling is alleen
geldig wanneer de NAT-traversal-modus (NATTMode) cisco-
udp is.
root/Network/VPN/VPNC/NATTMode
Stelt de NAT-traversal-modus voor VPNC in.
root/Network/VPN/VPNC/Password
Stelt het VPNC-gebruikerswachtwoord in.
root/Network/VPN/VPNC/PerfectForwardSecrecy
Stelt de VPNC Die-Hellman-groep voor PFS (Perfect Forward
Secrecy) in.
root/Network/VPN/VPNC/Security
Stelt het VPNC-beveiligingsniveau in.
root/Network/VPN/VPNC/Username
Stelt de VPNC-gebruikersnaam in.
root/Network/Wired/DefaultGateway
Stelt de standaardgateway in die door het apparaat wordt
gebruikt om te communiceren met internet. Doorgaans is dit het
IP-adres van de router. Deze instelling wordt pas van kracht als
Method is ingesteld op Static.
root/Network/Wired/EnableDefGatewayAsDNS
Indien ingesteld op 1, is de standaardgateway ook de naamserver.
root/Network/Wired/EthernetSpeed
Stelt de verbindingssnelheid van de primaire Ethernet-
netwerkinterface in. Met Automatic wordt de snelst
beschikbare verbindingssnelheid gebruikt. Dit is doorgaans 1
Gbps of 100 Mbps/Full afhankelijk van de switch. De
verbindingssnelheid kan ook worden afgedwongen naar een
enkele snelheid (100 Mbps of 10 Mbps) en duplexmodus (Full of
Half) ter ondersteuning van switches en hubs die niet juist
automatisch onderhandelen.
root/Network/Wired/IPAddress
Stelt het IPv4-adres van de thin client in. Deze instelling wordt
pas van kracht als Method is ingesteld op Static.
root/Network/Wired/IPv6Enable
Indien ingesteld op 1, is IPv6 ingeschakeld.
root/Network/Wired/Interface
Stelt de standaard Ethernet-interface of NIC in.
root/Network/Wired/MTU
Stelt de MTU in. Het maakt niet uit of het IP-adres statisch is of
verkregen is van DHCP.
root/Network/Wired/Method
Als deze registersleutel is ingesteld op Automatic, gebruikt de
thin client DHCP om netwerkinstellingen op te halen. Als deze
registersleutel is ingesteld op Static, worden de waarden van
de registersleutels IPAddress, SubnetMask en
DefaultGateway gebruikt. HP raadt af Static te gebruiken
154 Bijlage E Registersleutels