HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Wijzigingen ongedaan maken
Als de wijzigingen nog niet denitief toegepast zijn, kunt u alle wijzigingen een voor een ongedaan maken. De
thin client moet na elke ongedaan gemaakte wijziging opnieuw worden gestart.
Ga als volgt te werk om een wijziging in Component Manager ongedaan te maken:
1. Selecteer in Component Manager de optie Revert Last Change (Laatste wijziging ongedaan maken).
2. Selecteer Yes (Ja) om de thin client opnieuw te starten.
Herhaal deze procedure voor elke wijziging die u ongedaan wilt maken.
BELANGRIJK: Als u een momentopname van de reservekopie neemt tijdens het testen van een nieuwe
conguratie, kunt u de wijzigingen niet ongedaan maken via Component Manager U kunt deze wijzigingen
alleen ongedaan maken door een eerdere momentopname te herstellen via het hulpprogramma Snapshots
(Momentopnamen). Dit werkt echter niet als de wijzigingen al denitief zijn toegepast, omdat daarbij alle
bestaande momentopnamen worden verwijderd. Als de wijzigingen al denitief zijn toegepast, moet u het
besturingssysteem opnieuw installeren om de meeste verwijderde onderdelen te herstellen. Sommige
onderdelen (zoals Citrix, RDP en VMware Horizon View) kunnen beschikbaar zijn als invoegtoepassingen op
internet en kunnen worden hersteld door ze opnieuw te installeren.
De wijzigingen
denitief toepassen
Ga als volgt te werk om met Component Manager aangebrachte wijzigingen denitief toe te passen:
BELANGRIJK: Nadat de nieuwe conguratie denitief is toegepast, worden alle momentopnamen
verwijderd en wordt een nieuwe fabrieksmomentopname gemaakt. Verwijderde onderdelen kunnen niet
worden hersteld na dit punt.
1. Selecteer in Component Manager de optie Apply Component Conguration (Onderdeelconguratie
toepassen).
2. Selecteer Yes (Ja).
Aanpassingscentrum
Het aanpassingscentrum openen:
Selecteer Setup > Customization Center (Setup > Aanpassingscentrum) in het conguratiescherm.
De knop aan de bovenkant van de pagina Desktop (Bureaublad) kan worden gebruikt om te schakelen tussen
de ThinPro- en Smart Zero-conguraties. Zie Vergelijking van ThinPro en Smart Zero op pagina 1 voor meer
informatie over de verschillen tussen de twee conguraties.
OPMERKING: Als u een enkele verbinding hebt gecongureerd, wordt die verbinding automatisch gebruikt
als de Smart Zero-verbinding wanneer u overschakelt van ThinPro naar Smart Zero. Als u meerdere
verbindingen hebt gecongureerd, wordt u gevraagd om de te gebruiken verbinding te selecteren.
In de volgende tabel worden de overige opties beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Desktop
(Bureaublad).
Optie
Beschrijving
Verbindingsbeheer starten bij het
opstarten
Verbindingsbeheer wordt, als deze is ingeschakeld, automatisch gestart tijdens het opstarten
van de computer.
Snelmenu inschakelen Vink deze optie uit om het snelmenu dat wordt weergegeven wanneer u met de
rechtermuisknop op het bureaublad klikt, uit te schakelen
20 Hoofdstuk 4 Conguraties conguratiescherm