HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Tabel 7-5 RDP Verbindingsbeheer > Opties (vervolg)
Optie Beschrijving
Verouderde RDP-codering activeren Activeert de RDP-codering van de laatste generatie wanneer NLA niet beschikbaar is.
Cache buiten beeld inschakelen Als deze optie ingeschakeld wordt, wordt het o-screengeheugen gebruikt om bitmaps
in de cache op te slaan.
Bevestigen aan beheerconsole Hiermee bevestigt u de verbinding aan de beheerconsolepoort.
Kruissessie kopiëren/plakken Als u deze optie inschakelt, wordt Kopiëren en plakken tussen verschillende RDP-sessies
ingeschakeld.
RDP6-primitieven in buer opslaan Indien ingeschakeld, worden de prestaties van niet-RemoteFX-afbeeldingen verbeterd,
maar wordt het scherm minder vaak vernieuwd.
Beleid voor certicaatvericatie Selecteer een van de volgende opties:
Alle RDP-servercerticaten accepteren
Onthouden hosts gebruiken; waarschuwen bij onbekend of ongeldig certicaat
Onthouden hosts overslaan; waarschuwen bij onbekend of ongeldig certicaat
Alleen verbinding maken met vooraf goedgekeurde RDP-servers
Hostnaam om te verzenden De hostnaam van de thin client wordt meestal gebruikt voor CAL's (Client Access
Licenses). Met dit veld kan een andere waarde worden verzonden.
TIP: Klik op het pictogram ? naast deze optie voor meer informatie.
Load Balance-gegevens Gebruik deze optie met een bemiddelde RDP-verbinding.
TIP: Klik op het pictogram ? naast deze optie voor meer informatie.
Tabel 7-6 RDP Verbindingsbeheer > Lokale bronnen
Optie Beschrijving
Audioapparaten Bepaalt of audioapparaten worden omgeleid met behulp van RDP audio-omleiding van
hoog niveau of een USB-omleiding van laag niveau of voor deze verbinding worden
uitgeschakeld.
Printers Bepaalt of printers worden omgeleid door een printeromleiding van hoog niveau (waarbij
ze via het hulpprogramma Printers in het conguratiescherm moeten worden ingesteld),
USB-omleiding van laag niveau of voor deze verbinding worden uitgeschakeld.
Seriële/parallelle poorten Bepaalt of seriële en parallelle poorten voor deze verbinding worden omgeleid of
uitgeschakeld.
USB-opslag Bepaalt of USB-opslagapparaten zoals ashstations en optischeschijfeenheden worden
omgeleid door opslagomleiding van een hoog niveau, USB-omleiding van laag niveau of
voor deze verbinding worden uitgeschakeld.
Lokale partities Bepaalt of de lokale partities van het ashstation van de thin client voor deze verbinding
worden omgeleid of uitgeschakeld.
Andere USB-apparaten Bepaalt of andere typen USB-apparaten zoals webcams en tablets worden omgeleid
door een USB-omleiding van laag niveau of voor deze verbinding worden uitgeschakeld.
Verbindingsspecieke RDP-instellingen 43