HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Houd rekening met het volgende over het maken van een VPN met behulp van Cisco:
De Gateway is het IP-adres of de hostnaam van de gateway.
De Group name (Groepsnaam) en het Group password (Groepswachtwoord) zijn de IPSec-id en het
IPSec-wachtwoord.
De instelling Domain (Domein) is optioneel.
De User name (Gebruikersnaam) en het User password (Gebruikerswachtwoord) zijn de
gebruikersreferenties die rechten hebben voor het maken van een VPN-verbinding aan de serverkant.
Het Security Type (Beveiligingstype) moet hetzelfde worden ingesteld als aan de serverkant.
Houd rekening met het volgende over het maken van een VPN met behulp van PPTP:
De Gateway is het IP-adres of de hostnaam van de gateway.
De instelling NT Domain (NT-domein) is optioneel.
De User name (Gebruikersnaam) en het User password (Gebruikerswachtwoord) zijn de
gebruikersreferenties die rechten hebben voor het maken van een VPN-verbinding aan de serverkant.
HP Velocity congureren
Gebruik het tabblad HP Velocity om de instellingen van HP Velocity te congureren. Ga naar
http://www.hp.com/go/velocity voor meer informatie over de HP Velocity-modi.
Component Manager (Onderdeelbeheer)
Hiermee kunt u systeemonderdelen die niet in uw omgeving gebruikt gaan worden, verwijderen. Dit kan
wenselijk zijn om de grootte van de reservekopie te beperken. Als u bijvoorbeeld nooit Citrix-verbindingen in
uw omgeving gebruikt, kunt u het Citrix-onderdeel verwijderen.
Wanneer u een of meer onderdelen hebt verwijderd, kunt u de nieuwe conguratie testen voordat u de
wijzigingen denitief toepast. Ook kunt u aangebrachte wijzigingen ongedaan maken als de wijzigingen niet
nog denitief toegepast zijn.
BELANGRIJK: Nadat de nieuwe conguratie denitief is toegepast, worden alle momentopnamen
verwijderd en wordt een nieuwe fabrieksmomentopname gemaakt. Verwijderde onderdelen kunnen niet
worden hersteld na dit punt.
Ga als volgt te werk om Component Manager te openen:
Selecteer Management > Component Manager (Beheer > Onderdeelbeheer) in het conguratiescherm.
Componenten verwijderen
Ga als volgt te werk om onderdelen te verwijderen:
1. Selecteer de gewenste onderdelen in Component Manager.
TIP: Gebruik Ctrl of Shift als u meerdere onderdelen wilt selecteren.
2. Selecteer Remove Component(s) (Onderdelen verwijderen).
3. Als het bevestigingsvenster wordt weergegeven, selecteert u OK.
4. Nadat de onderdelen zijn verwijderd, test u de nieuwe conguratie.
Component Manager (Onderdeelbeheer) 19