HP ThinPro 5.2 - Administrator's Guide

Het ThinPro-proel opslaan
Het platform van een ThinPro-proel selecteren
Met het scherm Platform in de Prole Editor kunt u het volgende doen:
De gewenste versie van de HP ThinPro-installatiekopie selecteren die compatibel is met uw hardware
Schakelen tussen de ThinPro-conguratie en de Smart Zero-conguratie
Geïnstalleerde clientsets met aanvullende registerinstellingen weergeven
OPMERKING: Clientsets moeten zich bevinden in de volgende map:
C:\Program Files (x86)\Hewlett-Packard\HP Smart Client Service\auto-
update\Packages
U kunt als volgt de platforminstellingen voor een ThinPro-proel congureren:
1. Selecteer op het scherm van het Platform in de Prole Editor een OS Build ID (Besturingssysteembuild-
id) die met de gewenste versie van de installatiekopie overeenkomt.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u een ander ThinPro-proel maakt voor elk type hardware.
OPMERKING: Als een clientset is geïnstalleerd, wordt deze automatisch weergegeven in het vak Client
Kits (Clientsets), en zijn er extra registerinstellingen beschikbaar in het scherm Registry (Register).
2. Stel de conguratie in op standard (ThinPro) of zero (Smart Zero).
OPMERKING: Bij oudere versies van installatiekopieën is deze instelling niet beschikbaar en wordt
deze automatisch ingesteld op zero.
Een standaardverbinding voor een ThinPro-proel congureren
U kunt als volgt een standaardverbinding voor een ThinPro-proel congureren:
1. Kies op het scherm Connection (Verbinding) in de Prole Editor het gewenste verbindingstype uit de
vervolgkeuzelijst Type.
OPMERKING: De beschikbare verbindingstypen kunnen verschillen, afhankelijk van of u de
conguratie hebt ingesteld op ThinPro of Smart Zero op het scherm Platform.
2. Typ de naam of het IP-adres van de server in het veld Server.
De registerinstellingen van een ThinPro-proel wijzigen
U kunt de standaardregisterinstellingen voor een ThinPro-proel als volgt wijzigen:
1. Vouw de mappen in de boomstructuur Registry Settings (Registerinstellingen) op het scherm Registry
(Register) in de Prole Editor uit, en zoek de registerinstelling die u wilt wijzigen.
2. Selecteer de registersleutel en geef vervolgens de gewenste waarde op in het veld Value (Waarde).
Bestanden toevoegen aan een ThinPro-proel
Gebruik het scherm Files (Bestanden) in de Prole Editor om conguratiebestanden toe te voegen die
automatisch op de thin client worden geïnstalleerd bij installatie van het ThinPro-proel. Dit wordt doorgaans
gebruikt om de volgende redenen:
Een ThinPro-proel aanpassen 69