HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Certicaatbeheer
U kunt de certicaatbeheerder als volgt openen:
Selecteer Advanced > Certicates (Geavanceerd > Certicaten) in het conguratiescherm.
Gebruik de certicaatmanager om een certicaat van een certiceringsinstantie (CA) handmatig te
installeren. Bij deze bewerking wordt het certicaat naar het lokale certicaatarchief van de gebruiker (/usr/
local/share/ca-certicates) gekopieerd en wordt OpenSSL zo ingesteld dat het certicaat voor
verbindingsvericatie wordt gebruikt.
Gebruik desgewenst de Prole Editor om het certicaat aan een proel te bevestigen zoals beschreven staat
in
Certicaten aan een ThinPro-proel toevoegen op pagina 70.
OPMERKING: Meestal werkt een zelfondertekend certicaat zolang het geldig is volgens de specicatie en
zolang het kan worden geverieerd door OpenSSL.
SCEP-beheer
U opent SCEP-beheer als volgt:
Selecteer Advanced > SCEP Manager (Geavanceerd > SCEP-beheer) in het conguratiescherm.
Gebruik SCEP-beheer wanneer u certicaten van een CA aan clientzijde moet registreren of vernieuwen.
Tijdens het registreren of vernieuwen genereert SCEP-beheer de privésleutel van de thin client en de
certicaataanvraag en wordt de aanvraag naar de CA op de SCEP-server verzonden. Wanneer de CA het
certicaat verstrekt, wordt het certicaat teruggestuurd en in het certicaatarchief van de thin client
geplaatst. OpenSSL gebruikt het certicaat voor het veriëren van de verbinding.
OPMERKING: De SCEP-server moet goed gecongureerd zijn voordat de registratie plaatsvindt.
Gebruik het tabblad Identifying (Identiceren) van SCEP-beheer om eventueel gebruikersgegevens in te
voeren.
OPMERKING: De Common Name (Algemene naam) is vereist. Dit is standaard de FQDN-naam (Fully Qualied
Domain Name) van de thin client. De overige gegevens zijn optioneel. Voer het Country or Region (Land of
regio) in met twee letters, zoals VS voor de Verenigde Staten en CN voor China.
Gebruik het tabblad Servers van SCEP-beheer om SCEP-servers toe te voegen en certicaten te registreren of
te vernieuwen.
TIP: Wanneer u een nieuwe SCEP-server invoert, slaat u eerst de servergegevens op en gebruikt u de knop
Settings (Instellingen) om terug te keren en te registreren.
DHCP Options (AMT-opties)
U opent DHCP-optiebeheer als volgt:
Selecteer Advanced > DHCP Options (Geavanceerd > DHCP-opties) in het conguratiescherm.
DHCP-optiebeheer bevat gegevens over de DHCP-opties die door de thin client zijn aangevraagd.
TIP: In de vervolgkeuzelijst in de linkerbenedenhoek van DHCP-optiebeheer kunt u lteren welke DHCP-tags
worden weergegeven.
Als u wilt dat de thin client specieke DHCP-opties aanvraagt of negeert, gaat u als volgt te werk:
Vink de selectievakjes in de kolom Requested (Aangevraagd) aan of uit.
26 Hoofdstuk 4 Conguraties conguratiescherm