HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide
Voor deze methode moet de printer op de thin client worden gecongureerd en moet er een Windows-
stuurprogramma op de thin client worden gespeciceerd, omdat de RDP-client aan de externe host
moet opgeven welk stuurprogramma moet worden gebruikt voor de externe printer. Dit Windows-
stuurprogramma moet overeenkomen met het stuurprogramma dat de printer gebruikt als deze lokaal
is aangesloten op een Windows-besturingssysteem. Deze informatie staat meestal bij Model in de
printereigenschappen.
OPMERKING: Raadpleeg Een seriële of parallelle printer congureren op pagina 71 voor aanvullende
informatie.
Audio-omleiding met RDP gebruiken
Bij audio-omleiding van hoog niveau wordt audio standaard van de externe host naar de thin client omgeleid.
Basisspraakbesturing moet mogelijk worden ingesteld. RDP 7.1 bevat een aantal geavanceerde audio-
omleidingsfuncties waarbij aanvullende conguratie vereist is.
Lees de volgende opmerkingen over het gebruik van audio-omleiding met RDP:
●
RDP zorgt, als de netwerkbandbreedte dit toelaat, voor de hoogst haalbare audiokwaliteit. Als audio
afgespeeld wordt op een verbinding met een lage bandbreedte, zorgt RDP ervoor dat de kwaliteit
minder wordt.
●
Standaard RDP beschikt niet over systeemeigen audio- of videosynchronisatiemechanismen. Bij langere
video's is synchronisatie met audio wellicht niet mogelijk. Met MMR of RemoteFX kunt u dit probleem
oplossen.
●
U wordt aangeraden om audio-omleiding van hoog niveau te gebruiken. USB-omleiding van audio-
apparaten is mogelijk als er extra functionaliteit zoals een digitale volumeregeling aanwezig is. Bij
analoge apparaten is alleen omleiding van hoog niveau mogelijk.
●
Microfoonomleiding is standaard ingeschakeld. Mogelijk moet het standaardvolume van de microfoon
op de thin client worden aangepast. Als u audioinvoer op oudere Windows RDP-servers in wilt schakelen,
moeten de instellingen worden gewijzigd.
●
De lokale en externe volumeinstellingen hebben invloed op de denitieve volume. U wordt aangeraden
om het lokale volume op zijn hoogst te zetten en het volume in de externe host aan te passen.
Smartcardomleiding met RDP gebruiken
Smartcards worden standaard met omleiding van hoog niveau omgeleid, zodat ze aangemeld kunnen worden
bij de sessie en bij andere externe toepassingen.
U kunt Smartcard aanmelden voor een RDP-verbinding als volgt inschakelen:
▲
Selecteer Allow Smartcard Login (Smartcard aanmelden toestaan) in RDP Verbindingsbeheer.
Zo kunt u verbinding maken zonder dat u eerst de referenties op moet geven. De RDP-client start de RDP-
sessie en de gebruiker wordt gevraagd om met een smartcard te veriëren.
Bij deze technologie moeten er stuurprogramma's voor de smartcardlezer op de thin client worden
geïnstalleerd. Standaard worden er CCID- en Gemalto-stuurprogramma's geïnstalleerd. Zo worden de meeste
smartcardlezers ondersteund. U kunt extra stuurprogramma's installeren door ze toe te voegen
aan /usr/lib/pkcs11/.
OPMERKING: Wanneer Smartcard aanmelden ingeschakeld is, wordt Vericatie op netwerkniveau niet
ondersteund en automatisch uitgeschakeld.
48 Hoofdstuk 7 RDP-aansluitingen